‘Betrek bedrijven beter bij RES-proces’

23 april 2020

Het uitstellen van de deadline voor de regionale energiestrategie (RES) biedt de 30 RES-regio’s de kans om bedrijven die duurzame oplossingen leveren beter te betrekken bij het proces. Dat zegt Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) in een interview in Binnenlands Bestuur op 22 april.

Corona
Oorspronkelijk moesten de 30 regio’s voor 1 juni dit jaar een eerste concept opleveren van de energiestrategie. In die RES staat op welke manier er in elke regio duurzame stroom moet worden opgewekt, en hoeveel. Maar het kabinet besloot onlangs om, vanwege de coronacrisis, die deadline op te schuiven naar 1 oktober. De NVDE, de branchevereniging van bedrijven in duurzame producten en diensten, maakt zich wel zorgen over dat uitstel. Van der Gaag: ‘Het geeft de overheden die betrokken zijn bij het opstellen van de RES weliswaar wat lucht, maar voor de bedrijven die de maatregelen uiteindelijk moeten uitvoeren is het een vertraging. Die deadline was onderdeel van een groter geheel, waarin ook vergunningverlening en subsidie een rol speelt. Dat loopt nu nog verdere vertraging op, in een tijd waarin een deel van onze branche al een flinke omzetdaling meemaakt.’

Overheden
Tot nu toe zijn de RES-overleggen vooral een zaak van overheden. De regio’s bestaan uit verschillende gemeenten, provincies en waterschappen, en vaak schuiven vertegenwoordigers van netbeheerders of maatschappelijke organisaties aan. De inbreng van het bedrijfsleven blijft beperkt, ziet van der Gaag. ‘Op zich is dat begrijpelijk, want overheden willen geen selectie maken door met de ene partij wel en de andere niet te overleggen. Bovendien kunnen veel bedrijven ook niet zomaar mensen vrijmaken. Maar toch is het van belang om een meer structurele bijdrage van de bedrijven, die het uiteindelijk moeten uitvoeren, in het RES-overleg te krijgen. Wij hebben kennis van de mogelijkheden, weten wat wel en niet kan in een bepaald gebied en hoe je publiek draagvlak kunt krijgen voor bepaalde oplossingen.’

Zon
Van der Gaag geeft een voorbeeld: ‘We hebben de eerste concept-RESsen die sommige regio’s al hebben bekendgemaakt al doorgelezen, en we zien dat er opvallend vaak voor zonne-energie wordt gekozen, en dan vooral zon op daken, in plaats van windenergie. Terwijl in veel gevallen wind een goedkopere oplossing is die veel stabieler is in de stroomlevering en minder belasting geeft op het net.’
‘Een ander voorbeeld is de financiële participatie. Er is afgesproken dat de helft van de duurzame energieprojecten in handen moet zijn van omwonenden. Maar dat roept nogal wat vragen op: wat als de buurt niet geïnteresseerd is? Wordt een project dan stopgezet? Bovendien zijn duurzame energieprojecten ook gewoon commerciële investeringen. Willen we dat gewone burgers dan een financieel risico lopen?’

Kansen
De branche is zeker niet negatief over het RES-proces, stelt Van der Gaag. ‘Ik zie ook veel kansen. Kijk bijvoorbeeld eens naar windparken op zee. In het Energieakkoord zijn daar tussen de branche en de rijksoverheid duidelijk afspraken over gemaakt: de overheid regelt de vergunningen, TenneT zorgt voor de aansluitingen op zee, en het rijk zorgt ervoor dat er ieder jaar één of twee tenders op de markt komen voor een nieuw windpark. Het streven was om met die afspraken een kostendaling van 40 % te realiseren. Dat is ruim gehaald: inmiddels is de bouw van een windpark op zee zo’n 70% goedkoper, en kunnen ze zonder subsidie worden gebouwd.’

Verdieping
Zoiets moet voor de energietransitie op regionaal niveau ook mogelijk zijn, stelt Van der Gaag. ‘Maar dan moeten we het wel samen doen, en moet er niet gewacht worden met het inzetten van het bedrijfsleven als er al heel veel vastligt. De overheden in de RES-regio’s moeten niet wachten tot oktober, maar die extra tijd gebruiken voor een verdere verdieping.’

Dit interview verscheen op 22 april in Binnenlands Bestuur. Link naar het artikel op binnenlands bestuur


Misschien ook interessant