Door duurzame voorwaarden te stellen aan de coronasteun voor bedrijven, kan Nederland groener uit de crisis komen, vindt Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid van GroenLinks. Ze ziet kansen, bijvoorbeeld doordat we gewend raken aan gedeeltelijk thuiswerken. We hebben maar vijf procent minder verkeer in de spits nodig om de files te voorkomen. Openbaar vervoer moet de ruggengraat zijn van het vervoerssysteem van de toekomst. ‘Het wordt in de toekomst een stuk fijner in de stad,’ zegt ze. Een belangrijk instrument om daar te komen is een kilometerheffing, waarbij je meer betaalt in de spits en met een vervuilende auto. Kröger ziet kansen om de verschillende uitdagingen aan elkaar te knopen: corona, energie, stikstof en luchtverontreiniging. ‘We moeten de gezondheidswinst van elektrische auto’s meer benadrukken.’
Bijna alle bedrijven in de duurzame energie- en mobiliteitssector verwachten door de coronacrisis een negatief effect op de klimaatdoelen. Hoe moeten we verder?
‘Het kabinet neemt allerlei maatregelen om bedrijven te steunen. Het is belangrijk dat we ook duurzaamheidvoorwaarden stellen aan die steun, zodat we ook juist de transitie die we nodig hebben een zet geven. Het is heel erg vervelend dat bedrijven die zo hard bezig zijn met de transitie naar een duurzame economie nu vaak in de problemen komen. We moeten vertraging van die transitie zoveel mogelijk voorkomen.’
Welke kansen ziet u om duurzamer uit de coronacrisis te komen?
‘GroenLinks wil graag groener uit deze crisis komen. Klimaat, stikstof, aan alle kanten liep de oude economie vast. Deze crisis kan ook een katalysator zijn, maar dan moeten we zaken slim combineren. Kiezen voor maatregelen die CO2 en stikstof reduceren, en goed zijn voor de gezondheid en leefbaarheid. Bij mobiliteit komt dat allemaal samen. Hoe zorgen we er voor dat we kiezen voor de meest duurzame vorm van vervoer: wandelen, fietsen, OV en elektrisch rijden?
Om uit de crisis te komen moet er veel geïnvesteerd worden. Wat GroenLinks betreft stellen we voorwaarden aan grote bedrijven die nu uit de brand worden geholpen, bijvoorbeeld bij KLM. Ook zal er waarschijnlijk veel geld beschikbaar komen vanuit de EU voor herstelmaatregelen. Wij willen dat dit geld wordt besteed aan duurzame investeringen. Dat helpt bij het voorkomen van de klimaatcrisis, zorgt voor werkgelegenheid en helpt de economie weer op gang komen. Gelukkig is hier ook veel draagvlak voor: het Europees Parlement en veel Europese ministers bijvoorbeeld, en zelfs grote investeerders willen groene herstelmaatregelen. GroenLinks zal erop aandringen dat dit ook echt gebeurt.’
Onder andere de duurzame mobiliteitssector krijgt een flinke tik door corona. Waar ziet u oplossingen?
‘Als we naar honderd procent emissievrije nieuwe auto’s willen in 2030, dan moeten we meer doen, niet minder. Dat kan door belastingkortingen en subsidies, maar ook door ambitieuze eisen aan de sector te stellen om voor een groter aandeel emissievrij te worden. De overheid moet ook in haar eigen aanbestedingsbeleid het goede voorbeeld hierin geven.’
En de laadinfrastructuur?
‘Het is belangrijk dat we de transitie naar emissieloos vervoer doorzetten. Het uitrollen van laadinfrastructuur is daar een heel belangrijk onderdeel van. De uitrol van de laadinfra moet voor blijven lopen op de groei van het aantal elektrische auto’s. Het rijk voert hier regie, maar lagere overheden moeten het wel uitvoeren. Op openbare plekken, bij nieuwe woonwijken, overal moet genoeg plek zijn om te laden. Electrische deelauto’s bieden een geweldige kans om te verduurzamen, maar daarvoor moet nog heel veel gebeuren.’
