Berend de Vries, VNG en wethouder Tilburg: zorgvuldig regionaal proces geeft later tijdwinst voor zon- en windprojecten

11 juli 2019

Burgerparticipatie levert geld en eigenaarschap op. Mensen zeggen ‘die is van mij’, in plaats van ‘ik vind die molen lelijk’, volgens Berend de Vries, vicevoorzitter VNG-commissie Economie, Klimaat, Energie en Milieu en wethouder in Tilburg voor energietransitie. Het is goed om iets meer tijd te nemen voor de Regionale Energiestrategieën, vindt hij, vanuit de verwachting dat wind- en zonneprojecten daardoor in de uitvoering sneller aangelegd kunnen worden. De Vries herkent de veelkleurigheid waar de VNG mee te maken heeft in de inbreng van de NVDE voor het Klimaatakkoord. “Ook wij vertegenwoordigen een breed belang, breder dan alleen de gemeentelijke organisaties.”

Wat vindt u het mooie van de energietransitie?
“Ik ben negen jaar wethouder en vanaf het begin betrokken bij het thema energie. Het is veranderd van een pioniersonderwerp in een issue dat breed op de maatschappelijke agenda staat. De dynamiek is door het Klimaatakkoord heel positief. Er zijn ook veel initiatieven vanuit burgers. Het thema is levensvatbaar in deze gevorderde fase en dat sterkt mij in de gedachte dat we ver kunnen komen in de opgave voor hernieuwbare energie op land. In Tilburg is bijvoorbeeld een burgerwindpark met vier molens in de maak. Het beton van de fundamenten is as we speak aan het uitharden. Dit is meer dan een paar zonnepanelen. Dit is grote-jongens en -meisjeswerk.”

Wat levert de transitie burgers op?
“Bij burgerparticipatie levert het geld en eigenaarschap op. Mensen zeggen ‘die is van mij’, in plaats van ‘ik vind die molen lelijk’. Deze vier molens zijn er zonder enig bezwaar gekomen. Dat is best uniek. En ook een grotere windproject is er zonder juridisch gedoe gekomen. We hebben goed gekeken naar issues zoals slagschaduw. Daardoor is de acceptatiegraad hoger. Die kant zal ook het ook op moeten.”

Wat vindt u van het Klimaatakkoord?
“Ik ben onderdeel van het onderhandelingsteam. Het VNG-bestuur moet nog positie innemen en de leden spreken zich in het najaar uit. Onze belangrijkste punten staan er in. De rol van gemeenten en medeoverheden is scherper meegenomen en uitvoerbaarheid heeft meer een plek gekregen in het proces. In het eerdere Energieakkoord stond vooral wat we gaan doen. Nu is er meer aandacht voor hoe we het gaan doen. De Regionale Energiestrategieën (RES) zijn onderdeel van het akkoord. Het is belangrijk dat er erkenning is dat het complexer is dan ‘eventjes een bestemmingsplan wijzigen en een windmolen plaatsen’. Ook in de gebouwde omgeving is de uitvoeringskant nadrukkelijk aan de orde geweest. Bijna alle gemeenten hebben ambities in het klimaatneutraal maken van gebouwen. Het moet haalbaar zijn voor burgers om de stappen te zetten die van hen verlangd worden. Je kan als wethouder wel voor een zaal gaan staan, maar als je de mensen niet meekrijgt, wordt het moeilijk.”

Is het een hakken-over-de-sloot akkoord wat betreft het halen van de doelen? Gaan we jaarlijks bijsturen?
“Bij het Energieakkoord was dat ook zo: elk jaar na de Nationale Energieverkenning (NEV) moet er iets aanvullends. “De doelen zijn binnen bereik,” was de gevleugelde uitspraak. Ik verwacht dat dat niet anders zal zijn bij het Klimaatakkoord. De afspraken moeten in de praktijk bewezen worden. Maar het is onverstandig om op voorhand te zeggen dat we elk jaar zullen moeten bijstellen. De lessen die we leerden bij het Energieakkoord, kunnen we nu meenemen.”

