Bezoekers van het Energieontbijt, het jaarlijks nieuwjaarstreffen van staatsdeelneming Energie Beheer Nederland (EBN), liepen vanochtend bijna hun beschuitje en roerei mis: Extinction Rebellion blokkeerde de ingangen van het Haagse Kunstmuseum, waar de bijeenkomst plaatsvond. De gastheer zou teveel de rode loper uitleggen voor de fossiele industrie en zich bovendien gedragen als een sleutelfiguur bij de uitbreiding van nieuw fossiel in Nederland. Joris Wijnhoven doet verslag.
Met enig onverkwikkelijk duw- en trekwerk verschaften de meeste genodigden zich (al dan niet schoorvoetend) toch toegang tot het evenement. Onderwerp van gesprek daar was nota Bene het overeind houden van de ambities voor de energietransitie in de kabinetsformatie. Ambities die, laten we zeggen, niet in alle kringen onomstreden zijn. Ik heb zelf ook wel eens aan een blokkade meegedaan. Van de bouw van de Polderbaan bijvoorbeeld (in onze termen ‘de Bulderbaan’), een project waarvan je vrij stevig kunt stellen dat het een fikse impact op extra CO2-uitstoot heeft. En ik blokkeerde ook wel eens een ESSO-pomp, toen dit bedrijf een zeer dikke duit in het campagnezakje van notoir klimaatontkenner George Bush deed. Zo’n blokkade levert uiteraard wisselende reacties op, precies waar je als activist op uit bent.Ik heb nul moeite met de actiemethodes van Extinction Rebellion en alle waardering voor hun inzet. Maar is het Energieontbijt nou een Poel des Verderfs en gasten als Jacqueline Cramer of Kees Vendrik de As van het Kwaad? I doubt it. Zeker, ik zag bij de ingang ook mensen van fossiele bedrijven, maar zou een gesprek tussen hen en EBN over een snelle omslag naar schone energie ondanks het spannende politieke tij niet juist nuttig zijn? En zouden al die progressieve wethouders en gedeputeerden die ik ook trof aan de poort, allemaal braaf opdraven voor een potje greenwashing? Kom nou.
De retoriek daargelaten (dat hoort nu eenmaal bij een ronkend persbericht) maakt Extinction Rebellion vooral een punt van de rol die EBN zou spelen in de energietransitie. Ik zeg het er maar vast bij: EBN is lid van de club waar ik voor werk. Ik ken ze daarbij vooral als super deskundig en onverdroten voorvechter van een onmisbare duurzame techniek als geothermie. En als staatsbedrijf een handig verlengstuk bij taaie projecten als warmtenetten, waar het publieke belang een grotere rol moet gaan spelen. Het verwijt dat ze een verderfelijk onderdeel van het gasgebouw zijn, is ook gek. Had je liever gehad dat de overheid alles wat met gas te maken heeft aan de markt had overgelaten, inclusief de revenuen?
Meest concrete punt van kritiek betreft de rol van EBN bij mogelijke boringen naar gas in de Noordzee. Extinction Rebellion redeneert dat elke boring er één teveel is, omdat we al teveel fossiele brandstoffen naar boven pompen. Daar staat tegenover dat de CO2-footprint van zowel good-old-Putin-gas als schaliegas in de vorm van LNG stukken slechter is dan van Noordzeegas. We hebben een pittig gesprek nodig over zulke dilemma’s, liefst ook met Extinction Rebellion. Maar je ogen sluiten voor de milieueffecten van gas-import is ronduit kortzichtig en het gesprek uit de weg gaan intellectueel lui. Net als het betrekken van de stelling dat het oppompen van Noordzeegas alleen maar betekent dat er méér gas in omloop komt. Alsof er niet ook zoiets als vraagsturing bestaat. Nu ja, zo’n gesprek dus.
Ik koos er zelf voor om niet met hulp van oom agent over de activisten heen te klimmen en ben afgedropen. Of de energietransitie daar erg mee geholpen is, weet ik nog niet helemaal zeker.
Deze column verscheen op 16 januari op Energiepodium.