Klimaatbeleid is één van de kernonderwerpen van de Partij voor de Dieren, vertelt Tweede Kamerlid Frank Wassenberg. “Wij staan voor duurzaamheid. Woningisolatie is belangrijk. Het is een cliché, maar wel erg waar: De meest duurzame energie is de energie die je niet gebruikt. En de energie die je wel nog gebruikt, moet natuurlijk duurzaam zijn.” Daarvoor is het nodig dat belemmerende wetgeving op de schop gaat en de overheid het voortouw neemt, vindt de Partij voor de Dieren.
Wat moet er volgens u in de komende vier jaar geregeld worden in het energiebeleid?
“Ten eerste moet de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk stoppen. En we moeten zo snel mogelijk van het aardgas af. Dat zal niet in de komende vier jaar lukken, maar de Partij voor de Dieren vindt dat er in ieder geval geen nieuwe gasboringen mogen komen, ook niet in de Noordzee. Waar nu al gas gewonnen wordt, moet dat worden afgebouwd.
Ten tweede moeten we stoppen met subsidies aan de industrie voor energiegebruik. Eigenlijk zijn het belastingvoordelen, maar dat komt neer op subsidies. Alle gebruikers betalen belasting op energie. Nu geldt: hoe meer je gebruikt, hoe minder je betaalt. De vervuiler betaalt dus niet voor zijn vervuiling. Dat kan zo niet langer. We moeten de belastingvoordelen aan grootverbruikers gefaseerd afbouwen.
Ten slotte vind ik dat de isolatie van woningen en gebouwen sneller moet. Daar blijft nog teveel liggen. Het niet gebruiken van energie is de beste oplossing.”
Hoe ging het debat in de Tweede Kamer over de begroting van Economische Zaken en Klimaat vorige week?
“Wij hebben een punt gemaakt van het behouden van het stimuleringsbeleid voor zonnepanelen. De huidige salderingsregeling heeft veel mensen overgehaald om zonnepanelen te installeren. De minister wil nu de salderingsregeling vervangen door een terugleversubsidie per 2020.
Maar wij kennen de details van de nieuwe regeling nog niet. We kunnen het nog niet laten narekenen door deskundigen en we kunnen het dus ook niet controleren. En dat is wel onze taak als Kamerleden. Daarom houden we voorlopig liever vast aan de salderingsregeling.”
Wat vindt u van de koers van minister Wiebes?
“Wiebes verengt de klimaatdiscussie tot een energiediscussie. Maar er zijn meer veroorzakers van klimaatverandering dan alleen de energiesector. De veeteelt is wereldwijd verantwoordelijk voor 14 procent van de uitstoot. En Nederland is één van de meest veedichte landen ter wereld. De vee-industrie moet worden verkleind. Als je het probleem al verkeerd omschrijft, dan kom je niet tot een oplossing.
Bovendien richt Wiebes zich teveel op alleen CO2-reductie. Het regeerakkoord mikt op CCS, het onder de grond stoppen van CO2. Daar zijn wij mordicus tegen. Je lost er het probleem niet mee op. Je faciliteert de fossiele industrie, waardoor mensen er langer afhankelijk van blijven. Door zo’n zware inzet op CCS zou de transitie met vijftien jaar worden uitgesteld.”
Wat vindt u dat er in de Klimaatwet moet komen?
“Het is goed dat er een Klimaatwet komt. We zullen er kritisch naar kijken en hem zo nodig flink amenderen om het aan te scherpen. We hebben nu een paar debatten gehad met Wiebes. Ik merk en geloof ook zeker dat hij echt aan de slag wil. We zullen positief-kritisch zijn en hem blijven aansporen tot actie. Ik hoop dat de Klimaatwet meer gaat bieden dan het Regeerakkoord. Dat vonden wij te weinig concreet op de korte termijn.
En het Klimaat- en Energieakkoord met maatschappelijke partijen?
Het is goed om dit met maatschappelijke partijen te maken. Als het maar niet teveel een polder-verhaal wordt. Over het vorige Energieakkoord waren we niet erg enthousiast. Een aantal milieuorganisaties was er ook een beetje in gerommeld; met de bijstook van biomassa bijvoorbeeld is eigenlijk niemand gelukkig. In sommige gevallen betekent dit dat bossen in Canada versnipperd worden om hier in kolencentrales te verbranden. De Partij voor de Dieren vond dat van begin af aan al een slecht idee. Maar de minister zei dat het nu eenmaal was afgesproken in het Energieakkoord, dus dan kon je hoog of laag springen, maar hij bleef er subsidie in steken, ook al was iedereen het erover eens dat het niet duurzaam is. Dus gepolder leidt ook tot rare dingen. Doel van het akkoord moet zijn het terugdringen van klimaatverandering, niet het sluiten van een slap akkoord om iedereen erbij te houden. Het is wel belangrijk dat marktpartijen blijven meedoen. Maar je moet niet van een kilometer afstand kunnen zien dat het een polderakkoord is, want dan is niemand enthousiast.”
Welke taakverdeling tussen overheid en markt is volgens u ideaal?
“De Rijksoverheid moet de energietransitie makkelijker maken. Het grootste obstakel is verouderde wetgeving. We hadden voor het zomerreces een hoorzitting over het einde van de gasaansluitplicht. Netbeheerders, provincie, gemeentes en marktpartijen zeiden allemaal dat er teveel juridische obstakels zijn als ze wijken gaan renoveren. Daar zijn onorthodoxe maatregelen nodig. De tijd dringt: we hebben nog maar een beperkt aantal jaren om over te stappen op duurzame warmtetechnieken. De Partij voor de Dieren pleit voor een verbod op het aansluiten van gas bij woningen, tenzij het totaal niet anders kan. Het is nodig om strenger te zijn dan alleen het afschaffen van de aansluitplicht.
