Gedeputeerden Huib van Essen (Utrecht) en Jo-Annes de Bat (Zeeland): ‘Politiek leiderschap nodig om klimaatdoelen te halen’

14 februari 2023

Wat staat er op het spel bij de Provinciale Statenverkiezingen op 15 maart? De gedeputeerden Jo-Annes de Bat (Zeeland, CDA) en Huib van Essen (Utrecht, GroenLinks) gaan erover in gesprek. Beiden zijn strijdvaardig. ‘Om de klimaatdoelen te halen hebben we een rechte rug, doorzettingsvermogen en politiek leiderschap nodig.’ Ze zien ook uitdagingen. ‘Het is fijn dat we eindelijk een daadkrachtige minister hebben, maar Jetten kan niet met kaartjes de wereld besturen. Er is geen blauwdruk om netcongestie op te lossen. We verzinnen in onze provincie creatieve oplossingen,’ zegt De Bat.

Wat staat er op het gebied van duurzame energie op het spel bij de Provinciale Statenverkiezingen, in Zeeland en Utrecht?
Huib van Essen: ‘Veel. Denk bijvoorbeeld maar even terug aan een paar weken terug, toen de A12 volstond met mensen die zich zorgen maken om klimaatverandering. En dat is terecht, want deze tijd vraagt om een rigoureuze aanpak van klimaatverandering. De provincie heeft hier een belangrijke rol in. We kunnen als provincie versnellen, ondersteunen en echt het verschil maken. Kijk maar naar zon en wind op dak en land, en ook naar de warmtetransitie. Woningen die van het gas af moeten, warmtenetten, elektriciteitsnetten. Op al die aspecten spelen we een belangrijke rol als aanjager. En we hebben ook een grote rol in de ruimtelijke ordening en financiering van energieprojecten.’

Jo-Annes de Bat: “Op het spel staan” klinkt alsof er gevaar dreigt. Zo ervaren wij dat niet. We hebben de ambities voor zon en wind tot 2030 ingevuld. Dat is goed gelukt, maar die plannen moeten nog wel voor een deel uitgevoerd worden. Bij een groot deel weten we al wel de locatie van bijvoorbeeld zon op land. We beginnen echter met zijn allen nu pas met het denken over hoe je de elektriciteitsnetten voor de toekomst moet vormgeven. De druk op de netbeheerders is groot, dus daar gaan overheden meer een rol in krijgen. Tot en met 2030 is de grootste uitdaging om te zorgen dat deze netverzwaring gelijk oploopt met de ambitie van de opwek. We zijn best goed in het nadenken over het uiteindelijke eindplaatje, maar minder goed in het daadwerkelijk beginnen. Dat staat er op het spel.’

Wilt u door als gedeputeerde, en waarom?
Huib van Essen: ‘Ik ben lijsttrekker, dus ik wil zeker door. Ik merk dat ik verschil kan maken. Ik vind het leuk om problemen op te lossen in samenwerking met het Rijk, de gemeenten, waterschappen en inwoners. Bij het werken bij een provincie komen veel beleidsmatige en theoretische taken. Daarom vond ik het gaaf dat we veel sociale huurwoningen hebben verduurzaamd toen de energieprijzen begonnen te stijgen. We gaven bijvoorbeeld isolatievouchers uit via gemeenten. Door de energiecrisis werden veel particuliere woningeigenaren getroffen, die geen isolatie konden betalen. Deze specifieke groep hebben we ook kunnen helpen, in samenwerking met grote gemeenten. Dat vind ik mooi. Zo brengen we de sociale kant en verduurzaming bij elkaar, en het is ook nog natuurinclusief, met aandacht voor vleermuizen. Dit soort initiatieven maken het werk erg concreet. En de urgentie van het klimaatprobleem wordt alleen maar groter en de rol van de provincie alleen maar belangrijker.’

Jo-Annes de Bat: ‘Ik wil ook absoluut door. We doen leuke en mooie dingen. Ik ben een echte Zeeuw, e er is toch niets leuker dan te werken voor je eigen provincie? Ook zie ik net als Van Essen genoeg uitdagingen. Ik ben al acht jaar gedeputeerde, dus ik heb er wel even over na moeten denken. Maar het werk doe ik gewoon heel graag en het is goed om stabiliteit te behouden in het provinciebestuur. Ik ben bijvoorbeeld betrokken bij wind- en zonne-energieprojecten, maar ook bij kernenergie. Die projecten zijn in gang gezet en het is fijn om daarmee door te kunnen gaan.’

