“Het is terecht dat gemeenten de regisseur zijn en blijven van de warmtetransitie. Wie moet er anders aanwijzen welke straat wanneer van het gas afgaat? Maar een regisseur werkt niet per se met zijn eigen script. Het is tijd dat het Rijk met de gemeenten concretere afspraken gaat maken en de vrijblijvendheid verdwijnt uit de verduurzaming van onze woningen en gebouwen”, zegt Olof van der Gaag van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) in reactie op het PBL onderzoek naar de Transitievisies Warmte.
Het PBL constateert in een vandaag verschenen onderzoek dat de zogenaamde Transitievisies Warmte ‘een grote variëteit kennen’ en dikwijls niet concreet genoeg zijn om tot actie over te gaan. De Transitievisies Warmte zijn plannen waarin gemeenten aangeven welke woning wanneer van het gas afgaat. Van der Gaag: “In het Klimaatakkoord spraken we af 1,5 miljoen woningen te gaan verduurzamen, een doel dat het kabinet zelf aanscherpte. Inmiddels is er behoorlijk wat geld beschikbaar en is er veel ondersteuning voor gemeenten. Maar veel gemeenten zwemmen nog, zeker de kleine. Wij stellen voor tot concrete afspraken te komen over contigenten aan te pakken woningen. Duidelijkheid is van groot belang voor bewoners: zij willen weten waar ze aan toe zijn en welke investeringen verstandig zijn. Die duidelijkheid is ook nodig voor marktpartijen: van installateurs en isolatiebedrijven tot netbeheerders en warmtebedrijven. Zeker gezien de schaarste aan vakmensen en de lange doorlooptijden voor vergunningen is duidelijkheid en efficiency in de uitvoering cruciaal.
Daarbij is het zaak de afspraak uit het Klimaatakkoord dat gemeenten daartoe Wijkuitvoeringsplannen zouden maken van een datum te voorzien. Net als bij de opwek van schone energie helpt het gewoon de opgave te gaan verdelen over de gemeenten, ook om freeridersgedrag te voorkomen”.