Ernst Boutkan (Volt) wil één gezamenlijke duurzame energiemarkt in Europa in 2040

8 juni 2023

Ernst Boutkan is kersvers Kamerlid van Volt. Hij gaat over het dossier klimaat en energie en is rapporteur voor de hervorming van de Europese elektriciteitsmarkt. Optimisme en ambitie spatten van hem af: Europa kan in 2040 klimaatneutraal zijn. ‘En dat moet ook echt! Ik ben pas 27 jaar! Het gaat niet alleen over het neerzetten van een klimaatdoel. Het gaat erom dat we onze hele samenleving veranderen.’ Een Europese aanpak biedt volgens Volt zowel Europa als Nederland de kans om mondiale voorlopers te worden op klimaatgebied. Boutkan vindt het belangrijk dat iedereen in de samenleving wordt meegenomen. Groene alternatieven moeten goedkoper worden, zodat we fossiel kunnen gaan beprijzen en normeren. Met een volledige parlementaire Europese democratie zou Europa de slagkracht krijgen om een duurzaam energiesysteem voor alle lidstaten te maken.

Hoe bevalt het als kersvers Kamerlid?
‘Goed! Ik ben nu ruim twee maanden Kamerlid. Ik houd me vooral bezig met de Europese industriepolitiek. Er zullen in Europa voor de zomer grote onderhandelingen gaan plaatsvinden over de fondsen achter de Net-Zero Industry Act. Dat is een plan dat Europa strategisch autonomer moet maken op het gebied van groene technologie. Het gaat niet alleen over het zelf produceren van  zonnepanelen, maar ook over het naar Europa halen van de grondstoffen, over het zelf opnieuw openen van mijnen en het zelf produceren van groene waterstof. Ook de aanleg van infrastructuur die landen met elkaar gaat verbinden is van belang. Dit is één van de punten waar ik erg op inzet. Helaas zijn mijn verzoeken om dit debat tijdig te houden afgewezen. Dit debat wordt net voor het reces behandeld en we hopen op tijd invloed te kunnen hebben.

Verder ben ik rapporteur over energieverordening en de hervorming van de Europese energiemarkt. Daarvoor kon ik naar de ministersconferentie in Stockholm gaan. Interessant! Consumentenbescherming lijkt erg belangrijk te worden, maar eigenlijk gaat het over hoe we de regie op Europees niveau vormgeven. Want als we echt die hoogspanningsnetten aan elkaar willen koppelen om zo beter energie te kunnen verplaatsen en flexibilisering voor elkaar te krijgen, is een internationale inzet nodig. Hoe gaan we dat juridisch goed vastleggen? Dat is nog wel een probleem want we missen een geharmoniseerde wetgeving.

Dit vind ik twee hele mooie punten op dit dossier voor de vier maanden dat ik Kamerlid ben.’

Hoe Europees is het energiebeleid?
‘Europa denkt nationaal. Elk land heeft zijn eigen papiertje met punten die ze voor hun eigen land willen binnenhalen. Daarmee gaan nationale lidstaten tegen elkaar onderhandelen. We zien dat een gasleiding van het Iberische schiereiland lang is tegengehouden door Frankrijk uit angst dat hun eigen kernenergie weggeconcurreerd zou worden. Dat soort nationale belangen staan de energietransitie in de weg. Nu zijn ze halsoverkop, met heel veel miljarden en versoepeling van wetgeving, zulke projecten toch in gang aan het zetten.’

Volt is een pan-Europese partij. Waarin is dat handig?
‘Het is heel handig dat Volt één partij is in alle Europese landen. In Stockholm zat ik bijvoorbeeld naast een parlementariër uit Portugal. Eén van zijn goede vrienden is de voorzitter van Volt Portugal. Dus wij krijgen veel informatie, ook uit de landen zelf. We zijn in elk land politiek actief en hebben overal hetzelfde verkiezingsprogramma. Terwijl andere landen alleen in Europa samenwerken in een alliantie.

