Omgevingswetdag

4 oktober 2017

Van 26 wetten, 60 AMvB’s , 75 Ministeriële Regelingen naar 1 Omgevingswet, 4 AMvB’s en 1 Omgevingsregeling

In september organiseerden Floor de Kleijn (NVDE) en Karen Kooi (NWEA) een Omgevingswetdag, een dag voor de leden, met als doel hen te informeren over de energietransitie en de Omgevingswet.

De dag werd goed bezocht. Er waren organisaties uit de hele sector aanwezig, van projectontwikkelaars tot netbeheerders. Er is duidelijk vanuit alle duurzame energietechnieken interesse in het omgevingsrecht. Terecht, want ondanks dat de invoering van de wet is uitgesteld, krijgen veel partijen nu al te maken met de Omgevingswet.

In het kort: de achtergrond
De Omgevingswet gaat over de fysieke leefomgeving, dit omvat bouwwerken, infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschappen, natuur, cultureel erfgoed en werelderfgoed.

De Omgevingswet heeft twee maatschappelijke doelen:

  • Een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit bereiken en in stand houden.
  • De fysieke leefomgeving doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen om er maatschappelijke behoeften mee te vervullen.

De vier bijbehorende verbeterdoelen:

  • de fysieke leefomgeving samenhangend benaderen
  • de bestuurlijke afwegingsruimte voor de fysieke leefomgeving vergroten
  • de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht vergroten
  • de besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving versnellen en verbeteren

De energiesector zal te maken krijgen met de diverse uitgangspunten van de Omgevingswet:

  • één vergunning, één bevoegd gezag
  • ‘ja, mits’-principe in plaats van ‘nee, tenzij’-principe
  • Zoveel mogelijk regels op één plek
  • Vroegtijdige participatie

Energietransitie en Omgevingswet
Na een algemene inleiding over de achtergrond en de doelen van de wet, werden de deelnemers uitgedaagd om mee te doen met het Omgevingswetspel van Antea. Een soort ganzenbord waarbij de nieuw verworven kennis meteen werd getest. Dit leverde gesprekken op over de invulling van de instrumenten van de Omgevingswet en in hoeverre je als initiatiefnemer daar invloed op kunt uitoefenen (en bij wie je dan moet zijn).
Na de lunchpauze daagde Marjolein Dieperink (Houthoff Buruma) de sector uit om na te denken over wat een adequate vorm van participatie is. Wat doet de sector eigenlijk zelf al aan participatie? Kun je participatie juridifiseren, en zo ja, moet je dat wel willen?
Vervolgens lichtte Helma Kip (Ennatuurlijk) toe wat de wet wel en niet regelt in het kader van de energie infrastructuur. In het bouwbesluit wordt niets meer geregeld over het aansluiten op distributienetten. Gemeenten kunnen hiervoor in het omgevingsplan regels opstellen. Het zou goed zijn, zo bepleitte Helma, als gemeenten energie en klimaat opnemen in hun omgevingsvisie en -plan.

De laatste presentatie ging over de kansen voor de energietransitie vertaald naar de instrumenten van de Omgevingswet. Robbin Knuivers (Ruimtevolk) lichtte toe welke link er is tussen de transitiepaden en de instrumenten van de Omgevingswet en welke keuzes Rijk, provincie en gemeenten kunnen maken in hun omgevingsvisies en – plannen (proactief of terughoudend, globaal of in detail). De aanwezigen werden erop attent gemaakt dat al veel partijen nu al aan de slag zijn met de Omgevingswet, en dat het belangrijk is dat ook de energiesector nu al goed aanhaakt is bij die ontwikkelingen.

Tijdens de gehele dag was het Ministerie van Infrastructuur en Milieu aanwezig om waar nodig één en ander te verduidelijken en het proces nader toe te lichten.


Misschien ook interessant