Dieuwertje Wallaart (Jonge Klimaatbeweging): “Jongeren streven naar een energiepositief Nederland in 2040”

14 november 2024

Als voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging geeft Dieuwertje Wallaart jongeren in Nederland een stem in het klimaatbeleid. “Ik zie onszelf als de brug tussen jongeren en de politiek. Dat gaat twee kanten op: wij brengen de stem van jongeren naar de politiek en wij vertellen aan jongeren wat de politiek doet.” Volgens haar moet minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) breder kijken dan haar eigen ministerie. “Het is essentieel dat zij zich realiseert dat ze niet de enige minister is die invloed heeft op het halen van de klimaatdoelen. Ze moet veel samenwerken met collega-bewindslieden – die mogelijk minder ambitieus zijn op klimaatgebied – en daar leiderschap in tonen.”

De Jonge Klimaatbeweging heeft een Jonge Klimaatagenda 3.0, waarin staat hoe jongeren willen dat Nederland er in 2040 uitziet. Wat zijn de grootste verschillen met de huidige samenleving?
“Het grootste verschil is dat wij in 2040 klimaatneutraal willen zijn. Dat betekent dat de wereld om ons heen er behoorlijk anders uit zal zien. De essentie is dat we in 2040 niet langer gericht zijn op korte termijngroei, zoals nu vaak het geval is, maar op brede welvaart. Onze agenda is opgedeeld in zeven thema’s. Binnen elk thema hebben we omschreven wat we willen bereiken. Sommige thema’s zijn erg technisch, zoals energie, industrie en economie. De thema’s onderwijs en voeding zijn breder dan alleen het reduceren van CO2. In 2040 streven we naar een samenleving die in alle aspecten gericht is op duurzaamheid en brede welvaart.”

In het Nationaal Plan Energiesysteem van het kabinet staat dat Nederland in 2050 klimaatneutraal moet zijn. Volgens jullie Klimaatagenda al in 2040. Dat klinkt nog een stuk ambitieuzer. Hoe bereiken we dit doel?
“Het doel om Nederland in 2040 al energiepositief te maken is iets waar wij als jongeren echt naar streven. Het gaat ons om de ambitie: wij willen een ‘1,5-graad-samenleving’ realiseren. Dit betekent dat we de opwarming van de aarde willen beperken tot maximaal 1,5 graad, zoals ook door de wetenschap als noodzakelijk wordt gezien. We zien dat het doel van klimaatneutraliteit in 2050 – zoals dat in het Nationaal Plan Energiesysteem is vastgelegd – eigenlijk al heel krap is: op het randje zelfs. Daarom kiezen wij voor 2040: om de druk en urgentie te verhogen en de ambities verder op te schroeven.”

Onlangs is de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) uitgekomen, waaruit blijkt dat er slechts vijf procent kans is om het klimaatdoel van 55 procent emissiereductie voor 2030 te halen. In een reactie op de KEV noemen jullie het rapport ‘een klap in het gezicht’. Waar ligt jullie grootste zorg?
“Het voelde echt als een klap in het gezicht, ondanks dat we natuurlijk al zagen aankomen dat het niet positief zou zijn. Toen ik het rapport onder ogen kreeg, voelde het als een steen in mijn maag. Het besef dat er slechts vijf procent kans is om de klimaatdoelen te halen, is echt schokkend. De dag ervoor zaten we nog in de Tweede Kamer om te bespreken hoe ernstig de situatie is en hebben we benadrukt dat het huidige beleid niet voldoende is. Na een eindeloze formatie kwamen de vier partijen met een hoofdlijnenakkoord waarin stond dat ze de klimaatdoelen zouden halen. En dan zie je in de begroting en het regeerprogramma dat er juist wordt bezuinigd op klimaatbeleid.”

Waar zou volgens jullie de eerste prioriteit van minister Hermans moeten liggen?
“De minister moet stevig aan de slag met aanvullend beleid. Er komt binnenkort een Voorjaarsnota aan, waarin een grote stap moet worden gezet om richting die 55 procent CO2-reductie te komen. Het is ook essentieel dat ze zich realiseert dat ze niet de enige minister is die invloed heeft op het halen van de klimaatdoelen. Ze moet veel samenwerken met collega-bewindslieden – die mogelijk minder ambitieus zijn op klimaatgebied – en daar leiderschap in tonen. Dat betekent dat ze hen ook moet meenemen in klimaatplannen en ervoor moet zorgen dat andere beleidsterreinen ook bijdragen aan de klimaatdoelen. Daar zal ze veel energie in moeten steken.”

Waar vind je dat de NVDE zich op zou moeten focussen?
“De NVDE speelt een cruciale rol in de huidige transitie naar duurzame energie in Nederland. De organisatie heeft de mogelijkheid om belangrijke signalen af te geven over de keuzes die de politiek maakt en hoe deze keuzes invloed hebben op de sector, vooral met betrekking tot de technische transitie. De overheid is zich bewust van de noodzaak om vaklui en technische professionals in de energietransitie vast te houden, aangezien de kennis en expertise die zij leveren, essentieel zijn voor het behalen van de klimaatdoelen. Als de NVDE doorgaat met het verstrekken van praktische en technische oplossingen, kan de organisatie een belangrijke partner zijn voor zowel de politiek als de industrie in het realiseren van de klimaatdoelen.”