We zullen het Europese belang boven het nationale moeten gaan stellen. We zien bijvoorbeeld dat het ETS door bepaalde landen is afgezwakt omdat hun industrieën niet kunnen meekomen. We zouden moeten kijken wat zulke landen, zoals Polen, nodig hebben om de transitie wel te kunnen maken. Er is daar bijvoorbeeld ook heel veel laaghangend fruit in de gebouwde omgeving, waar met Europese fondsen grote klappers te maken zijn. Het is goed dat er een apart ETS komt voor brandstof voor wegtransport en gebouwen.’

Hoe wil Volt al in 2040 de klimaatneutraliteitsdoelstelling bereiken?
‘Volt is niet de enige die zegt dat we eigenlijk in 2040 al klimaatneutraal moeten zijn. Klimaatwetenschappers die mee hebben geschreven aan IPCC-rapporten zeggen dat het rijke Westen in 2040 al klimaatneutraal moet zijn, als we kijken naar onze historische uitstoot en we onze verantwoordelijkheid willen nemen. Het IPCC en de VN geven aan dat Europa China en India aan kan zetten om hun klimaatdoelen te halen, als Europa zo’n stap durft te zetten.

Ik denk dat het mogelijk is als we het echt willen in Europa. En ik denk ook dat het een noodzaak is als we zien hoe hard Europa nu geraakt wordt door droogte. We zien dat nu in Zuid-Europa al gebeuren. Dit is de grootste verbouwing van onze economie van de afgelopen tijd. Het gaat niet alleen over het neerzetten van een klimaatdoel. Het gaat erom dat we onze hele samenleving veranderen. Onze economie moet omslaan, de manier waarop we leven moet omslaan. En hoe sneller we dat doen, hoe meer waarde we er uiteindelijk uit halen. Want als we wachten, kost het meer en dan gaan we achterlopen op andere grootmachten die de omslag ook moeten maken. Dus zet die stip op de horizon neer in 2040 en dan gaan we gewoon die kar trekken. Je zal zien dat we met elkaar antwoorden gaan vinden voor vraagstukken die opkomen, bijvoorbeeld over arbeidskrachten. In de Net Zero Industry Act staat dat Europa speciale arbeidsscholen helpt oprichten voor de mensen die we nodig hebben om de energietransitie uit te voeren. Volt vindt dat de overheid veel meer moet sturen op die essentiële beroepen die je wil stimuleren in je samenleving, bijvoorbeeld met een goedwerkend alternatief voor het opgeheven STAP-budget.

We moeten gewoon beginnen met een transitie-offensief. Normeren hoort daarbij, bijvoorbeeld het verplichten van zonnepanelen op nieuwe woningen. Als je op die manier gaat nadenken, is er veel meer mogelijk dan dat we nu doen voorkomen.’

Hoe kijkt u aan tegen de Europese klimaatplannen?
‘Wij vinden dat ze ambitieuzer mogen. Ik vind het natuurlijk fantastisch dat we het eerste continent zijn dat zulke ambitieuze plannen neerlegt en dat in gezamenlijkheid doet met 27 verschillende landen. Maar ik vind het moeilijke aan de Europese klimaatplannen dat nationale landen zich er aan moeten committeren. Dat zwakt ze af.
We zien dat er heel veel extra plannen zijn uitgerold op het gebied van energie-onafhankelijkheid van Rusland. Ik denk dat RePowerEU een groot verschil kan maken in het versnellen van de groene transitie. Maar de financiële kant daarvan is lastig, want de RFF fondsen, de leningen die over waren van de coronabonds, gaan daar nu voor gebruikt worden. Ook voor de Industry Act wordt al naar diezelfde pot geld gekeken. En bepaalde landen, waaronder Nederland, willen eerst alle huidige potjes opmaken, zoals bijvoorbeeld cohesiefondsen die bestemd zijn voor de landbouw. Ze snoepen overal wat af want ze willen de begroting niet groter maken. Volgens mij moeten we meer Europees geld in de energietransitie stoppen om alle landen mee te krijgen.

