Energie transitie moet met volle vaart voort na verkiezing Trump

25 november 2016

De koers van Peabody, het grootste kolenbedrijf ter wereld, steeg op 9 november met 50 procent. De dag dat Donald Trump de Amerikaanse presidentsverkiezingen won, was goed nieuws voor kolenbedrijven en slecht nieuws voor de energietransitie.
Het is des te belangrijker dat we in Europa en Nederland het hoofd koel houden en met volle kracht doorgaan met het verlagen van de CO2-uitstoot van onze energievoorziening.
Het energiebeleid in Nederland is jarenlang gekenmerkt door een sterk wisselend overheidsbeleid. Nederland heeft met het energieakkoord een hoopgevend begin gemaakt met de overgang naar 100 procent duurzame energie, maar we zijn pas aan het begin. In het Energieakkoord zijn bovendien geen doelen gesteld voor de uitstoot van CO2. Die doelen komen er nu wel en zijn gebaseerd op het klimaatakkoord van Parijs dat ook Nederland recent heeft geratificeerd. Afgesproken is om de temperatuurstijging van de aarde te beperken tot 1,5 à 2 graden.
Dat betekent dat de uitstoot van CO2 tussen 2035 en 2045 tot ongeveer nul moeten worden teruggebracht. Het zogenaamde carbon-budget, de hoeveelheid totale CO2 die we nog kunnen uitstoten in de komende periode, is dus zeer beperkt. Ieder jaar dat we wachten met effectieve maatregelen, verspelen we een deel van dat CO2-budget.
De afgelopen jaren is er ongeveer 6 miljard euro geïnvesteerd in nieuwe gascentrales en voor eenzelfde bedrag in nieuwe kolencentrales. Tien jaar geleden heeft de politiek aangegeven dat dit nodig was en kregen de nieuwe kolencentrales hun vergunningen. Toen is al aangegeven dat CO2-beperking steeds belangrijker wordt. Nu blijkt er overcapaciteit op de markt te zijn en heeft de energiesector vele miljarden afgeschreven op deze centrales. De kolencentrales stoten veel meer CO2 uit dan we ons kunnen permitteren.
Maar wrang genoeg sluiten bedrijven nu hun gascentrales, zoals recent Engie en RWE bekendmaakten, terwijl die gascentrales maar de helft vervuilen van een kolencentrale. Het is niet de vraag of er centrales moeten sluiten maar welke centrales moeten sluiten. De CO2-uitstoot moet daar een bepalende rol in spelen, naast het economisch rendement Het is tijd om een besluit te nemen over het verminderen van de overcapaciteit en dus het sluiten van centrales, vanuit een brede maatschappelijke afweging. Wij pleiten er voor om de CO2-uitstoot van een fossiele elektriciteitscentrale te begrenzen op het niveau van een gemiddelde gascentrale.
Ook kolencentrales kunnen daaraan voldoen als ze de juiste maatregelen nemen. Als ze die kosten zelf dragen, ontstaat een gelijk speelveld tussen gas- en kolencentrales. Dan kan de markt haar werk doen en zullen economische afwegingen bepalen welke centrales sluiten. Zo zetten we een forse en snelle stap in de beperking van CO2-uitstoot richting de Parijs-klimaatdoelen.
Uiteindelijk zou het voor de energietransitie niet meer uit moeten maken wie het Witte Huis bewoont. Ons energieverbruik moet fors verminderen en de opwekking moet zo snel mogelijk hernieuwbaar zijn. Daarvoor willen wij de grenzen van het onmogelijke opzoeken om zo snel mogelijk zo veel mogelijk CO2-uitstoot te verminderen.
De trend is ook zeer hoopgevend, met een razendsnelle kostendaling in bijvoorbeeld zonnepanelen, windparken en elektrische auto’s en met mooie innovaties in bio-energie. Als we die trend in Europa en Nederland versnellen, creëren we economische kansen voor onze bedrijven en werkgelegenheid, en zullen de landen die traag handelen straks hun winkelwagen moeten vullen met onze innovaties.
Energietransitie moet met volle vaart voort na verkiezing Trump.

Dit artikel van Teun Bokhoven en Olof van der Gaag, voorzitter en directeur NVDE verscheen op 25 november 2016 op de Opinie pagina in het dagblad Trouw


Misschien ook interessant

Jilles van den Beukel (Haags Centrum voor Strategische Studies): “Snelle vergunningverlening en consistent beleid voorwaarden voor de Europese energietransitie”

Jilles van den Beukel (Haags Centrum voor Strategische Studies): “Snelle vergunningverlening en consistent beleid voorwaarden voor de Europese energietransitie”