Het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) presenteren donderdag 16 februari hun analyses van de verkiezingsprogramma’s. De NVDE deed alvast een rondje langs de verkiezingsprogramma’s van GroenLinks, D66, VVD, CDA, SP, ChristenUnie en de PvdA. Wat zeggen de partijen over de standpunten waar de NVDE zich hard voor maakt? Hoe groen scoren zij op de vergelijking?
D66 komt in deze vergelijking als winnaar uit de elektrische bus. Duurzame energie en energiebesparing hebben een duidelijke plek in hun partijprogramma, waarbij ze oog hebben voor de belangrijke rol van de ondernemer hierin. ‘’Door voorop te lopen maken wij het mogelijk voor Nederlandse ondernemers om tot de winnaars van de nieuwe economie te behoren’’, aldus D66. Maatregelen als het voortzetten van de SDE+ en gebouw gebonden financiering moeten hierbij helpen.
Industriële revolutie
Volgens de PvdA vormen de circulaire economie en de energietransitie de industriële revolutie van de 21ste eeuw. Het partijprogramma van de PvdA laat net als die van D66 weinig onbesproken, waaronder het nog beter benutten van de SDE+, de energiebelasting op aardgas verhogen en elektriciteit verlagen en het uitbreiden van de vrijstelling achter de meter. Overigens zijn alle partijen, behalve de VVD, voor een belastingkorting op lokale opwek in bepaalde vorm.
Waar D66 en PvdA winnen in de uitvoerigheid van hun programma, zijn de partijprogramma’s van GroenLinks en ChristenUnie zeker niet minder ambitieus. GroenLinks spreekt van zogenaamde investeringsplannen voor duurzame energie, energiezuinige woningen en het openbaar vervoer. Zo gaat Nederland initiatief nemen voor het Noordzeenet voor schone stroom met omringende landen en komen er zonnepanelen op alle overheidsgebouwen.
In één generatie een volledig duurzame energievoorziening
De ChristenUnie is de meest ambitieuze partij wat betreft klimaatdoelstellingen voor 2030. Daarbij wil de ChristenUnie ‘’samen met ondernemers en burgers in één generatie een volledig duurzame energievoorziening realiseren’’. Opvallend is verder dat de ChristenUnie als enige partij de invoering van een bronbelasting oppert, ook wel het principe ‘de vervuiler betaalt’.
De SP focust zich met name op energiebesparing en (her)gebruik van warmte. Dit uit zich ook in de wens van de SP om hiervoor te gaan sleutelen aan de SDE+ regeling, dit ten koste van de investeringszekerheid van de duurzame ondernemer. Bij de SP staat dan ook de burger centraal, die betrokken moet worden en moet kunnen meeprofiteren van de energietransitie.
Lokaal opgewekt
Het CDA geeft weinig weg over haar standpunten ten aanzien van energiebesparing en duurzame energie. Is dit een gevolg van gemakzucht, desinteresse of wellicht verdeeldheid binnen de partij? Wel is duidelijk is dat het CDA zich vooral focust op lokaal opgewekte duurzame energie, waarbij de burger kan meeprofiteren. Het CDA verwijst ons voor meer informatie naar eerdere standpunten van de partij.
De VVD komt duidelijk het slechtst uit de vergelijking. Men wil zich vooral nergens op vastleggen, zowel in tijdspanne als in doelstellingen. Het aandeel duurzame energie is nog nooit zo hard gegroeid als onder het huidige kabinet, onder andere door het succes van de SDE+ regeling. Toch opmerkelijk dat de VVD de SDE+ ook wil gaan openstellen voor investeringen in innovatie en veelbelovende technieken, en dit het liefst met minder subsidie.