Elektrische auto’s zijn vanaf 2025 vrijwel altijd financieel voordeliger voor werkgevers dan fossiele auto’s. Dit blijkt uit onderzoek van CE Delft in opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). ‘Werkgevers besparen geld door voor elektrische auto’s te kiezen.’ zegt Olof van der Gaag, voorzitter NVDE.
Lagere kosten voor de werkgever
Elektrisch rijden is steeds vaker goedkoper dan fossiel. Dat geldt zeker voor zakelijke auto’s, die meer kilometers rijden en dus meer voordeel hebben van de grotere efficiëntie van elektrische auto’s. De Total Cost of Ownership (TCO) van een elektrische auto is in veel gevallen vanaf 2025 al gunstiger. Dat geldt zeker vanaf 2027: dan is elektrisch rijden voordeliger voor de gemiddelde zakelijke auto in de segmenten B – E. Daar valt 94 procent van de zakelijke auto’s in, aldus CE Delft.
Onderstaand plaatje laat het gemiddelde voordeel zien voor alle zakelijke personenauto’s, gerekend over vijf jaar. De levensduur is natuurlijk veel langer, zeker van elektrische auto’s.
De formerende partijen willen (terecht) een gewichtscorrectie voor elektrische voertuigen in de motorrijtuigenbelasting (MRB) doorvoeren. Dit is nog niet meegerekend en maakt het financiële plaatje nog gunstiger.
Draagvlak bij bedrijven
Voor Arno Veenman, beleidsadviseur P&O bij de Volksbank, is het geen verrassing dat elektrisch rijden eerder goedkoper dan duurder is. “Bij de Volksbank is honderd procent elektrisch al verplicht sinds 2017. We zijn gestart vanuit een CO₂-reductiedoel, maar daarna bleek het ook financieel heel aantrekkelijk. Anno 2024 is een elektrische auto in de lease drie procent en bij het laden zelfs dertig procent goedkoper dan een vergelijkbare benzineauto. Ook de leaserijder is gedurende 60 maanden goedkoper uit, zolang er een korting geldt op het percentage fiscale bijtelling voor privégebruik. Kosten zijn dus geen beperking om over te gaan naar een elektrische leasevloot.”
Kans voor bedrijven
De NVDE hoopt dat nog veel meer werkgevers deze kans zullen grijpen om kosten te besparen en de uitstoot van hun mobiliteit te reduceren. De overheid kan die ontwikkeling een steun in de rug geven door invoering van een vlootnormering:
Door vlootnormering worden alle nieuwe auto’s van de zaak verplicht emissievrij, dus elektrisch of op waterstof. Dit bespaart kosten, vermindert de import van fossiele energie en verlaagt de CO₂-uitstoot van mobiliteit in Nederland. Als de norm wordt ingevoerd in 2027 stijgt het aandeel elektrische auto’s van de zaak van 57 procent naar 66 procent in 2030. Dat leidt in 2030 tot een jaarlijkse CO₂-reductie van 0,7 Mton. Dat is zo’n vijf procent van de uitstoot van alle auto’s in Nederland. Daarbij is nog geen rekening gehouden met het positieve effect van de doorstroom naar de tweedehands markt. Vlootnormering is goed voor een serieuze tweedehandsmarkt, waardoor elektrische auto’s sneller bereikbaar worden voor iedereen.
De NVDE pleitte enkele jaren geleden al met een coalitie van tientallen grote bedrijven voor het invoeren van een vlootnormering.
Bijtellingsvoordeel zorgt voor lagere kostende werknemers
De aanschafprijs van elektrische auto’s is tot 2030 meestal iets hoger. Daardoor betalen werknemers voor een elektrische auto meer bijtelling dan voor een vergelijkbare fossiele auto. Vanaf 2026 vervallen de verlaagde bijtellingspercentages voor elektrische auto’s. Die belastingverhoging voor elektrische rijders verhoogt de lasten voor een deel van de werknemers. ‘Elektrisch rijden is beter voor de luchtkwaliteit en het klimaat en zou daarom nooit duurder mogen zijn dan fossiel rijden,’ zegt Van der Gaag. ‘Een verlaagde bijtelling kost de schatkist ook niets, omdat elektrische auto’s nog een hogere aanschafprijs hebben en de belasting daar deels op is gebaseerd.
Lees hier het onderzoek van CE Delft ‘Nul-emissie vlootnormering zakelijke auto’s; Onderzoek naar de kosten voor werkgevers en werknemers’