Waar zou de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE zich de komende jaren vooral op moeten focussen?
Jo-Annes de Bat: ‘Op sociale media zie ik regelmatig goede dingen langskomen. Ik zou zeggen: hou die communicatielijn vast. Wel ben ik van mening dat kernenergie ook duurzaam is, dus zet hier vol op in!’

Huib: ‘Het is heel belangrijk dat de duurzame energiesector via de NVDE ook een stem heeft. Jullie zijn aanjager en representant van de energietransitie. De discussie rond wind is bijvoorbeeld hardnekkig en taai. Speel daar op een eerlijke manier op in: door het nut en de noodzaak te noemen, maar ook de risico’s die daarbij horen. Ook wordt flexibiliteit steeds belangrijker: het afstemmen van de vraag naar duurzame energie met het aanbod. Daar zie ik ook een belangrijke rol voor de NVDE weggelegd.’

Hoe kunnen bedrijven bijdragen aan het versnellen van de energietransitie? Heeft u contacten met hen?
Jo-Annes de Bat: ‘Heel veel mensen vertellen je hoe het moet. Als politicus is het belangrijk om scherp te zijn wie je daarin wel en niet serieus neemt. Als we met een gasloze wijk aan de slag gaan, moet dit in die wijk zelf opgepakt worden. Ik denk dat het beter werkt om een aantal inwoners in de wijk een bedrag te geven om aan verduurzaming te doen, dan om een bureau in te huren om iets te bereiken.’

Huib van Essen: ‘Ik heb zelf niet heel veel contact met bijvoorbeeld energieproducerende bedrijven, want je moet geen individuele bedrijven invloed gunnen. We ondersteunen wel op meerdere manieren verschillende bedrijven, zoals innovatieve start ups, die barrières waar we nu tegenaan lopen proberen te slechten. Ik ga graag naar innovatiedagen toe, om te weten wat er speelt. Als overheid moet je toch bij de tijd blijven.’

Green Energy Day valt in Utrecht op 15 februari en in Zeeland op 20 februari. Dit is de dag waarop alle duurzame energie voor dat jaar ‘op’ is. Daarmee lopen deze provincies achter op het landelijke gemiddelde (2 maart). Wat gaan jullie doen om deze achterstand in te halen?
Jo-Annes de Bat: ‘Als we onze eigen balans opmaken, halen we de doelen keurig. Maar we zitten in Zeeland met veel industrie. Die kunnen alleen verduurzamen met duurzame elektriciteit of waterstof. Als Dow Chemical zou elektrificeren… dan hebben we op 1 januari Green Energy Day in Zeeland, door de toegenomen elektriciteitsvraag. Het is goed dat jullie ons scherp houden, maar het doel is CO2-reductie en niet per se het opwekken van duurzame energie. Duurzame energie wekken we op ten gunste van CO2-reductie. Waar die stroom vandaan gaat komen, gaan we komende jaren zien.’

Huib van Essen: ‘In Utrecht zijn de gebouwde omgeving en mobiliteit vooral grote energieverbruikers. Wij hebben in tegenstelling tot Zeeland geen grote industrie. De provincie is belangrijk in de verduurzaming van elektriciteit. We hebben een ambitieus RES-bod van 2,4 TWh aan het Rijk gedaan. Dit realiseren vraagt echter wel een rechte rug, doorzettingsvermogen en politiek leiderschap. Ik denk dat we het gaan waarmaken. Met name voor windenergie willen we meer de regie pakken. We starten bijvoorbeeld met een milieueffectrapportage, zodat er voldoende windlocaties gerealiseerd kunnen worden. Ook willen we lokaal eigenaarschap bevorderen. En de warmtekant is heel taai. Naar kleine gemeenten toe kunnen we een belangrijke rol pakken. Wijk voor wijk van het gas af gaan is namelijk arbeidsintensief en ingewikkeld. We willen als provincie daarbij ondersteunen.’