Thuiswerken blijkt opeens op grote schaal te kunnen; online vergaderen ook. Denkt u dat er een blijvend effect hiervan zal zijn?
‘Ja zeker. Dat hoop ik in elk geval wel. Dat coronavirus is voorlopig nog niet de wereld uit. We hebben hier mogelijk nog ruime tijd mee te maken en daarom moeten we voor langere tijd voorkomen dat mensen elkaar besmetten. Iedereen die op een kantoor werkt, zou dat ook één of twee dagen vanuit huis kunnen doen. Dan is het minder druk op kantoor, minder druk in het OV en kunnen we afstand blijven houden. Dat betekent dan ook minder files, minder energieverbruik in de hele mobiliteit, minder luchtvervuiling en minder reistijd. Ik denk dat mensen hun collega’s inmiddels wel missen, maar velen zien ook wel de voordelen van iets minder op kantoor en iets vaker thuis werken. We hebben ons werk er inmiddels op aangepast, nieuwe afspraken gemaakt, geleerd om online te vergaderen. We hebben maar vijf procent minder spitsverkeer nodig om alle files op te lossen!’
Wat voor beeld heeft u van het leven in de stad van de toekomst?
‘Ik denk dat in de toekomst de auto een veel minder prominente plek inneemt, zowel op de weg als wat betreft parkeren. Er zal meer ruimte komen voor fietsers en voetgangers. Daarnaast hoop ik op een heel betaalbaar en toegankelijk openbaar vervoer voor iedereen. De auto’s die we hebben, zijn elektrisch. Er zal meer ruimte zijn in het straatbeeld. Het is ook van groot belang dat de verkeersveiligheid verbetert. Luchtverontreiniging en stikstof hebben we dan wél onder controle. Kortom: het is in de toekomst een stuk fijner in de stad dan nu. De compacte steden zullen goed ontsloten kunnen worden met openbaar vervoer. De uitdaging wordt om ook buiten de grote steden te zorgen voor goed openbaar vervoer, elektrisch en op afroepbasis. Ook zelfstandig rijdende voertuigen bieden spannende kansen. Daar kunnen we bij grote wegprojecten nu al op anticiperen.’
Mobiliteit is verantwoordelijk voor zo’n 20 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Hoe moet dat anders?
‘Het is belangrijk om te investeren in betaalbaar openbaar vervoer voor iedereen, als ruggengraat voor ons mobiliteitssysteem. We moeten vaart zetten achter de transitie naar elektrisch rijden. We moeten een helder doel stellen: wanneer zijn we klaar met de fossiele auto? Dit is natuurlijk een spannende vraag. Elektrisch rijden moet zozeer groeien dat het geleidelijk de fossiele auto’s gaat vervangen. De markt moet daarvoor aangewakkerd worden. Gemeenten doen dat al, bijvoorbeeld met milieuzones in het centrum waar vervuilende auto’s niet mogen komen. Hiermee geef je een signaal dat de fossiele auto gaat verdwijnen. De mensen die de komende vijf jaar een besluit gaan nemen over een auto moeten snappen dat fossiele auto’s geen toekomst hebben. De biobrandstoffen bijmengverplichting werkt juist averechts: daardoor maken we de fossiele optie kunstmatig een beetje schoner. Nederland zet nu teveel in op biobrandstoffen voor personenauto’s, omdat andere dingen niet lukken. Dat vind ik heel zorgelijk. We moeten van de eerste generatie biobrandstoffen af. Zeer geavanceerde biobrandstoffen zouden wel nog een rol kunnen spelen in lucht- en scheepvaart.’
Wat vindt u van het huidige kabinetsbeleid rondom elektrisch rijden?
