Carla Dik-Faber (ChristenUnie) wil decentrale en duurzame energie

1 juni 2017

De energievoorziening van de toekomst is veel meer decentraal en duurzaam, vindt Carla Dik-Faber, Kamerlid voor de ChristenUnie. “De wetgeving moet veranderen, want die is nog grotendeels gebaseerd op een centrale, grootschalige en fossiele energievoorziening. We moeten alles op alles zetten om de klimaatdoelen van Parijs te halen.”

Carla Dik-Faber zit ruim vier jaar in de Tweede Kamer namens de ChristenUnie. Ze geeft nu, na de  verkiezingen, haar visie op het energiebeleid. “We hebben maar één aarde, één schepping. Die moeten we bewaren en doorgeven aan de volgende generatie. Zonder ineenstortende ecosystemen, droogtes en overstromingen die mensen dwingen om huis en haard te verlaten. Klimaatverandering heeft desastreuze gevolgen. We moeten alles op alles zetten om dat te voorkomen.”

Wat kan Nederland bijdragen om klimaatverandering te voorkomen?
“Zoals het nu gaat, halen we de klimaatdoelen uit het Parijs-akkoord absoluut niet. Het is heel zorgelijk dat ook president Trump de wereld nu wil laten barsten en de rekening van klimaatverandering bij arme landen en komende generaties neerlegt. De ChristenUnie stelt ambitieuze doelen in haar verkiezingsprogramma en blijft strijden voor een duurzame toekomst. Dat moet, maar het kan ook: we hebben alles laten doorrekenen. Wij hebben het voorstel voor de Klimaatwet ondertekend. Er moeten stevige doelen en tussendoelen komen op CO2-reductie, energiebesparing en duurzame energie.”

Welke drie punten moeten er volgens u in de komende vier jaar worden geregeld?
“Ten eerste moeten de kolencentrales dicht, in ieder geval de oudsten. En we moeten stoppen met de subsidie op biomassa-bijstook in kolencentrales. Ten tweede wil ik dat we minder gas gaan winnen in Groningen en dat we stoppen met het aanboren van nieuwe gas- en olielocaties. Tenslotte moeten we in de komende regeerperiode de warmtevoorziening aanpakken. Daar ligt nog een grote opgave: hoe gaan we warmte genereren zonder fossiele techniek? Restwarmte van kolencentrales willen we ook niet, want daarmee houd je ze langer open. Restwarmte van de industrie kan wel, maar de voornaamste oplossing moet toch lokaal gezocht worden, niet bij grote warmtenetten. Nieuwe huizen hoeven geen aansluiting meer op het gasnet. De verplichting daartoe moet uit de wet.”

Wat moet de markt doen en wat de overheid?
“De overheid moet de voorwaarden scheppen waarbinnen de markt het werk doet. We moeten samen optrekken! Ik herinner me nog hoe er bij de ronde tafel over de wet Voortgang Energietransitie een belangenstrijd ontstond tussen bedrijven en partijen in overheidshanden. Samen hadden ze de sleutel in handen om stappen te zetten in de energietransitie. Het leek alsof de verschillende spelers meer bezig waren met hun eigen belangen dan met het tegengaan van klimaatverandering.”

Waar staan we met de energietransitie, nu en over vier jaar?
“We zijn nu langzamerhand op gang aan het komen. Er wordt hard gewerkt aan de doelen van het Energieakkoord. Daar heeft minister Kamp mede voor gezorgd. Duurzame energie is echt van de grond gekomen. Wind op zee gaat heel goed. Opschaling zal ervoor zorgen dat de prijzen lager worden. Maar dat is niet genoeg. We komen uit een dal en hebben nu grote stappen nodig om op te schalen. Energiebesparing moet veel meer prioriteit krijgen.”