U bent vicevoorzitter van de commissie Economie, Klimaat, Energie en Milieu van de VNG. Hoe krijgt u vanuit de VNG al die veelvormige gemeenten mee in de energietransitie?
“We zijn al lang geleden begonnen om gemeenten te informeren en hebben regionale bijeenkomsten georganiseerd. We zijn al aan de slag in de geest van het Klimaatakkoord. Die 30 regio’s die een Regionale Energiestrategie (RES) gaan ontwikkelen zijn al aan de slag. Dit vraagt relatief veel van een koepelorganisatie. Waterschap, gemeente, provincie en liefst ook het Rijk moeten zoveel mogelijk als één overheid opereren, bijvoorbeeld rond de ruimtelijke inpassing. In het verleden wilde de gemeente Amsterdam windmolens en de provincie hield dat tegen. Dat wil je voorkomen. Zonder de democratische legitimiteit te veronachtzamen.”

Tilburg is koploper in het verduurzamen van woningen. Hoe heeft Tilburg het aangepakt om mensen mee te krijgen?
“We hebben in Tilburg een lange traditie om afspraken te maken met woningcorporaties, bijvoorbeeld over het verduurzamen van 4000 corporatiewoningen. In een stad met 30.000 huurwoningen is dat een relevant aantal. Toen er naar aanleiding van het Energieakkoord energieloketten moesten komen, deden wij dat redelijk recalcitrant meteen in de wijken. Daar hebben we minder resultaat geboekt dan we hoopten. We hebben leergeld betaald en dat helpt om nu sneller resultaat te boeken. We nemen kennis van wijken mee, en kijken ook naar de verschillende leefstijlen van mensen.”

Hoe kunnen we zorgen dat burgers meer ontzorgd worden?
“Dat is een taak die deels bij de overheid belegd kan worden. Mijn persoonlijke ervaring is dat het legitimatie biedt als de overheid een rol heeft in het ontzorgen. Er zijn ook veel partijen in de markt actief met ontzorging en dat is goed, maar burgers zien soms door de bomen het bos niet meer. Er is niet één antwoord hoe dit vorm te geven. In de ene wijk is meer behoefte aan ontzorging dan in een andere en de vraag van burgers verschilt. Het helpt om hier zicht op te hebben. Het zou helpen als er standaardsuggesties komen, per woningtype en bouwjaar. Je hoopt dat het bijna net zo eenvoudig wordt als een nieuwe cv-ketel. Aanbod van verschillende bedrijven is niet altijd honderd procent vergelijkbaar, maar de diversiteit van het aanbod is nu erg groot. Dat helpt niet om aan de keukentafel een beslissing te nemen. Zo’n stroomlijning van het aanbod gaat er wel komen, als de vraag groeit.”

Het Tilburgse Spoorpark is net geopend. Initiatiefnemers noemen het ‘het grootste burgerinitiatief van Nederland’. Wat valt ervan te leren voor burgerinitiatieven op het gebied van duurzame energie?
“De bestuurskracht van dit initiatief was relatief groot, dus er was weinig extra nodig om dit te ondersteunen. Bij andere initiatieven waren we helpender. Voor het burgerwindpark heeft de gemeente bijvoorbeeld de MER-procedure geregeld en gefinancierd. Dat was een te grote last in de beginfase voor de groep burgers. Bij alle burgerinitiatieven moet de vraag welk deel van de opgave nog bij de overheid ligt, scherp beantwoord worden. De gemeente moet niet het initiatief overnemen! Dan is het risico dat de overheid het doodknuffelt. Je moet die balans goed aanvoelen.”

