Onlangs heeft ECN het conceptadvies basisbedragen SDE+ 2018 gepubliceerd, en de markt gevraagd om reacties. De NVDE heeft de indruk dat over het algemeen de kaders en financiële aannames te scherp zijn neergezet. Daardoor is een reële kans dat er de komende jaren te weinig projecten worden ingediend voor de benodigde eindsprint voor het behalen van de doelen van het energieakkoord en het Urgenda-vonnis. Mede door kostenreducties (waar de NVDE hard aan meewerkt) is er voldoende budget om de doelen te kunnen halen, maar dan zijn er op diverse onderdelen reëlere randvoorwaarden nodig, en meer maatwerk. Daarnaast heeft de NVDE op diverse onderdelen meer specifiek commentaar geleverd.
De SDE+ is ontworpen in een tijd waarin er in elke subsidieronde meer aanvragen waren dan beschikbaar budget. Met de sterk toegenomen jaarlijkse subsidiebudgetten is de kans groot dat binnenkort het beschikbare budget niet meer limiterend is maar het aantal aanvragen limiteert. Dan is het des te belangrijker om een realistisch basisbedrag te schatten: een te laag bedrag leidt tot opdrogen van de pijplijn c.q. een te lage realisatiegraad in aanvragen die een beschikking krijgen; een te hoog bedrag geeft overstimulering.
Eén van de basisregels in de SDE+ is: “Binnen een categorie moet het merendeel van de projecten gerealiseerd kunnen worden met het berekende basisbedrag”. Dit betekent dat er binnen een categorie altijd een zekere mate van heterogeniteit zal zijn: sommige projecten zullen met het basisbedrag nét uit kunnen, sommige niet en andere ruimschoots. Onze algemene indruk is dat met de recente verlagingen van veel basisbedragen er weliswaar nog steeds projecten zijn die hiermee gerealiseerd kunnen worden, maar zeker niet het merendeel. Dit is voor ons een belangrijk punt van zorg, omdat het ertoe kan leiden dat de pijplijn aan projecten onvoldoende gevuld blijft en omdat het de realisatiegraad onder druk kan zetten.
In het algemeen heeft EZ de wens om het aantal categorieën binnen de SDE+ beperkt te houden. Er zijn echter goede redenen waarom nieuwe categorieën in de SDE regelmatig nodig zijn:
- Het vinden van een goede balans tussen het ‘merendeel van de projecten’ en het tegengaan van overstimulering in een markt die groeit en diverser wordt;
- De opkomst van nieuwe technologieën, brandstoffen en marktniches die niet passen binnen de bestaande categorieën.
Wij vinden het dan ook een logische ontwikkeling dat het aantal categorieën in de SDE in de loop der tijd zal toenemen, om recht te doen aan de groei en diversiteit van de hernieuwbare sector, en om met voldoende maatwerk de stimulering effectief én kosteneffectief te houden.
Tenslotte heeft de NVDE specifieke opmerkingen aangedragen over een aantal andere kaders die EZ aan ECN heeft meegegeven, de transparantie in de methodiek voor het berekenen van de correctiebedragen, de rekenmethode voor de basisprijspremie en de aangenomen rentes.