Waar verheugt u zich op?
“Ik geniet heel erg van al de bezoeken die ik in het land doe. Ik heb veel windparken bezocht en zonneprojecten op woningen, scholen en zelfs op een kerk. Zonnepanelen zitten in een enorme versnelling en er is nog zoveel potentiële ruimte op daken. Het is zo mooi wat er allemaal gebeurt! Al die mensen die aan de slag zijn met de energietransitie: daar haal ik mijn energie vandaan.  De belemmeringen die ze noemen, neem ik mee naar Den Haag. Er zijn gelukkig veel initiatieven van onderop en voor hen wil ik ruim baan maken. De huidige wet- en regelgeving zit vaak nog in de weg, omdat die grotendeels is gebaseerd op een centrale, grootschalige en fossiele energievoorziening. We gaan veel meer naar decentraal en duurzaam. Mensen organiseren zich in coöperaties voor hun eigen energievoorziening.
Bestaande partijen zullen zich moeten omvormen, anders is er geen plek meer voor hen. Dat ga ik in Den Haag op de agenda zetten. De Minister van financiën maakt zich wellicht zorgen als er minder inkomsten binnen komen. Maar de energietransitie heeft ook veel positief effect op leefkwaliteit, milieu en gezondheid. Dat is ook goed voor de schatkist.”

Op welke technologische doorbraak hoopt u?
“Er komen steeds meer auto’s, nu vaak al twee per gezin of meer. Die moeten allemaal elektrisch worden. Ik houd mijn hart vast of dat snel genoeg lukt. Elektrisch rijden is nu nog voor velen buiten bereik, alleen al vanwege het prijskaartje. Ik hoop dat elektrische auto’s snel lichter worden, grotere afstanden kunnen rijden en betaalbaar worden. Je ziet in alle statistieken dat mensen blijven autorijden. We moeten niet mensen uit de auto jagen, maar die wel veel schoner maken.
Ik was pas in Utrecht in de wijk Lombok. Heel inspirerend hoe daar geëxperimenteerd wordt met het benutten van de accu’s van auto’s als onderdeel van het elektriciteitsnetwerk. Zo kunnen we voorkomen dat we veel moeten investeren in de netwerken om pieken en dalen in de energievoorziening op te vangen. Misschien moet er in de toekomst een partij komen die eigenaar is van een verzameling auto’s in een wijk. Particulieren kunnen er dan één huren op het moment dat ze hem nodig hebben. Dat klinkt nu nog futuristisch, maar ik denk dat we af moeten van ieder zijn eigen auto. Het gaat niet om bezit, maar om gebruik van een auto.”

Hoe ziet u biomassa in het vervoer?
“De bijmengverplichting is hooguit een tussenoplossing. Je wilt biomassa eigenlijk niet in de tank hebben, ook al voldoet het aan steeds stengere criteria. Je moet niet alleen pleisters willen plakken, je moet willen omschakelen. Ik zou dus echt naar elektrisch vervoer willen. En de meest duurzame variant van biomassa gebruiken we dan voorlopig voor vrachtverkeer, want het duurt langer voor dat volledig geëlektrificeerd is.”

Doen we genoeg aan energiebesparing?
“We hebben een grootschalig plan nodig voor energiebesparing. Alle energie die je niet gebruikt, hoef je ook niet te verduurzamen! De industrie gaat niet snel genoeg en beweegt nu vooral omdat de minister dreigt met wetgeving. Energiebesparing kan veel breder worden ingezet. Ook in de bestaande woningvoorraad. Ik sprak pas nog een huurder die zonnepanelen op het dak wil en dubbel glas op de verdiepingen. Ik wil graag dat woningcorporaties met zulke maatregelen aan de slag gaan. Het afschaffen van de verhuurdersheffing is een goed instrument, met de afspraak dat corporaties investeren in het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. Dat levert niet alleen meer comfort op, maar we zorgen daarmee ook voor de schepping en voor de toekomst van onze kinderen.”

Wat vindt u van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie?
“Heel goede organisatie! Mooi dat de NVDE al meer dan 1000 bedrijven vertegenwoordigt. Het is belangrijk dat iedereen die zich bezighoudt met duurzame energie samenwerkt. Samen bereik je veel meer dan in onderlinge concurrentie.
Vanuit die gedachte heb ik vorig jaar het GroenGelovig evenement georganiseerd. Particulieren, kerken en andere organisaties doen veel op het gebied van duurzaamheid, maar weten vaak niet van elkaars initiatieven De directe aanleiding om met elkaar in gesprek te gaan was de encycliek van de paus. Hij zegt dat zo mooi: ‘zorg voor ons gemeenschappelijk huis’. Daar gaat het mij om.”


Misschien ook interessant