Een goede schadeafhandeling en een duurzame toekomst voor Groningen noemde Agnes Mulder (CDA) als belangrijkste pijlen op haar boog, zelfs al voor de gasbeving in Zeerijp. Burgers die zelf initiatief nemen en meeprofiteren van de energietransitie zijn cruciaal volgens haar. Het moet eenvoudiger en aantrekkelijker: “Niet iedereen is universitair geschoold en iedereen moet wel meedoen.” Zij voelt er minister Wiebes over aan de tand. “Ik wil er niet teveel aan wennen dat ik woordvoerder ben van een coalitiepartij. Ik blijf kritisch.”
Wat vindt u van de NVDE?
“De NVDE denkt met alle leden die zij vertegenwoordigt mee over alternatieven, bijvoorbeeld voor de salderingsregeling. Ze kijkt naar de toekomst, streeft naar een houdbare regeling en houdt rekening met noodzakelijke veranderingen. De NVDE wil zoveel mogelijk duurzame energie door middel van voor iedereen gunstige regelingen. Ik heb heel goed contact met de NVDE. Dat is waardevol.”
Hoe kijkt u aan tegen de vervanging van de salderingsregeling?
“De minister deed mij tijdens het plenaire debat over de wet opslag duurzame energie op 30 november de toezegging dat hij voor de zomer met een nadere uitwerking komt van de opvolging van de salderingsregeling. Dat is ook nodig, anders ontstaat er onrust. Hoe eerder hoe beter. Als je nu gebruik maakt van de salderingsregeling voor zonnepanelen, betaal je niet mee aan windmolens op zee. Dat vind ik niet solidair. Juist diegenen die zonnepanelen op hun dak leggen, zien het belang van duurzame energie. We moeten de rekening eerlijk verdelen.”
Hoe is het om woordvoerder van een coalitiepartij te zijn in plaats van in de oppositie te zitten?
Schaterlachend: “Daar moet ik nog even aan wennen. Maar ik wil er niet teveel aan wennen. Ik wil ook kritisch blijven. Dualiteit is nodig om de regering scherp te houden.”
Klopt het dat lokale initiatieven voor duurzame energie voor het CDA belangrijk zijn?
“Zeker. De energietransitie is een grote ontwikkeling. We gaan het allemaal merken achter onze voordeur, en niet alleen bij het betalen van belasting. We hebben iedereen keihard nodig. Anders krijgen we de rekening gepresenteerd, in de vorm van weerstand. En die begrijp ik dan ook nog. Burgerbetrokkenheid is cruciaal.
Het afgelopen jaar zijn er bijvoorbeeld veel moties ingediend over de vergoeding bij de plaatsing van windmolens op land. GroenLinks wilde die vergoeding verlagen en kreeg de Kamer erin mee. Wij willen geen draagvlak kwijtraken door een andere verdeling van lusten en lasten. Ik wil geen scheuring in een gemeenschap. GroenLinks was hierin behoorlijk topdown en wilde landelijk vaststellen hoeveel windenergie nodig is. Maar dit red je niet met een topdown-benadering. Windenergie door de strot duwen, is niet wat het CDA wil. Wij willen juist initiatieven van onderop aanmoedigen. Ik zie bij lokale GroenLinks-bestuurders dat ze dat ook inzien.”
Wat moet er volgens u in de komende vier jaar geregeld worden in het energiebeleid?
“Ten eerste moet de schadeafhandeling in Groningen goed geregeld worden, onafhankelijk van de NAM. De inwoners moeten betrokken worden en er moet een goed schadeprotocol komen. Ten tweede wil ik dat we de verduurzaming vormgeven, zodat er ook perspectief komt voor Groningen: ook lusten, niet alleen lasten. Windenergie op de Noordzee boven Groningen biedt perspectief voor werkgelegenheid in de havens bijvoorbeeld. Dat zouden we samen met de Duitsers kunnen realiseren. Hopelijk gaat ook Defensie stappen zetten, zodat we daar wind op zee kunnen krijgen. Daar mag deze minister mee aan de slag. Inwoners zouden deel kunnen nemen aan projecten voor windenergie op zee. Daar heb ik meerdere moties over ingediend. De overheid zou er langetermijn-commitment voor moeten tonen, in welke vorm ook. Daar is nog discussie over met de minister. Belastinggeld kan revolverend terugkeren. Daardoor hebben we dan geld voor andere delen van de energietransitie waar nog geld bij moet.”
Hoe kunnen burgers meer betrokken worden bij duurzame energie?
“Er zijn betere regelingen nodig voor het deelnemen aan duurzame energieprojecten. Inwoners moeten echt mee kunnen doen aan projecten. Voor energiecoöperaties is de postcoderoos een draak van een regeling. Die zou moeten worden aangepast of helemaal veranderd. Inwoners moeten het als gemakkelijk gaan ervaren. Dat zijn nu nog niet de geluiden die ik hoor. Je moet nu iemand inhuren. Het moet simpeler en aantrekkelijker worden. Niet iedereen is universitair geschoold en wel iedereen moet meedoen.”
Welke taakverdeling tussen overheid en markt is volgens u ideaal?
“Dit is een gereguleerde markt; daar moet je helder over zijn. Maar laten we zo min mogelijk door de overheid regelen, zodat de markt het kan oppakken. De markt én de inwoners komen met goede oplossingen. De overheid moet wel meedenken en het aantrekkelijk maken om met elkaar de slag te maken. Door een revolverend fonds kunnen we geld weer terug laten keren. We gaan mensen niet tekort doen en ook niet oversubsidiëren. Niet alleen investeren in duurzaamheid, maar ook duurzaam investeren. Het lange termijnbeleid, zoals dat is beschreven in het regeerakkoord, moet in maatregelen terugkomen. Daarmee bieden we zekerheid aan marktpartijen.”