‘Je ziet op meer terreinen op klimaatgebied dat er wel een ambitieus doel wordt gesteld, maar dat niet het beleid wordt uitgestippeld om het ook te halen. Dat is tweeslachtig. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het doel om in 2030 alleen nog maar elektrische nieuwe auto’s te verkopen. In de coalitie zit er spanning op de steun voor elektrisch rijden, waardoor er een zwalkend beleid gevoerd wordt. Zo is er opeens veel aandacht voor waterstof voor personenauto’s. En men maakt zich zorgen over het mislopen van benzineaccijns.’
Onlangs is de subsidie voor elektrische auto’s aangekondigd. Wat vindt u ervan?
‘Ik denk dat de subsidie een goede stimulans gaat geven. Het wordt beter dan hoe we elektrisch rijden de afgelopen tijd hebben gestimuleerd, namelijk met name door regelingen voor het allerduurste segment van elektrische leaseauto’s. Nu is het zaak om vooral goed te kijken naar hoe we de tweedehands markt kunnen verbeteren. Ik hoop dat de pot niet te snel leeg is.’
Wat wordt de inzet in het volgende verkiezingsprogramma van GroenLinks?
‘De programmacommissie is al druk bezig maar daar kan ik nog niet zoveel over zeggen. We zullen zowel inzetten op het stimuleren van elektrisch rijden als op het uitfaseren van fossiele auto’s. Die twee moeten elkaar versterken. Het is niet genoeg om alleen elektrisch te stimuleren. Om het doel van honderd procent elektrische nieuwverkoop in 2030 te halen, zijn echte maatregelen nodig waarmee we het doorrekenbaar gaan halen. Het belangrijkste instrument wordt een kilometerheffing, waardoor we gaan betalen naar gebruik.’
Hoe moet die kilometerheffing eruit zien?
‘Er moet een slimme kilometerheffing komen, zowel tijd- als plaatsgebonden. En we moeten ook naar de maatschappelijke kosten kijken van het type auto. Je betaalt meer in de spits en als je een vervuilende auto hebt. Dat betekent niet dat je met een elektrische auto helemaal niet betaalt, maar wel minder. Of de heffing dan niet te ingewikkeld wordt? Nee, als we snel beginnen, kan het gewoon. Dit kabinet heeft zitten vertragen. We kunnen nu al veel in de steigers zetten, zodat we in een volgende kabinetsperiode snel een systeem kunnen invoeren.’
Uw partij pleitte in 2016 voor een dekkend laadnetwerk en meer snellaadpunten langs de snelweg. Hoe vindt u dat het er nu voor staat?
‘Ik krijg hier wisselende signalen over. Sommigen mensen zeggen dat de markt dit gaat oplossen, anderen dat er meer tempo nodig is. Veel besluiten liggen lokaal. Hoe gemakkelijk wordt het om extra laadpalen aan te leggen, bijvoorbeeld bij nieuwe woonwijken en parkeergarages? Hierin is vanuit de landelijke overheid regie nodig. Als het aantal elektrische auto’s stijgt, dan zullen de laadpalen moeten meestijgen. Dit vraagt coördinatie en die zie ik nu nog niet zozeer. We weten nog niet genoeg waar de witte vlekken zitten. Er zijn afstemmingsissues met energiebedrijven, netbeheerders en lokale overheden, die opgelost moeten worden.’
Wat vindt u van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE)?
‘Het is belangrijk dat er een organisatie is die de heldere boodschap rond duurzame energie verenigt. Dat zorgt voor versnelling. Het is goed dat de NVDE blijft aanjagen en agenderen. Sommige onderwerpen vallen nu buiten het netvlies. Dit is het lastige van de energietransitie: de mooie doelen zijn ver weg en het politieke gedoe is hier en nu. De NVDE is een partij die concrete voorstellen doet om doelen te halen. Het zijn soms voorstellen die buiten de scope vallen van het politieke geharrewar van dat specifieke moment. We moeten er overheen durven kijken. Dat is een goede rol voor de NVDE.’
