Op 13 en 14 juni vonden de jaarlijkse WindDays plaats in Rotterdam. Uit de hele sector waren mensen aanwezig om de toekomst van windenergie te bespreken. Verspreid over 30 sessies spraken 125 experts over het thema ‘Wind: Europe’s future energy supply’. Het gesprek van de dag? Het klimaatakkoord.
De eerste conferentiedag werd geopend door astronaut André Kuipers. Aan de hand van indrukwekkende foto’s en video’s vanuit ruimtestation ISS toonde hij de zaal de effecten van klimaatverandering.
Elektrificatie van de industrie bleek een belangrijk thema. Mel Kroon, CEO van TenneT, stipte dit zelfs aan als een van de ‘key ingredients’ voor de energietransitie. Elektrificatie draagt bij aan CO2reductie én biedt TenneT mogelijkheden om het net te stabiliseren. Wat Kroon betreft krijgt uitrol van duurzame energie in combinatie met elektrificatie dan ook een belangrijke rol in het klimaatakkoord. Om ook meer elektriciteit uit te kunnen wisselen met andere landen kondigde hij bovendien twee studies aan met innogyen Vattenfallnaar interconnectors op de Noordzee.
Na de openingssessie gaf Olof van der Gaag, directeur van de NVDE, een update over de stand van zaken rondom het klimaatakkoord. De focus op CO2en kosteneffectiviteit maakt dat de duurzame energiesector moet concurreren met technieken als CCS. De inzet van de NVDE is daarom het doorzetten van de wind-op-zee-aanpak in andere sectoren, om zo de kosten te reduceren. De NVDE wil daar concrete afspraken over maken.
Verder constateerde Van der Gaag dat naar mate de kosten van duurzame energie dalen, “de tegenstanders overstappen op het volgende argument: de inpassing”. In het klimaatakkoord moeten we daarom afspraken maken over de inpassing van windenergie in de ruimte en het elektriciteitssysteem, zo legde Van der Gaag uit. Daarnaast zet de NVDE in op goede afspraken over participatie van bewoners en over de arbeidsmarkt voor technisch personeel.
Goed nieuws voor de windsector kwam van het Rijksvastgoedbedrijf. Zij willen actief gaan inzetten op het tenderen van rijksgronden voor duurzame energie (wind- en zonne-energie). Het Rijksvastgoedbedrijf (goed voor zo’n 400.000 hectare rijksgrond) gaat daarvoor samenwerken met Rijkswaterstaat. Ook gaat het Rijksvastgoedbedrijf met lokale overheden aan de slag om aansluiting te vinden bij de Regionale Energie Strategieën (RES), waar uiteindelijk ook de rijksgronden voor duurzame energie een plek in moeten krijgen.