Wat vindt u, meneer De Bat, van de plannen voor twee nieuwe kerncentrales in Borssele? Hoe staat het met het draagvlak daarvoor in Zeeland? En ziet u ook alternatieve bronnen van flexibele CO2-vrije elektriciteit?
Jo-Annes de Bat: ‘We hebben een spannende periode achter de rug. Het Rijk vond dat Zeeland de meest geschikte locatie was voor twee nieuwe kerncentrales. Nu komen wij in beeld om er te zijn voor de Zeeuwen en het gehele proces eerlijk te laten verlopen. We praten vaak over kansen en voorwaarden. We zien kansen voor het elektrificeren van onze industrie en nucleaire kennisontwikkeling. En ook voor waterstof: je hebt de elektronen namelijk nodig. We hebben ook voorwaarden zoals het participatieproces. Ook willen we niet dat er nog meer hoogspanningskabels dwars door onze provincie worden getrokken. Daarnaast moeten de dorpen in de omgeving ook de lusten van een kerncentrale ervaren. Bijvoorbeeld door het bouwen van een warmtenet in de omgeving.’

Utrecht hanteert sinds kort een interne CO2-prijs. Hierbij reken je in kosten-batenanalyses met een reële CO2-prijs, waarbij ook de toekomstige schade van klimaatverandering is meegenomen. Hierdoor worden veel duurzame projecten een stuk rendabeler in de berekeningen bij beleidskeuzes. Waarom hebben jullie dat ingevoerd, meneer Van Essen?
Huib van Essen: ‘We hadden voor investeringen al langer CO2-prijzen bij kosten-batenanalyses. We hebben deskundigen ingehuurd en die lieten ons goed onderbouwde datasets zien, die de kosten van klimaatverandering goed weerspiegelen. We hebben gekeken naar de beste waarde die we konden hanteren volgens de huidige wetenschap. Die kwam uit op € 875,- per ton CO2. Hiermee nemen we de maatschappelijke impact van klimaatverandering mee in onze beleidsoverwegingen en komen veel ‘groene’ keuzes bovendrijven.’

Zou dit ook wat zijn voor Zeeland?
Jo-Annes de Bat: ‘Dit is zeker iets voor ons. Er is al een Zeeuwse gemeente die ernaar kijkt en de ervaringen van Utrecht zullen we zeker meenemen.’

Hoe kunt u als provincie bijdragen aan het versnellen van doorlooptijden van duurzame energieprojecten? Nu duurt het vaak acht tot tien jaar voordat er een groot energieproject, zoals een windpark of netuitbreiding, gerealiseerd wordt.
Jo-Annes de Bat: ‘Goede vraag. Wij hebben twee ambtenaren in dienst die veel zelf doen. Ze gaan naar dorpsraden, bedrijven en inwoners toe. Dit lijkt kneuterig, maar het werkt wel. Daarmee groeit het vertrouwen en merken inwoners dat ze alle ruimte hebben om mee te denken. In onze provincie heeft de coöperatie Zeeuwind veel ervaring met dit soort projecten. Dat is echt goud waard, want het gaat allemaal om ervaring en persoonlijk contact. En moet er meer landelijke regelgeving komen? Ik weet het niet. We hebben al veel in procedures en verplichte stappen vastgeprikt. Deze procedures hinderen ons nu niet. De uitdagingen zitten veel meer op bijvoorbeeld financiering, het Umfeld van echte regelgeving, dan op procedures.’

Huib van Essen: ‘Het belang van energiecoöperaties en inwonersinitiatieven is in Utrecht erg groot. We hebben de afgelopen jaren een heel instrumentarium opgetuigd om dit actief te ondersteunen. Een projectleiderspool, garantstelling en inhoudelijke ondersteuning: dat helpt. Het tweede is: ik zie bij de concretisering van de Regionale Energiestrategieën (RES) dat je jarenlang kan praten zonder een stap te zetten. Dat geldt bij opwek, maar ook bij netuitbreiding. Het is van belang om minder te praten en meer stappen te zetten. We willen nu bijvoorbeeld een rol spelen bij netuitbreiding van TenneT. Je kunt dit vijf jaar boven de markt laten hangen, maar er ook bestuurlijk bovenop zitten. En we zijn aan het kijken om capaciteiten te bundelen. Grote projecten zijn in kleine gemeenten soms niet te doen. Dit moeten we gezamenlijk oppakken en wij kunnen hier als provincie een versnellende rol spelen.’