Wat vindt u ervan dat de NVDE techniekneutraal is?
‘Dat is een goed uitgangspunt. Het gaat om het verminderen van de CO2-uitstoot. Er is veel winst te behalen als we de verschillende transities aan elkaar knopen: stikstof, energietransitie, luchtkwaliteit. Veel maatregelen zijn vergelijkbaar. Het zou helpen als de NVDE iets minder alleen naar CO2 zou kijken. Het is raar dat het zo’n verkokerde debatten zijn geworden. Neem de 100 km per uur maatregen of het stimuleren van openbaar vervoer: die maatregelen maken op alle drie de terreinen veel verschil.
Het Formule E-team werkt aan een gezamenlijke feitenbasis. Goed idee?
‘Dat is een heel goed idee. Er circuleren veel niet kloppende feiten over elektrisch rijden. Er is een heldere feitenbasis nodig, die door alle grote spelers zoals ANWB, BOVAG en RAI wordt uitgedragen. Er zijn mythes dat elektrisch rijden juist meer energie zou kosten en er worden vraagtekens gezet bij de CO2-winst. Het is goed om de gezondheidswinst te benadrukken, bijvoorbeeld dankzij het verminderen van de luchtverontreiniging. En minder stikstofuitstoot is beter voor de natuur. We moeten de maatschappelijke baten breder trekken.’
U won de gouden stekker van de Vereniging Elektrisch Rijden (VER) in 2017. Hoe heeft u sindsdien ook andere partijen meegekregen in uw streven naar meer elektrisch rijden?
‘Dat heb ik laatst ook even teruggezocht. Ik heb toen veel moties ingediend met andere partijen. Voor mij is het belangrijkste dat er zoveel meer is dan alleen CO2-winst. Het is belangrijk om nu in de Tweede Kamer op gezondheidswinst te sturen. Dit is een onderwerp waarop je binnen en buiten de coalitie goed kan samenwerken.’
Gaat de omslag naar elektrisch rijden niet al vanzelf, door EU-eisen aan de uitstoot van auto’s?
‘Die vraag krijg ik vaker. Nee, dit is wel iets dat moet worden gefaciliteerd met bijvoorbeeld laadinfrastructuur. Het moet duidelijk zijn dat fossiele auto’s eruit gaan. De tweedehands markt moet gestimuleerd worden. Helaas gaat bijna niets vanzelf snel genoeg in de energietransitie. We hebben haast om de doelen te halen.
Daarom ben ik ook een warm pleitbezorger van een goed openbaar vervoer als ruggengraat van ons mobiliteitssysteem. Het OV is een publieke dienst. Mensen hebben hooguit een auto erbij voor af en toe, en er komen ook steeds meer deelauto’s. Er zijn digitale platforms voor en deelauto’s worden opgenomen bij de aanleg van nieuwe wijken. Door de lage parkeernorm zijn bewoners meer geneigd om een auto te delen. Het hele idee van bezit wordt minder. Je hoeft een auto niet per se te hebben. Een abonnement op een elektrische deelauto is een goed alternatief. Ik vind dat een fantastische ontwikkeling.’
Zonnepanelen en windmolens doen het niet altijd. Hoe belangrijk is opslag?
‘Batterijopslag is zeker relevant. Elektrische auto’s kunnen er een rol in spelen. Overdag kunnen de accu’s ingezet worden bij schaarste. We hebben ook andere vormen van duurzame energie nodig, naast zon en wind. En dat kan beter geen kernenergie zijn.’
Minister Cora van Nieuwenhuizen zei dat ze eigenlijk al in 2050 duurzame luchtvaart wil, in plaats van in 2070, want ze wil het zelf nog meemaken. Eens?
‘Door corona is het vliegverkeer nagenoeg stil gevallen. Luchtvaartmaatschappijen vragen om steun, maar daar moet wel wat tegenover staan: sociale en duurzaamheidseisen, en kiezen voor de luchtvaart die Nederland echt nodig heeft. Dat betekent veel minder korteafstandsvluchten, minder overstappers en meer directe vluchten.