Een positief punt is het CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism). Dit kan enorm helpen om de Europese markt te verduurzamen. Maar er zitten nog wel een aantal haken en ogen aan, zoals of het wordt goedgekeurd in het internationale handelsrecht.’

En mondiaal, hoe krijgen we ontwikkelingslanden mee, zoals in Afrika en Azië?
‘Europa financiert via de Europese Investeringsbank veel projecten buiten Europa die verduurzaming helpen. Op veel plekken, zoals in Noord-Afrika, zijn kansen voor private investeringen in groene waterstof. Wel maak ik me zorgen over gebieden waar publieke investeringen de enige opties zijn, door bijvoorbeeld ontwrichting door klimaatverandering en conflicten. Ik vind dat wij daar een verantwoordelijkheid hebben, niet alleen om klimaatschade te betalen, maar ook om die te voorkomen of te verminderen.’

Wat vindt u van het aanvullende klimaatplan dat Minister Jetten in april presenteerde?
‘Ik ben blij dat er regelmatig klimaatpersconferenties komen. We moeten mensen mee gaan nemen in waarom en hoe we dit willen doen. Ik vind het jammer dat de maatregelen waarschijnlijk de zwaksten niet gaan helpen, die het zwaarst geraakt worden en de omslag waarschijnlijk niet kunnen betalen.

Verder vind ik het raar dat de minister een IBO (Interdepartementaal Beleidsonderzoek) opvraagt over normeren en beprijzen en dat de uitkomst is dat we extra gaan subsidiëren. Daar heb ik me echt over verbaasd. Dit gebeurt vooral om dat er geen alternatieven beschikbaar zijn voor burgers. Kijk bijvoorbeeld naar het verbieden of extra belasten van vluchten. Dat zat in het eerste IBO. We betalen niet de eerlijke prijs voor het nemen van het vliegtuig. Als we met elkaar geen alternatief aan burgers kunnen bieden, dan zou ik ook gaan steigeren als het duurder wordt om te vliegen. Een vliegtaks is prima als internationaal treinreizen goedkoper en makkelijker wordt.  Volt is heel erg voorstander van normeren en beprijzen, omdat bepaalde dingen niet meer passen binnen de grenzen van de planeet en de natuur.’

Hoe krijgen we mensen mee?
‘Als de transitie mensen rechtstreeks raakt in hun leven, zijn alternatieven essentieel. Die ontbreken vaak. Mensen gaan natuurlijk steigeren als de benzine duurder wordt terwijl het OV tegelijkertijd verschraalt.’

Hoe ziet u de omslag in de industrie?
‘Daar kan echt heel veel gereduceerd worden. Uiteindelijk gaat het natuurlijk over het stimuleren van de nieuwe industrie. We moeten met elkaar bedenken wat we gaan doen met die gebieden van Europa die straks achterlopen als er door het ETS bepaalde sectoren wegvallen. In hoeverre gaan we chemiebedrijven helpen om groene koolstof en groene waterstof te gebruiken? Je kan niet zomaar zeggen dat we de industrie wel laten vertrekken en die producten importeren. Het is een heel, heel moeilijk pad. Ik vind het een relevante vraag, die nu rondgaat in Europa, welke dingen we hier willen produceren. Een te grote afhankelijkheid van grondstoffen is niet wenselijk in de verschuivende geopolitieke wereld. Ik vind het goed dat Europa veertig procent van de groene technologieën zelf wil produceren in 2040, zoals in de Industrie Act staat.’