Het warmtenet in Tilburg wordt nu nog gevoed door de Amer(kolen)centrale. Welke duurzame bron zou het Amernet op termijn kunnen gaan voeden?
“Er wordt naar meerdere bronnen gekeken: restwarmte van de industrie, geothermie, aquathermie, biomassa. Een range van opties is in beeld, met mitsen en maren. De prikkel om te verduurzamen komt nu door druk van het Rijk om te stoppen met kolen. De centrale moet dicht of moet helemaal overstappen op biomassa. We spreken erover met de exploitant van het warmtenet en met bedrijfsleven en overheden, inclusief de provincie. Hier moeten we echt samen de regie voeren want het raakt ook de kassen, Breda, Tilburg, kleinere gemeenten. Ik zie analogie met het Klimaatakkoord: deze transitievraag moeten we met meerdere partijen beantwoorden.”

Wat vindt u van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE)?
“Ik ben positief over de NVDE. Complimenten voor Olof van der Gaag, die bij mij aan de elektriciteitstafel zat. Hij is steeds op zoek naar hoe we het opgelost krijgen. Het helpt dat de belangen die de NVDE vertegenwoordigt breder zijn dan alleen van de energieproducenten. Dat maakt het gesprek met ons makkelijker. Ook wij vertegenwoordigen niet alleen de gemeenten als organisatie, maar ook de inwoners en netwerken van bedrijven. Ik herken de veelkleurigheid waar wij mee te maken hebben in de inbreng van de NVDE. Ik merkte dat anderen niet altijd duidelijk hebben namens wie de NVDE precies spreekt. MKB Nederland en VNO-NCW hebben die onduidelijkheid soms ook.”

Hoe ziet u de rol van gemeenten in het vinden van ruimte voor zon- en windenergie?
“Die is ingebed in de Regionale Energiestrategieën. Er is een nationale opgave van 35 TWh verdeeld over 30 regio’s, waarin naast gemeenten ook provincies en waterschappen samenwerken. Die overheden betrekken allerlei stakeholders, zoals bedrijven, natuur- en milieuorganisaties en energiecoöperaties, in het inpassen van deze opgave in ons landschap. Er zullen zoekgebieden uitkomen voor windmolens of zonneweides. Dit wordt uitgewerkt in omgevingsplannen, waarna de initiatiefnemers de projecten kunnen realiseren. De vorm van deze regionale samenwerking verschilt van plek tot plek in ons mooie land. In eigen regio werken we erg vanuit het landschap, doordat er veel natuurgebieden om Tilburg heen liggen.”

Waarom vroeg de VNG om een half tot een heel jaar uitstel van de Regionale Energiestrategieën?
“We hebben nu anderhalf jaar tijd. Het vaststellen van de RES door gemeenteraden, Staten en algemene besturen vraagt een zorgvuldig proces. Mede omdat er halverwege mogelijk nog een verdelingsvraagstuk bijkomt, als blijkt dat we op nationaal niveau de opgave niet halen met de voorstellen die regio’s in hun conceptbod doen. We nemen hier iets meer tijd voor, vanuit de hoop en verwachting dat dat in de uitvoering tijdswinst oplevert. Op projectniveau kun je dan sneller.
De eerdere windopgave in het Energieakkoord is niet zo vormgegeven, maar meer vanuit de initiatieven. Dat leverde soms behoorlijke spanning op tussen gemeenten en provincie, of tussen omgeving en gemeente. Door deze tussenstap, op regionaal niveau, hopen we dat te voorkomen.”

In hoeverre zijn uw eigen huis en auto duurzaam?
“In de stad ga ik vaak op de fiets. Het OV is de tweede optie, of één van de elektrische auto’s die hier voor de regio staan. Maar ik zit ook af en toe in een dienstauto. Onze privéauto gebruik ik zakelijk niet. Dat is een hybride. De volgende is een elektrische, hebben we al besloten. Ik sta met één been in de oude wereld en met één in de nieuwe. We hebben zonnepanelen op het dak.
Ons huis uit de jaren zestig is nu stapsgewijs verduurzaamd. We zijn begonnen met isoleren. De schil is op orde en er is vloerverwarming waar dat technisch kon. Als de cv-ketel een keer vervangen moet worden, dan kan de vloerverwarming op lage temperatuur gevoed worden. Dus we zijn nog niet van het gas af, maar de voorbereidende stappen zijn gezet.”


Misschien ook interessant