Hoe gaat het nu met de energietransitie?
“We moeten het doen. Van praten naar doen. Onder het vorige kabinet heeft minister Kamp dat al ingezet, met name bij wind op zee. Het is een pittige opgave om waar te maken waar we in Parijs voor tekenden. We gaan doen wat nodig is. Over vier jaar zou ik graag zien dat we breed draagvlak onder de bevolking hebben gecreëerd voor de verdere energietransitie. Want we zijn dan nog niet klaar.”
Waar verheugt u zich het meest op in de komende kabinetsperiode?
“Ik geniet ervan om ondernemers en inwoners te ontmoeten. Bijvoorbeeld Jan Reinier de Jong in Oudhoorn. Hij gaat ervoor, met veel ondernemerschap. Hele gezinnen kwamen samen in Garmert om te vieren dat ze een gezamenlijk zonnedak hebben. Daar word ik zo blij van.”
Op welke technologische doorbraak op energiegebied hoopt u?
“Ik hoop op een doorbraak in de luchtvaart. Laten we op Europese schaal het goede voorbeeld geven door ook in de luchtvaart de CO2-uitstoot naar beneden te brengen. Alle opties zijn nog open over hoe dat moet. We moeten het Europees aanpakken en laten zien dat het ons ernst is. Anders doen inwoners veel moeite om hun huizen te isoleren en tegelijk wordt de luchtvaart niet aangepakt. Dat klopt niet. Ook het openbaar vervoer moeten we duurzamer krijgen. Op alle gebieden waar we als overheid zelf invloed op uit kunnen oefenen door het inkoopbeleid, moeten we het goede voorbeeld geven. Want we vragen nogal wat van inwoners. Een scherper inkoopbeleid is hard nodig.”
Hoe wilt u de mega-opgave van het verduurzamen van de gebouwde omgeving aanpakken?
“Schaalvergroting is nodig. We kunnen in eerste instantie bij woningcorporaties beginnen. Dan krijg je de schaalvoordelen in beeld. Ook slimme manieren van financiering bieden perspectief. In het regeerakkoord wordt gebouwgebonden financiering genoemd. Dat is interessant. Als er betere alternatieven zijn, houd ik me aanbevolen. Het moet mensen schelen in hun rekening. Als je een hoge energierekening hebt, dan loont het als je isoleert. We kunnen niet alles gratis weggeven als overheid. We moeten mensen stimuleren en zelf stappen zetten als overheid. Waarom isoleren mensen hun huis niet? Soms zit het in simpele dingen en zien ze er bijvoorbeeld tegenop om de zolder op te ruimen. Isolatiebedrijf Pluimers heeft totaalpakketten om dat op te lossen. Maar dat weten veel mensen niet. Ik was in de zomer op werkbezoek bij Pluimers. Dat was heel leuk en interessant. Er is nog zoveel te doen op het gebied van isolatie. We hebben bedrijven als Pluimers hard nodig.”
Het regeerakkoord focust op één doel: CO2-reductie. Is dat niet te beperkt?
“Ik zei altijd in de afgelopen kabinetsperiode dat er een bandbreedte moet komen in de klimaatdoelen. Dat ene hogere doel, CO2-reductie, is leidend. Europa gaat komen met voorbeelden. We moeten de samenhang zien en de mix van beleidsinstrumenten. Het helpt niet als we hier centrales dicht doen en ze daardoor elders open gaan. Het waterbed- en weglekeffect moeten we voorkomen. Het zou sectoren sieren als ze zelf met doelen komen, als er voor hen geen door de overheid vastgesteld doel is. Van onderop, vanuit inwoners en bedrijven, moeten de initiatieven komen.
Wat vindt u van de nadruk op CO2-opslag?
“We hebben alles nodig, dus ook opslag. Iedereen die zegt dat dat niet zo is, heeft het mis. Kom maar met alternatieven.”
Hoe moet het nieuwe Klimaat en Energie-akkoord tot stand komen?
“Het is belangrijk dat het er komt, want er is maar een beperkte hoeveelheid geld en er moet geleverd worden. de minister gaat nog informatie geven hoe dat proces gaat verlopen. Daar ga ik nu niet op vooruit lopen.”
Wat neemt u mee vanuit uw ervaring in de afgelopen vier jaar?
“Mijn gezonde boerenverstand en de wens om op te blijven komen voor inwoners.”
Wat valt u op aan de duurzame energiesector?
“Veel mensen werken met passie. Er is veel kennis en dynamiek. De fase van de geitenwollensokken is voorbij. Dit is geen gehobby, maar een gezonde businesscase. Kijk maar naar wind op zee, dat nu zonder subsidie kan. We moeten wel nog zorgen dat de windparken echt worden gebouwd. Als verschillende partijen zich inschrijven, maar ze kunnen het toch net niet, dan schieten we er niks mee op. Dat risico is er. Ik hoop dat de minister dat heeft ingedekt.”
Wat vindt u ervan dat de VS uit het Klimaatakkoord zijn gestapt?
“Dat is een slechte zaak. Het is jammer dat Trump dit op deze manier heeft gedaan. Maar het is goed dat steden en staten in de VS wel verder willen gaan. Mogelijk komen de VS er nog op terug. Wij betreuren het, en de mensen in de VS helemaal. Het is economisch ook niet slim. Ze gaan hierdoor achter lopen. De energietransitie is een motor voor de economie.”
Dit interview vond plaats op 4 januari 2018