Een ambitieus doel is heel belangrijk alleen moet we wel even realistisch kijken waar we nu staan met de luchtvaart. Een doel stellen voor 2050 is niet genoeg. Er is een mega-transitie nodig in de luchtvaart. We kunnen niet verder groeien, er zullen vliegbewegingen af moeten wil je de CO2-doelen halen. We kunnen hard sturen op een reële vliegprijs, door kerosineaccijns, BTW en een vliegbelasting inclusief de maatschappelijke kosten. Nu betalen we die kosten met zijn allen, zo’n 3,2 miljard euro per jaar, volgens het PBL. De Europese normen voor vliegtuigen moeten worden aangescherpt zodat de vliegtuigindustrie wordt gedwongen om te innoveren. Dat kost een veel langere tijd dan bij bijvoorbeeld auto’s. In de tussentijd moeten we gebruikmaken van alternatieve brandstoffen zoals biobrandstoffen. Dat is heel spannend, want er is maar een beperkte hoeveelheid duurzame biomassa. Een goede cascadering is belangrijk zodat het zo hoogwaardig mogelijk wordt ingezet. Verbranding is de meest laagwaardige toepassing. Synthetische kerosine is ook een optie. Er is nog een hoop te doen. We moeten trein en vliegtuig vaker combineren. Schiphol is nu helemaal toegespitst op het overstappen van een korte naar een lange afstandsvlucht buiten Europa. Dat moet echt veranderen. We moeten van die korte vluchten af. Onze nota over lucht- en treinverkeer is positief ontvangen. Het debat over luchtvaart is onwijs aan het bewegen. Toen ik vorig jaar in de Tweede Kamer over treinen begon tijdens het luchtvaartdebat werd ik ongeveer uitgelachen. Nu ligt dat al anders. Het moet concreet gemaakt worden en vertaald naar acties. De kerosineaccijns moet Europees worden ingevoerd. En de vliegbelasting zou slimmer kunnen worden gebruikt als hij gebaseerd is op de CO2-uitstoot per kilometer. En hij moet flink omhoog natuurlijk. Nu kost de belasting minder dan een kopje koffie met een donut.’
En de scheepvaart? NVDE-startupleden zoals Portliner werken aan emissieloze schepen. Welk beleid is nodig om dat te versnellen?
‘Dit is net als de luchtvaart een lastige sector omdat transities traag gaan. Alleen is de scheepvaart veel ambitieuzer dan de luchtvaart qua doelen. Momenteel wordt er geëxperimenteerd met korting op havengelden voor schonere schepen. Nederland heeft een enorme kans om koploper te worden vanwege onze ligging en scheepsbouwindustrie. We staan nog aan het begin maar wel met ontzettend veel ideeën om vervoer van de weg te verplaatsen naar water. We wilden de vrachtwagenheffing, de maut, ook kunnen investeren in hubs waar goederen worden overgeladen naar de binnenvaart. Dat is helaas nog niet gelukt.’
Hoe duurzaam woont en reist u zelf?
‘Ik reis heel duurzaam, want ik heb zelf geen rijbewijs dus ik doe alles met het OV. Dat is wel grappig als woordvoerder mobiliteit. Daarnaast probeer ik zo min mogelijk te vliegen, en ook veel internationale treinreizen te maken. Ik geloof niet dat de oplossing is dat we allemaal zeggen dat we nooit meer zullen vliegen. Verder woon ik in een goed geïsoleerd huis. We gaan nog niet van het gas af in mijn wijk, maar dat gaat wel komen. Ik heb helaas geen zonnepanelen, want het is een rijksmonument en daar mag dat niet op. Dat is nog een vraagstuk. Het wachten is op dakpannen met een zonnepaneeltje, in de juiste kleur rood. Dat komt nog.’