Het kabinet heeft veel kostbare tijd voorbij laten gaan om de klimaatdoelen voor 2020 te halen. Toch zien wij kansen voor beleidsmaatregelen die hernieuwbare energie stimuleren, waardoor er op de zeer korte termijn wordt bijgedragen aan de klimaatdoelen voor 2020.
We vragen het kabinet om het stimuleren van zonnestroom, en isolatie en duurzame warmte in woningen en gebouwen. Hieronder geven we per onderdeel kort weer wat er volgens ons nu nog kan, met effect in 2020, en hoeveel megatonnen CO2 dat nog in 2020 bespaart. De NVDE maakte een uitgebreidere notitie: NVDE Versnellingsopties hernieuwbare energie voor 2020 hierover.
1. Stimulering collectieve systemen
Woningcorporaties, particuliere verhuurders en VVE’s willen ook graag zonnepanelen op hun daken leggen. Dat is met de huidige regelingen zoals de zogenaamde “postcoderoosregeling” voor hen te ingewikkeld. Ook in de EU is nadrukkelijk gezegd dat burgers in gestapelde bouw dezelfde toegang moeten hebben tot zonne-energie als mensen in een grondgebonden woning (“winter package”). Om beide redenen én om versneld meer CO2-uitstoot te reduceren zou het dus goed zijn om zonne-energie op collectieve daken te versnellen door een tijdelijke terugleversubsidie van € 0,10 per kWh voor een periode van twee jaar. De ‘contractpartij’ is de woningcorporatie, verhuurder of VVE. Zij kunnen de opbrengsten eerlijk verdelen onder de bewoners en (een deel van) de kosten verrekenen via de servicekosten en/of de huur.
Tot eind 2020 zou deze maatregel tot 500 MWp extra geïnstalleerd vermogen kunnen leiden en in 2020 een extra CO2-reductie tov 1990 van minstens 0,1 Mton.
2. Leasecontracten zonnepanelen op kWh-basis
Bezitters van grote daken willen vaak niet zelf een installatie met zonnepanelen aanschaffen en onderhouden op hun dak, maar willen wel ‘ontzorgd’ worden door een andere partij die de panelen op hun dak neerlegt en dan least aan degene die het dak bezit. Nu kunnen die lease-contracten niet afgesloten worden op basis van de opgewekte kWh, maar moet het op basis van een vast bedrag per jaar. Dit komt doordat er in de wet belasting op Milieugrondslag staat dat er alleen geen energiebelasting hoeft te worden afgedragen als de opwek op het dak gebeurt “voor eigen rekening en risico van de eindgebruiker”. Bij een leaseconstructie heeft de leasemaatschappij (deel van) de rekening en risico en mag er dus niet per kWh worden verrekend. Dat creëert risico’s voor ontwikkelaars, waardoor veel grotere projecten niet doorgaan.
Mogelijk maken dat leasecontracten voor zonnepanelen worden gesloten op KWh basis en het loslaten van de “voor eigen rekening en risico eis” in de Wet Belasting op Milieugrondslag (of via tijdelijke beleidsregels), maakt leasecontracten eerlijker, goedkoper en inzichtelijker.
Tot eind 2020 zou deze maatregel tot 500 MWp extra geïnstalleerd vermogen kunnen leiden en in 2020 een extra CO2-reductie tov 1990 van minstens 0,1 Mton.
3. Dakgebonden systemen als roerend bestempelen
Door zonnepanelen als roerend te zien zullen meer gebouweigenaren medewerking verlenen aan projecten, bijvoorbeeld van burgercoöperaties. Het schept duidelijkheid en voorkomt extra kosten en doorlooptijden voor verkrijgen van opstalrecht.
4. Altijd meetellen zonnepanelen in energielabel
Wanneer een dak door een andere partij dan de gebouweigenaar wordt gebruikt voor een zonneproject (bijvoorbeeld door te leasen aan een postcoderoos-project), telt het PV-systeem niet mee voor het energielabel van het gebouw. Dit maakt gebouweigenaren terughoudend in het ter beschikking stellen van dakruimte: liever ontwikkelen ze er dan in een later stadium een eigen project op. Dit zorgt per saldo voor vertraging.
Als de zonnepanelen op een dak altijd mee mogen tellen voor het energielabel, wie ze dan ook neer heeft gelegd op dat dak, kan dat tot eind 2020 tot 500 MWp extra geïnstalleerd vermogen kunnen leiden en in 2020 een extra CO2-reductie tov 1990 van minstens 0,1 Mton.
5. Voortzetting combinatieregeling zonnepanelen met sanering asbestdaken
De overheid wil dat in 2024 alle asbestdaken zijn verwijderd, maar recent heeft de Eerste Kamer niet ingestemd met wetgeving om dat te reguleren. Men vond 2024 te snel. Wellicht dat het kabinet nu langs andere weg het alsnog aantrekkelijk kan proberen te maken voor Nederlanders om het asbest van de daken te halen, door provinciale regelingen zoals “asbest eraf, zon erop” landelijk uit te rollen. Een nieuw subsidiebudget voor het weghalen van asbestdaken met een stimulans voor het vervangen door zonnepanelen, zou wel eens aan twee kanten tot versnelling kunnen leiden. Dit kan bijv door de SDE+ uit te breiden met deze optie. Verwacht wordt dat dit vooral een positief effect zal hebben op meer zon op staldaken.
