“Het rapport van Draghi is een klaroenstoot over urgentie, maar ook geen enkele reden om onszelf de put in te praten. Er zijn heel veel redenen om optimistisch te zijn, over alles wat we hier kunnen. En dat is in de eerste plaats de energietransitie zelf. Vorig jaar investeerde Nederland maar liefst 25 miljard euro in de energietransitie en het grootste deel van die investeringen werd gedaan door bedrijven. De energietransitie zelf is een van de economische motoren van Europa en ook van Nederland geworden. Volgens het Internationaal Energieagentschap kwam zelfs veertig procent (ruim dertig procent, red) van de economische groei in Europa door investeringen in de energietransitie. Het is serious business geworden.

In de tweede plaats is alles wat wij doen voor duurzame energie – en dat geldt ook voor energiebesparing – meteen goed voor onze energieonafhankelijkheid. En het is ook goed voor economische activiteiten in Europa, in plaats van geld besteden aan de import van fossiele energiebronnen uit andere landen. Toevallig pleit Draghi voor 450 miljard euro investeringen in de energietransitie, inclusief mobiliteit. Dat is fenomenaal veel geld. Tegelijkertijd is het zo dat vorig jaar de Europese Unie voor ook 450 miljard euro importeerde aan steenkolen, aardolie en aardgas. De investeringen in de energietransitie zijn precies hetzelfde als wat Draghi zegt dat nodig is om een een concurrerend duurzaam energiesysteem in Europa zelf op te bouwen. In de derde plaats is het belangrijk om te bedenken dat de transitie vertragen nooit een oplossing kan zijn om de winnaar van de toekomst te worden.“