Wat is uw visie op het verminderen van netcongestie, de file op het elektriciteitsnet?
Jo-Annes de Bat: ‘De ondernemingshub Dockwize in Zeeland heeft samen met netbeheerder Stedin een challenge uitgeschreven: kom met ideeën om dit probleem op te lossen. Ze hebben er wel tachtig binnengekregen. We kunnen de pieken op het elektriciteitsnet eruit halen, of creatieve oplossingen verzinnen met accu’s en het afschakelen van instrumenten. Volgens Stedin gaat dit echt helpen. En ik denk dat er nog heel veel kan meer zonder hard in te grijpen. Wat wel een zoektocht is: door netcongestie kunnen meerdere projecten die de SDE++ subsidie zouden ontvangen, nu niet doorgaan. Daar moet het kabinet afspraken voor maken, want het zou zonde zijn als de energietransitie vertraging oploopt door file op het net.’

Huib van Essen: ‘Wij zijn op drie sporen bezig. Eén: het versnellen van netuitbreiding. Twee: flexibiliteit, namelijk vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen en het opvangen van pieken, zodat we de stroom op een ander moment kunnen inzetten, bijvoorbeeld door batterijsystemen. En drie: het beter plannen van elektriciteitsnetten. Op welke locaties is er over tien tot twintig jaar veel opwek nodig? Waar gaat het passen? Welke wijken elektrificeren er het eerst en waar ligt industrie? Dit moeten we allemaal in beeld gaan brengen. Energie wordt voor het eerst een factor in de ruimtelijke ordening.’

Jo-Annes de Bat: ‘We zien dat er een heleboel niet te voorspellen is. Je wil redeneren van waaruit het net wel capaciteit heeft. Het is fijn dat we eindelijk een daadkrachtige minister hebben, maar Jetten kan niet met kaartjes de wereld besturen. Er is geen blauwdruk om netcongestie op te lossen. Ik denk dat we het kleiner moeten maken. Zeeland moet beginnen bij de grote industrie, waar de meeste netcongestie zit. Hier valt tegelijkertijd ook de meeste CO2-winst te behalen.’

Huib van Essen: ‘We overwegen een energietoets, die bij elk project de vraag stelt of het op het elektriciteitsnet past. En we moeten de balans van 90 % zonne-energie en 10 % windenergie herstellen, zoals het nu in de RES-ambities staat. Dit is desastreus voor het efficiënt benutten van het elektriciteitsnet, omdat zon en wind elkaar vaak afwisselen.’

Hoe duurzaam woont en reist u zelf?
Jo-Annes de Bat: ‘Ons huis is zo goed als energieneutraal. We maken gebruik van bodemwarmte en vijftien zonnepanelen. We leveren vaak meer energie terug dan we nodig hebben. Verder fiets ik naar de trein, of pak ik de elektrische dienstauto. Het is leuk dat ik dit kan vertellen, maar het is niet iets om mee te pronken. Ik mag best een voorbeeld geven, maar ik besef ook dat niet iedereen deze investering kan doen.’

Huib van Essen: ‘Ik sluit me bij dat laatste punt aan. Verder woon ik in een huis uit 2005, dat super geïsoleerd is en op een warmtenet is aangesloten dat met tak- en tophout uit de omgeving gestookt wordt. Ook heb ik zonnepanelen op het dak liggen: twee meer dan Jo-Annes! En ik doe veel op de fiets, want het werk van een gedeputeerde is al te vaak zittend achter een bureau.’


Misschien ook interessant

Jilles van den Beukel (Haags Centrum voor Strategische Studies): “Snelle vergunningverlening en consistent beleid voorwaarden voor de Europese energietransitie”

Jilles van den Beukel (Haags Centrum voor Strategische Studies): “Snelle vergunningverlening en consistent beleid voorwaarden voor de Europese energietransitie”