Vandaag publiceerde het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) de analyse van de verkiezingsprogramma’s in een persconferentie, samen met het CPB. Elf partijen lieten hun programma’s doorrekenen, CDA, PVV, SGP en Partij van de Dieren zaten daar niet bij. Het CPB meldt dat de onderlinge verschillen groot zijn, zowel in het type maatregelen dat partijen kiezen, als het effect dat daarmee bereikt wordt.
Het rapport laat zien dat er een groot verschil tussen partijen zit in tempo van de energie-transitie. GroenLinks, D66 en ChristenUnie dragen het meeste bij aan de voortgang van de energietransitie, daarna volgen PvdA, SP en hekkensluiter VVD.
NVDE is blij met deze analyse die laat zien dat een aantal partijen flink geld uittrekken voor de energietransitie, zonder dat de economische groei of werkgelegenheid in het gedrang komt.
Vijf partijen versnellen vermindering van uitstoot van broeikasgassen: GroenLinks het meest, daarna volgen D66, ChristenUnie en in mindere mate SP en PvdA. Deze afname in uitstoot wordt gerealiseerd door het investeren in energiebesparing, hernieuwbare energie en door het sluiten van kolencentrales (volgens het Planbureau een effectief middel voor het reduceren van CO2). Bij VVD wijkt de afname van broeikasgas reductie niet af van het basispad. Dezelfde volgorde van partijen geldt als het gaat om uitgaven aan hernieuwbare energie en energiebesparing.
Tegelijkertijd laat de analyse zien dat er nog een lange weg te gaan is. Een groot deel van de partijen lijkt klimaatdoelstellingen van Parijs niet te halen. De energietransitie zal dus omgezet moeten worden naar een energierevolutie, waarin bedrijven en consumenten (burgers) de ruimte krijgen om hun bijdrage te leveren aan 100% duurzame energie in 2050.
PBL: Duidelijke verschillen in leefomgevingseffecten verkiezingsprogramma´s