Omwonenden profiteren tegenwoordig financieel mee bij alle nieuwe grote wind-op-landprojecten. Dit blijkt uit onderzoek van de NVDE naar participatie bij windprojecten op land. Deze grote projecten leveren meer dan de helft van al het windvermogen op land dat in ontwikkeling is.
Eind december is het ontwerp voor het Klimaatakkoord gepresenteerd. Zon en wind maken daarin een grote sprong: in 2030 leveren zij samen 70% van de Nederlandse elektriciteit. Dat is nu nog 14%. Ondertussen stijgt de vraag naar elektriciteit ook nog; bijvoorbeeld door elektrische auto’s, warmtepompen en elektrificatie in de industrie.
Die ontwikkeling gaat niet vanzelf. De kosten zijn al spectaculair gedaald en moeten nog verder dalen. Tegelijkertijd is het erg belangrijk dat de vrolijkheid in de omgeving over deze projecten toeneemt. Daarom is er bijvoorbeeld afgesproken dat de lokale participatie bij hernieuwbare energieprojecten wordt versterkt. Het streven is dat 50% van de hernieuwbare energieproductie in handen is van de lokale omgeving, met lokaal maatwerk. Daarbij kunnen we gelukkig voortbouwen op de praktijk die er nu al is, met name in de windsector waar al een gedragscode bestaat. “Van onderaf opbouwen, draagvlak creëren, dat is een belangrijke voorwaarde om windenergie te kunnen laten slagen. Het sleutelwoord is participatie,” beaamde Jop Fackeldey zaterdag 23 februari tegen de NOS. Hij is voorzitter van de energiecommissie van alle gedeputeerden.
Burgerparticipatie is onder te verdelen in twee varianten: procesparticipatie en financiële participatie. Bij procesparticipatie gaat het om verschillende vormen van inspraak van- en overleg met belanghebbenden, zoals informatie- of inspraakavonden en de mogelijkheid tot deelnemen aan klankbordgroepen. In alle lopende wind-op-landprojecten is dit georganiseerd. Dat is ook vastgelegd in de gedragscode wind op land, betrokken overheden sturen er op, de omgeving vraagt erom en het is vastgelegd in ruimtelijke inrichtingsprocedures. Het is goed om hier steeds beter van te leren wat werkt.
Naast procesparticipatie bestaat er ook financiële participatie. Duurzame energie is belangrijk voor een duurzame toekomst en heeft over het algemeen veel steun. Maar wanneer het project dichterbij komt, is het belangrijk dat de omgeving ook financieel mee profiteert. Een veelvoorkomend voorbeeld is het omgevingsfonds. Bij zo’n omgevingsfonds stort de initiatiefnemer van het project geld in een fonds waarmee omwonenden worden gecompenseerd voor de mogelijke nadelen of bezwaren bij het project. Dit fonds wordt aangewend om projecten te realiseren die de leefbaarheid van de omgeving ten goede komen.
De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) heeft acht wind-op-land-projecten onderzocht die vanwege hun omvang (>100MW) onder de Rijkscoördinatieregeling (RCR) vallen. Van deze projecten is veel informatie openbaar en vanwege hun aandeel in het geheel biedt het een inkijk in de stand van zaken. Deze acht projecten vormen samen ruim de helft van het totale vermogen wind op land dat in ontwikkeling is: 1982,7 Megawatt van het totaal van 3618 Megawatt (MW).
Zeven van de acht projecten hebben een omgevingsfonds of zijn dat aan het ontwikkelen. Goede voorbeelden van gerealiseerde projecten zijn zonnepanelen op de daken van Katwijkse reddingposten, een bijdrage aan een jaarlijks wijkfeest in Nijmegen-Noord, zonnepanelen voor basketbalvereniging Grasshoppers in Katwijk of een bijdrage aan de aanleg van een glasvezelnetwerk in Reeth.
Naast omgevingsfondsen zien we een snelle groei van het aantal energiecoöperaties. Dat zijn er inmiddels al honderden. Steeds meer mensen nemen zelf initiatief om duurzame energie op te wekken: op hun eigen dak – op een groot dak in de buurt of in de vorm van een wind- of zonproject in de omgeving. Deelnemers hebben zelf zeggenschap en hebben de kans om mee te profiteren maar nemen ook een financieel risico. Bij vijf van de acht onderzochte grote windprojecten is een energiecoöperatie betrokken.
Kortom: bij alle grote wind-op-landprojecten doet de omgeving dus mee. Zeven van de acht keer is er een omgevingsfonds en vijf van de acht keer is er een energiecoöperatie betrokken. We zijn er nog lang niet maar deze trend stemt wel optimistisch. Windmolens en zonnepanelen zijn altijd al duurzaam geweest. Betaalbaar zijn ze snel aan het worden. En nu groeit ook de sociale bijdrage die duurzame energie kan leveren aan de omgeving. Ook voor de energietransitie geldt: alleen ga je misschien kortstondig sneller, maar samen kom je verder.
Olof van der Gaag
Directeur Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE)
Lees hier het hele onderzoek: Onderzoek NVDE participatie wind op land