Goudgerande garanties

15 december 2022

De goudgerande regeling die minister Jetten biedt voor de nieuwe kerncentrales doet de wenkbrauwen van geharnaste tegenstanders van kernenergie volgens Joris Wijnhoven lelijk fronsen: wat een voortrekkerij! “Die nucleaire jongens kunnen in de verste verte hun broek niet ophouden en lopen dadelijk zelfs al binnen voordat er nog maar één atoom gesplitst is. Op kosten van de belastingbetaler nota bene.”

Afgelopen vrijdag verscheen een lange uitwerking van de coalitieafspraken over kernenergie. Op social media hadden de energywatchers het er druk mee de afgelopen dagen. Niet in de laatste plaats met het interpreteren van enige kritische kanttekeningen die het Zeeuwse energiebedrijf EPZ plaatste bij de tijdige beschikbaarheid van voldoende netcapaciteit ter plekke. Nogal relevant, omdat in Zeeland (de beoogde vestigingsplek van de twee nieuwe centrales) ook heel wat wind op zee aan land komt.

Daarmee raakt EPZ een vooralsnog onopgehelderde kwestie, namelijk de vraag welke rol de nieuwe centrales moeten gaan spelen in het energiesysteem. Gaan we de drie GW die de centrales kunnen opwekken gebruiken als basislast (ongetwijfeld de wens van een exploitant, want hoe verdien je zo’n dure investering anders terug?), of zetten we kernenergie vooral in als CO2-vrij flexibel vermogen, op momenten dat er geen zon en wind is?

“Stel dat de keus gemaakt wordt kerncentrales vooral in te zetten als back-up voor zon en wind, dan zal Jettens portemonnee nog steviger aangesproken worden”

Minister Jetten hinkt, getuige zijn brief, nog op twee gedachten. Enerzijds schrijft hij nogal stellig dat twee nieuwe centrales 24 TWh opleveren (daarmee hintend op een rol als basislastleverancier). Dat zulks nog maar valt te bezien, blijkt verderop in zijn brief, waar hij komt te spreken over de wenselijkheid van het leveren van een bijdrage aan de flexibiliteit van het energiesysteem en de daarvoor noodzakelijke afschakelbaarheid van de nieuwe centrales. Niet per se een basiskwaliteit van nucleaire technologie. Overigens werpt die wens ook de vraag op waarom je die vijf miljard niet in de markt zet voor élke techniek die flexibiliteit kan leveren (als dat je doel is). Kernenergie als werkpaard van de transitie, wellicht als opwekker van waterstof of als flex-optie: het maakt allemaal nogal wat uit. Een mooi kluifje voor de minister voor onder de kerstboom.

Het aantal draaiuren van de politiek zo gewenste centrales heeft uiteraard een enorm effect op de terugverdientijd. Want stel dat de keus gemaakt wordt kerncentrales vooral in te zetten als back-up voor zon en wind, dan zal Jettens portemonnee nog steviger aangesproken worden. In dat verband biedt de Kamerbrief nog een aardig nieuwtje: De minister gaat bekijken of er voor de financiering van de centrales gebruik gemaakt geworden van het zogenoemde Regulated Asset Base-model, waarbij investeerders een van tevoren vastgesteld winstpercentage ontvangen, al tijdens de bouw.

Zo’n goudgerande regeling doet de wenkbrauwen van geharnaste tegenstanders van kernenergie natuurlijk lelijk fronsen: wat een voortrekkerij! Die nucleaire jongens kunnen in de verste verte hun broek niet ophouden en lopen dadelijk zelfs al binnen voordat er nog maar één atoom gesplitst is. Op kosten van de belastingbetaler nota bene.

“Welke windmolenbouwer, zonontwikkelaar of boorder naar geothermie zou zijn voorbereidingskosten niet graag door de overheid afgedekt zien bij projecten die niet doorgaan?”

Maar laten we het bij wijze van gedachtenexperiment eens van de andere kant bekijken en ervan uitgaan dat het Rijk kernenergie oprecht onmisbaar acht en terecht denkt dat de markt zelf de risico’s niet gaat dragen. Dan is een regeling waarbij de overheid garanties biedt aan de markt en de financiële risico’s meer naar zich toetrekt niet raar of slecht, maar vrij logisch. Maar laten we die lijn dan consequent doortrekken: De energietransitie kent immers veel meer technieken en projecten die sneller van de grond zouden komen als de overheid (omwille van de haast die we hebben) bereid zou zijn meer risico’s op zich te nemen en garanties te geven.

Ik noem er een paar: Welke windmolenbouwer, zonontwikkelaar of boorder naar geothermie zou zijn voorbereidingskosten niet graag door de overheid afgedekt zien bij projecten die niet doorgaan? En warmtenetten zouden eerder aangelegd worden als het vermaledijde vollooprisico werd afgedekt. Industrieën zouden echt sneller tot elektrificatie overgaan als ze wisten dat de overheid zou bijspringen als de stroomprijzen superhoog zijn (in ruil voor het inleveren van overwinsten bij hele lage prijzen). Dat geldt natuurlijk ook voor huishoudens, want wie garandeert jou dat je investering in verduurzaming wel rendeert bij lage energieprijzen in de toekomst?

Over het nut van kernenergie zal het debat nog wel een decennium of wat voortduren. Maar techniekneutraliteit is een breed omarmd principe. Logisch om dat consequent toe te passen dan?

Deze column van NVDE’er Joris Wijnhoven verscheen op Energiepodium.


Misschien ook interessant