Ook hier wordt verwacht dat zo’n regeling tot eind 2020 tot 500 MWp extra geïnstalleerd vermogen zou kunnen leiden en in 2020 een extra CO2-reductie tov 1990 van minstens 0,1 Mton oplevert.
6. Zonnepanelen op overheidsgebouwen
De overheid, zowel nationaal als regionaal en lokaal, beschikt over vele daken, die nog niet allemaal vol liggen met zonnepanelen en/of groene daken. Zelf het goede voorbeeld geven, als je veel verlangt van je burgers, is altijd verstandig.
De vele daken van overheidsgebouwen bieden een goede mogelijkheid voor zonneprojecten: van zelf doen tot het dak ter beschikking stellen aan lokale energiecoöperaties.
Een overheid die de energietransitie serieus neemt en zelfs aan wil jagen, kan natuurlijk zo besluiten om al haar geschikte eigen daken de komende 1,5 jaar vol te leggen met zonnepanelen. Deze PV-projecten kunnen natuurlijk gebruik maken van diverse stimuleringsregelingen (salderen, SDE, PCR etc), maar dat zou niet een noodzakelijke voorwaarde moeten zijn, om aan de slag te gaan.
Ook hier zou extra geïnstalleerd vermogen kunnen leiden in 2020 tot een extra CO2-reductie tov 1990 van minstens 0,1 Mton.
7. Inzetten reservetransformatoren voor het aansluiten van zon- en windprojecten
Door het inzetten van reservetransformatoren (dus het loslaten van de n-1-redundantie-eis) kunnen zon- en windprojecten eerder worden aangesloten op het net, juist waar nu netverzwaring nodig lijkt. In uiterste gevallen wordt het zonne- of windproject kortstondig afgeschakeld. De leveringszekerheid voor derden wordt niet verminderd.
Op dit moment eist regelgeving dat er veel overcapaciteit is in het elektriciteitsnet, opdat er op geen enkel moment even geen stroom is. In het jargon: er geldt nu de standaardeis van n-1 of zelfs n-2 redundantie bij het aansluiten van hernieuwbare projecten. Voor veel wind- en PV-projecten is het niet cruciaal dat hun netbeschikbaarheid 99,99% is; 99% oftewel n-0 zou ook volstaan.
Wanneer in het Noorden de redundantie-eis wordt versoepeld naar n-0 zou 80% van de verzwaringsprojecten van TenneT niet nodig zijn en zouden veel duurzame energieprojecten niet hoeven te wachten. Deze versoepeling zou ook een tijdelijk karakter kunnen hebben.
Een snelle aanpassing van deze eis in de regelgeving zou direct zorgen voor een hogere realisatiesnelheid en -graad van reeds beschikte en nieuwe zon- en windprojecten. Dit levert naar verwachting tot halverwege 2020 tot 3 GWp aan extra aansluitmogelijkheden op.
8. Aanpassing basisbedragen warmte uit biomassa
Het gaat er vooral om dat de subsidies de onrendabele top overbruggen. Gegeven het zeer beperkte aantal aanvragen de laatste jaren op een aantal bio-warmte opties (de warmtestaffel van voorjaar 2018 daargelaten) gebeurt dat momenteel niet. Zowel ISDE als SDE+ doen dat op dit moment niet. Rondes in 2016 en voorjaar 2018 laten zien dat een voldoende aantrekkelijk tarief snel capaciteit mobiliseert, toen is er een groot aantal installaties goedgekeurd. Bij tuinders zijn er voorbeelden van bedrijven die dit voorjaar een subsidiebeschikking kregen, en daar draait de installatie per 1 november. Dus het kan wel, ook op de korte termijn om die 14 procent in 2020 te bereiken.
9. Campagne en verhoging budget ISDE voor kleinschalige warmte
De Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE-regeling) voor kleinschalige duurzame warmte geeft zowel particulieren als zakelijke gebruikers een tegemoetkoming bij de aankoop van warmtepompen, zonneboilers, biomassaketels en pelletkachels. Deze subsidiepot was afgelopen jaar overtekend. Er is veel animo voor. Het helpt mensen om stappen te zetten om hun huis energieneutraal te maken. Bedrijven verduurzamen hun bedrijfspand.
Er is meer ruimte om met deze regeling relatief kosteneffectieve duurzame warmte te realiseren, in combinatie met een wervingscampagne. Verdubbel deze pot komend jaar en combineer dit met veel meer publieke informatie.
10. Extra budget voor woningisolatie
Woningisolatie is een relatief kosteneffectieve manier om CO2 te besparen in de gebouwde omgeving. Eerdere regelingen zoals de SEEH werden ook goed gebruikt en waren snel “leeg”. Heropening van een regeling als de SEEH, inclusief budget á 100 miljoen voor 2019/2020, kan leiden tot meer isolatie en 0,2 Mton extra CO2-besparing. Ook hier zou een extra wervingscampagne helpen om de beoogde versnelling ook daadwerkelijk te realiseren.
11. Verschuiven energiebelasting van elektriciteit naar gas
Versterken van de schuif in de Energiebelasting, zoals voorgesteld in het ontwerp-Klimaatakkoord, variant B in plaats van A. Er is ook verkend in hoeverre de extra schuif in de energiebelasting impact heeft in 2020.