Er is nog 24 megaton CO2-uitstootvermindering extra nodig om het klimaatdoel te halen. Wat zijn jullie voorstellen om dit ‘gat’ te dichten?
“Momenteel zijn we druk bezig met de vraag waar die extra uitstootvermindering vandaan moet komen. Ik hou daarover nog even de kaarten tegen de borst, want op 20 november organiseren we onze Jongerentop. Daar leggen we deze vraag voor aan alle deelnemers. We hebben een aantal onderhandelingstafels gepland. Hierin bespreken we verschillende beleidslijnen uit de Klimaat- en Energieverkenning (KEV), maar kijken we ook breder naar aanvullende maatregelen. We willen concrete voorstellen ontwikkelen en puzzelen over hoe we die extra 24 megaton reductie kunnen bereiken. Dat is een complexe en technische opgave. We zoeken daarom naar een manier om jongeren – die niet allemaal even diep in de technische details zitten – toch effectief over deze onderwerpen te laten onderhandelen.”

Uit een inventarisatie van bedrijven voor zonnepanelen, warmtepompen, isolatiemaatregelen en warmtenetten bleek dat driekwart van hen verlies van banen vreest. Dit maakt een toekomst in de energietransitie duurzame energiesector voor veel jongeren onzekerder, terwijl we die hard nodig hebben om de transitie te laten slagen. Wat kunnen we doen om jongeren toch naar deze sector te trekken?
“Volgens mij is deze onzekerheid in de markt vooral het gevolg van de huidige beleidsrichting: veel normerende prikkels worden geschrapt, omdat de overheid niets verplicht wil stellen. Tegelijkertijd worden er ook subsidies teruggedraaid, aangezien de overheid geld nodig heeft voor andere zaken. Dit zorgt voor onzekerheid in de markt, wat impact heeft op jongeren. We hebben stabiel en betrouwbaar beleid vanuit de overheid nodig, zodat de markt daarop kan inspelen. Als dat gebeurt, komen jongeren echt wel naar deze sectoren.”

Parallel aan jullie Jongerentop wordt nu de grootste VN-klimaatconferentie ter wereld – de COP 29 – in Baku gehouden. De JKB gaat hier elk jaar naartoe. Vorig jaar ben je er ook geweest. Wat is je het meest bijgebleven? Was je positief over de uitkomst?
“Mijn ervaring in Dubai was intens. Ik ging er vorig jaar met een open blik naartoe, omdat ik nog nooit eerder zoiets groots had meegemaakt. Het voelde als een diplomatieke tsunami die over me heen kwam. Wat me snel duidelijk werd, is hoe complex de organisatiestructuur is om zoveel landen überhaupt om tafel te krijgen. Wat betreft de uitkomst: in Nederland waren de reacties positief, maar voor ons voelde het eigenlijk dubbel. In die laatste twee dagen is er ongelofelijk hard gewerkt om er iets positiefs van te maken en een akkoord te sluiten. Het probleem blijft: zelfs dat akkoord brengt ons nog niet dichter bij de 1,5-graaddoelstelling. Als het hoogst haalbare resultaat op een COP nog steeds onvoldoende is, hoe blijf je dan de hoop behouden?”

Hoe blijven jullie dan de hoop behouden?
“Er is geen andere optie. Waarom zouden we ons anders nog inzetten voor het klimaat? Daarnaast helpt het enorm om bij een organisatie als de Jonge Klimaatbeweging actief te zijn. Ik haal veel kracht uit het enthousiasme van de mensen om mij heen – die elke dag aan de slag gaan om de klimaatambitie nog wat verder op te krikken.”

Welke boodschap brengen jullie dit jaar naar Baku? Wat hopen jullie te bereiken?
“Dit jaar ligt de focus op klimaatfinanciering. Een belangrijk onderwerp is het nieuwe klimaatfinancieringsdoel (NCQG). Hierin staat hoe de meer welvarende landen de opkomende landen – die het hardst geraakt worden door klimaatverandering – financieel kunnen ondersteunen bij klimaatmitigatie en -adaptatie. Het is cruciaal dat er een ambitieus akkoord wordt bereikt over deze financiering, omdat volgend jaar de nieuwe klimaatdoelen voor 2030 en 2050 op de agenda staan. Als er dit jaar geen vooruitgang wordt geboekt, wordt het nog lastiger om ambitieuze doelstellingen te halen. Veel landen zijn namelijk afhankelijk van deze financiering om hun klimaatdoelen te behalen. We proberen de Europese Unie aan te moedigen om vooruitgang te boeken. We moeten erkennen dat de EU, en vooral landen als Nederland, een historische verantwoordelijkheid hebben. Dat gaan we aan op de COP aan onder andere minister Hermans proberen duidelijk te maken.”
“Daarnaast proberen we de dialoog over fossiele subsidies verder te brengen. Oud-klimaatminister Jetten heeft een internationale coalitie voor het afbouwen van fossiele subsidies in het leven geroepen. Het is een kans voor minister Hermans om haar diplomatieke invloed in te zetten en haar ambities te tonen door deze coalitie ambitieuzer te maken.”

Hoe duurzaam woon en reis je zelf?
“Ik ben nog student en heb geen breed inkomen, waardoor ik me geen eigen huis of auto kan veroorloven. Ik maak vooral gebruik van het openbaar vervoer en ik woon in een kamertje van tien vierkante meter. Hoewel mijn woning niet goed geïsoleerd is en ik geen zonnepanelen op het dak heb, denk ik dat mijn ecologische voetafdruk hierdoor toch relatief klein is!”


Misschien ook interessant