De isolatiesector verkeert in heel zwaar weer. In 2024 heeft de sector de isolatiecapaciteit in de particuliere markt met al 35 procent moeten afschalen en konden isolatiebedrijven zo’n 70 procent minder spouwmuurisolatiemaatregelen uitvoeren ten opzichte van 2023. De werkwijze waarbij volgens een natuurkalender moet worden gewerkt en de woning altijd vleermuisvrij moet worden gemaakt, ook als de beestjes er niet zitten of hebben gezeten, heeft een onwerkbare situatie gecreëerd. De NVDE is daarom heel blij met de voorliggende wijziging in de Omgevingsregeling om eDNA als erkende maatregel op te nemen. “Er is alleen wel veel haast bij geboden, anders hebben we nog maar heel weinig isolatiepartijen in de particuliere markt die woningen kunnen isoleren” zegt Olof van der Gaag, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE).
De NVDE roept op uiterlijk 1 maart 2025 eDNA als erkende maatregel te hebben opgenomen in de Omgevingsregeling, die jaarrond mag worden toegepast. Als isolatiebedrijven in de particuliere markt niet direct na de winterperiode aan de slag kunnen met eDNA, verwacht de isolatiesector dat de isolatiecapaciteit met nog eens 80 procent afneemt ten opzichte van 2024. De sector schat in dat dan 70 procent van de gecertificeerde isolatiebedrijven, die alleen voor particuliere eigenaren werken en niet over een zakelijke afzetmarkt beschikken, failliet zal gaan. Daarmee komt de isolatieopgave nog verder onder druk te staan, zijn de doelen in het Nationaal Isolatieprogramma totaal onhaalbaar en is een betaalbare energierekening voor iedereen nog verder uit het zicht. “Dat is zorgwekkend in tijden van een grote afhankelijkheid van buitenlands aardgas”.
Snelheid en lagere kosten in isoleren is nodig om iedereen te kunnen helpen een lagere energierekening. Met de eDNA-methode kan de snelheid in isoleren er weer in worden gebracht, waarbij ook rekening wordt gehouden met de natuur. Er kan zo zelfs juist meer informatie worden verzameld over de vleermuis en andere (beschermde) diersoorten. Dat helpt ook bij het in kaart brengen van de beschermde diersoorten, zoals de vleermuis, en hun leefgebied dat nodig is voor het opstellen van Soortenmanagementplannen (SMP). Om te kosten van isolatie te drukken is het wel randvoorwaardelijk dat isolatiebedrijven ook zelf eDNA-bemonstering kunnen uitvoeren, niet alleen ecologen. Door certificatie aan de eDNA-bemonstering te koppelen kan de benodigde kwaliteit worden geborgd. De sector heeft hier al een voorstel voor liggen, samen met een uitgewerkte Beoordelingsrichtlijn (BRL) die nodig is om de wijze van bemonstering te kunnen certificeren.
Een helpende hand in de isolatieopgave waarbij oog voor de natuur is, is door in nieuwbouwwoningen nestkasten in te (blijven) bouwen. Dat is veel makkelijker te realiseren in een woning die nog wordt gebouwd, dan een woning waarvan de gevel al staat. Het helpt de isolatieopgave in de bestaande bouw en het creëren van voldoende alternatieve verblijfplaatsen voor beschermde diersoorten enorm als minister Keijzer opvolging geeft aan de aangenomen motie van het lid de Hoop c.s..
Tot slot doet de NVDE de oproep voor de wederopbouw van de isolatiesector. Het per 1 maart 2025 wettelijk jaarrond toestaan van soortenDNA als erkende opsporingsmethode is de eerste, cruciale stap. Voor isolatiebedrijven ontstaat dan handelingsperspectief, alleen zal de vraag naar (spouwmuur)isolatiemaatregelen niet meteen op het oude niveau zijn. Zeker niet na de meest koude dagen en het voorjaar en de zomer in het vooruitzicht. Het opvoeren van de vraag naar isolatiemaatregelen kan door campagnevoorlichting op korte termijn en door grootschalig wijken aan te pakken. De NVDE deed daarvoor eerder een voorstel.
Uit de praktijk van een middelgroot isolatiebedrijf:
“Het zijn zware tijden voor isolatiebedrijven zoals de onze. Mijn werkgever is 67; hij isoleert al zijn hele leven, maar een crisis zoals nu heeft hij nog niet meegemaakt. Als jij mij nu belt dat je spouwmuurisolatie wilt, dan moet ik eerst een ploeg langs sturen om met flaps en borstels en rugvulling te zorgen dat eventuele vleermuizen er wel uit kunnen, maar niet erin. En dan mag ik in maart drie weken lang isolatieklussen uitvoeren. Van april tot en met juli is de kraamperiode voor vleermuizen, dan mogen we helemáál niks Behalve het werk uitvoeren die wij in de maanden ervoor natuurvrij hebben gemaakt. Dit betekent dat je een flinke werkvoorraad moet opsparen om de andere maanden te overbruggen. Dat werkt frustrerend. Het zou goed zijn als de nieuwe methode voor het opsporen van vleermuizen, eDNA, snel wordt goedgekeurd. In al die gevallen dat er geen vleermuizen in de spouwmuur wonen, kunnen we dan meteen isoleren, met een lager prijskaartje. Voor het voortbestaan van ons bedrijf is het belangrijk dat de eDNA methode uiterlijk per 1 maart overal wordt goedgekeurd. De regels zijn nu in elke provincie verschillend, ook liggen de ecologen niet op 1 lijn. Ons bedrijf heeft al moeten afschalen en we hebben contracten niet verlengd. Ik denk dat er meer dan zeventig procent krimp is ten opzichte van 2023. Gelukkig hebben we nog de zakelijke markt om op terug te vallen.”
Lees hier de volledige reactie van de NVDE over eDNA als erkende maatregel: 20250120_NVDE reactie eDNA als erkende maatregel