Als de overheid belemmerende regels heeft opgeruimd, moet ze niet met de armen over elkaar gaan zitten. Door subsidies en fiscaal beleid moet ze de transitie de goede kant op sturen.
Veel bezwaren van de markt zijn op te lossen door afspraken te maken voor de langere termijn. Nederland scoort slecht met haar zwalkende beleid. In Duitsland is de Energiewende mede mogelijk gemaakt door consistent beleid. Dat kan best streng zijn, als de markt maar weet waar ze de komende tien jaar aan toe is.”
Wat vindt u van de stand van zaken van de energietransitie?
“Die is onderontwikkeld. Zeker als je Nederland vergelijkt met andere Europese landen. Nederland bungelt wat betreft duurzame energie onderaan het Europese lijstje. Alleen Malta en Luxemburg doen het nog slechter. Er was de afgelopen jaren ook nauwelijks een stijging. Toen we het daar met de toenmalige minister Kamp over hadden, zei hij dat er wel een stijging was van 6 PJ duurzame energie, in absolute cijfers. Maar tegelijk groeide het gebruik van fossiele energie met 76 PJ. Daarbij vergeleken valt de groei van duurzame energie in het niet. Over vier jaar hoop ik dat de energietransitie meer ontwikkeld is. De daling van fossiele energie moet minstens twee keer zo snel gaan als de groei van duurzame energie.”
Waar verheugt u zich het meest op in de komende kabinetsperiode?
“Ik vind het ongelofelijk belangrijk om als oppositiepartij met duurzaamheid hoog in het vaandel, te stimuleren dat de coalitie duurzamer gaat denken. Iedereen is het erover eens dat we een stuk duurzamer moeten gaan leven en werken. Maar het tempo waarin we dit doen mag echt een stuk hoger. Ik verheug me daarop, maar voorzie dat het meekrijgen van de coalitie ook een bron van frustratie zal zijn. Lol en frustratie liggen hierin dicht bij elkaar.”
Op welke technologische doorbraak op energiegebied hoopt u?
“Dat vind ik moeilijk. Ik ben ook geen ecomodernist, die denkt dat de techniek het wel even zal oplossen. Groei van duurzame energie is hartstikke belangrijk, maar dat is maar de helft van het verhaal. Besparing is minstens zo belangrijk. De energie die je niet gebruikt, is de meest duurzame energie. Ook al is dat wellicht technologisch minder interessant. Gewoon ouderwets: beter isoleren.
Hoe moet de grote omslag naar duurzaamheid in de gebouwde omgeving tot stand komen?
“We pakken nu enkele duizenden woningen per jaar grondig aan. Dat moeten er honderdduizenden per jaar worden. Ik heb er nog geen precies antwoord op hoe dat moet. Het ministerie moet de markt helpen en partijen bij elkaar brengen. Ik was pas op werkbezoek in Zeist bij een project waar woningen energieneutraal werden gemaakt door Stroomversnelling. Het was een groot project met 200 woningen, maar vergeleken met wat er moet gebeuren is het een druppel op een gloeiende plaat. Je zag daar dat hoe groter het project, hoe meer je kunt standaardiseren. Door de groeiende ervaring zitten mensen bijvoorbeeld nog maar een week in de rommel van de verbouwing.
De overheid moet initiatieven nemen en er geld in stoppen. Laten we beginnen bij makkelijkere gebouwen waar er veel van zijn. Daar kunnen we ervaring opdoen, waardoor het later goedkoper wordt. De overheid moet de regierol spelen en het op grotere schaal uitrollen.
Wat neemt u mee vanuit uw ervaring buiten de Kamer?
“Ik werkte voor een dierenbeschermingsorganisatie, dus daar zal ik weinig aan hebben in dit dossier. Maar ik ben wel al jaren bezig met het stap voor stap verduurzamen van ons huis. Het is een jaren- 30 huis. We hebben het hele huis geïsoleerd en namen zonnepanelen. Geld speelde voor ons geen hoofdrol. Wij zijn principieel gemotiveerd om dit te doen voor het klimaat. Ik heb van elke stap gezien wat de effecten zijn. Daardoor weet ik wat het in de praktijk allemaal betekent. Ik heb mijn informatie niet alleen uit onderzoeksrapporten, maar ook uit gesprekken met de installateur van de zonnepanelen bijvoorbeeld. Een verbouwing van maanden heeft ook best impact op je gezinsleven. Deze ervaring bleek de afgelopen maanden waardevol.”
Wat vindt u van de NVDE?
“Het is fijn dat er één aanspreekpunt is voor alle bedrijven die de energietransitie willen versnellen. Je kunt bijna niet anders dan het ermee eens zijn. Dit kabinet en het vorige zeggen dat we op weg gaan naar duurzame energie. Ik snap dat bedrijven die grotere stappen willen zetten, sneller gaan dan anderen. Maar alle bedrijven zullen hiermee te maken krijgen. De NVDE is niet alleen voor ons een belangrijk aanspreekpunt, maar het is ook nodig dat de NVDE bedrijven aanspoort om de neuzen de goede kant op te krijgen.”
Partij voor de Dieren, pvdd, Frank Wassenberg, foto: Thomas Schlijper