Welke koers zou de NVDE de komende jaren moeten varen?
‘Ik heb regelmatig contact gehad met de NVDE, bijvoorbeeld over haar rapporten. De positieve grondhouding van de NVDE en de openheid over taboes vind ik erg fijn, dat waar nodig beide kanten worden belicht. Wij zijn ook heel positief over het halen van de klimaatdoelen. Want dat moet wel echt! Ik ben pas 27 jaar! Ik vond het NVDE-plan om snel onafhankelijk te worden van Russische energie echt fantastisch. Het toont de mogelijkheden en neemt de bij de NVDE aangesloten bedrijven mee.’

Met Silvio Erkens (VVD) bent u rapporteur over de herziening van de Europese elektriciteitsmarkt. Welke kant moet het op?
‘Ik denk dat wij als Nederland met 70 gigawatt windenergie op zee een enorm potentieel hebben om bijvoorbeeld de Duitse industrie te helpen aan groene elektriciteit of groene waterstof. Ik heb nog niet echt een duidelijke strategie daarvoor gezien op Europees niveau. Hoe kunnen we nou de meest efficiënte elektriciteitsmarkt organiseren met elkaar? Dan vind ik het wel gevaarlijk dat elke lidstaat zijn eigen keuzes gaat maken, die we niet goed afstemmen, en dat we dan met een suboptimaal systeem zitten.

Bij een schaarste aan energie, is alles wat je bespaart natuurlijk mooi meegenomen. Dit spoort ook een snelle uitrol van duurzame energie aan. Ik merk dat andere landen moeite hebben met de flexibilisering van het elektriciteitsnet. Ik denk dat Europese landen juist daar elkaar kunnen helpen, ook met kennisuitwisseling. In Nederland hebben we ook netcongestie, waardoor in bepaalde gebieden geen nieuwe verbruikers meer kunnen worden aangesloten. Dat is niet goed.’

Hoe ziet u dat dat elektriciteitsnet snel uitgebreid moet worden?
‘We hebben ingezet op het opleiden van extra mensen die nodig zijn voor die transitie. Bepaalde technologische ontwikkelingen, zoals microgrids, kunnen ook heel erg helpen. Het op kleine, regionale schaal delen van elektriciteit kan nog veel beter geregeld worden. Maar we moeten vooral ook gewoon gaan verzwaren, want we zullen veel meer elektriciteit gaan gebruiken in Nederland en elders. Dus het een sluit het ander niet uit.’

Ziet u nog kansen om energie te besparen?
‘De besparing vond tot nu toe vooral plaats bij huishoudens en dat heeft pijn gedaan in de samenleving. Dit gaat nog wel een paar jaar duren. Ik betwijfel of bijvoorbeeld de industrie het maximale heeft gedaan, of dat er genoeg hulp is gegeven aan huishoudens om te besparen. Ik weet wel we helaas nog geen besparingsoffensief zijn gestart en dat de handhaving van de energiebesparingsplicht nog steeds achterblijft.’

De NVDE lanceerde een plan voor de wijkgerichte aanpak van energiearmoede door verduurzaming van woningen. Goed idee?
‘De overheid moet inderdaad meer regie pakken en meer faciliteren, zoals zorgen dat er genoeg handjes zijn. Ik denk dat er op die manier meer vaart achter gezet kan worden.’

Hoe duurzaam woont en reist u zelf?
‘Ik heb ventilatortjes onder de radiatoren geïnstalleerd, dikkere gordijnen opgehangen en ik stook zo min mogelijk. Ik woon in een heel klein appartementje. Dus dat is allemaal heel duurzaam. Verder heb ik geen auto en ben ik als enig delegatielid naar Stockholm gegaan met de nachttrein. Sowieso ga ik altijd met de trein op vakantie.’


Misschien ook interessant

Jilles van den Beukel (Haags Centrum voor Strategische Studies): “Snelle vergunningverlening en consistent beleid voorwaarden voor de Europese energietransitie”

Jilles van den Beukel (Haags Centrum voor Strategische Studies): “Snelle vergunningverlening en consistent beleid voorwaarden voor de Europese energietransitie”