Olof van der Gaag over het belang van een stevig klimaatakkoord dat de verwachtingen overtreft.
Nu millennials het Binnenhof overnemen, neemt de zeggingskracht van Van Kooten en De Bie natuurlijk snel af. Toch is de geest van De Tegenpartij nog springlevend. ‘Geen gezeik, iedereen rijk’ was hun onovertroffen campagneslogan. ‘De Tegenpartij – maakt iedereen blij’ zong het duo in het partijlied. Welke partij wil dat nou niet? Maar voor het klimaatbeleid van het kabinet gaat die slogan niet op.
Deze week bleek het liedje de rechter minder te kunnen bekoren. In de klimaatzaak van Urgenda maakte het gerechtshof opnieuw korte metten met het ‘reken-je-rijk’ klimaatbeleid van het kabinet
Nederland is Europees koploper in het gat tussen doelen en realisatie en moet nu de daad bij het woord voegen. Doelen zijn er niet alleen om te stellen maar ook om te halen. En alle mogelijke redenen om dat niet te doen, zijn verworpen.
Toch is de overheid hierin hardleers. In de eerste reactie van de Rijksoverheid stond nog steeds dat de doelen binnen bereik zijn – waar de rechter zojuist had vast gesteld dat er echt meer actie nodig is. Dit patroon is zeer hardnekkig. Het Energieakkoord maakte een belangrijke stap vooruit met het stellen van meetbare doelen, inclusief onafhankelijke monitoring via het Planbureau voor de Leefomgeving en borging via de borgingscommissie onder leiding van Ed Nijpels.
Maar omdat de toekomst zich zelfs door PBL moeilijk laat voorspellen, zit er altijd een bandbreedte in de prognoses. Binnen het Energieakkoord bestond steeds een grote neiging om de zonnigste kant van de bandbreedte te gebruiken om vast te stellen dat de doelen ‘binnen bereik’ zijn. Zelfs de formulering is dus vertrouwd. Het vervelende van dit ‘optimisme’ is dat het uiteindelijk leidt tot pessimisme: als je elk jaar te horen krijgt dat je je doelen niet haalt en meer moet doen, ontstaat het beeld dat het niet mogelijk is om de doelen te halen.
Er is een serieuze wens om de doelen te halen – en een even serieuze wens om de verkiezingen te overleven
De oplossing is niet dat we de Irakese oud-minister Al-Sahhaf[1] naar Nederland halen als nieuwe woordvoerder van het klimaatakkoord. De oplossing is dat we stoppen met het reken-je-rijk klimaatbeleid en zulke maatregelen nemen dat de kans groter is dat we de doelen overtreffen dan dat we jaarlijks tekort schieten. Het nieuwe klimaatakkoord moet dus ook geen hakken-over-de-sloot overeenkomst zijn. Dan wordt ook de baan van Ed Nijpels en minister Wiebes nog leuker: grote kans om jaarlijks stralend te kunnen melden dat de doelen weer zijn overtroffen.
De recente analyse van PBL van de hoofdlijnen van het klimaatakkoord geeft dat beeld natuurlijk nog niet – en de kabinetsbrief van 5 oktober is ook nog niet helemaal in deze geest geschreven. Een paar goede denkrichtingen maar ook nog veel om uit te werken. Goede stappen vooruit – en ook weer stappen achteruit. De gevraagde extra aandacht voor heffingen en normering is zeer zinnig – en ook in lijn met de column van Frans Rooijers op Energiepodium van 27 september.
Tot het opheffen van het politieke taboe op de kilometerheffing voor personenauto’s heeft dat echter bijvoorbeeld nog niet geleid. Voor vrachtverkeer stond het voorstel gelukkig al in het regeerakkoord. Er is een begin van een CO2-heffing voor de industrie. ‘Als borgingsmechanisme’, waarbij de industrie de opbrengsten kan benutten voor CO2-besparende investeringen. Dit lijkt op de vorm die ook voor de transportsector is gekozen en op mijn eigen voorstel voor een ‘toekomsttientje’, waarmee de industrie en overheid de kosten voor de transitie kunnen delen.
Bij de gebouwde omgeving valt juist op dat het kabinet de voorgestelde aanpassing van de energiebelasting afzwakt – en verplichtingen voor huishoudens onwenselijk acht. Hier duwt het kabinet de gebouwde omgeving dus zelf richting subsidie. Ik zie de politiek hier laveren tussen de berekeningen van Pieter Boot en die van Maurice de Hond: er is een serieuze wens om de doelen te halen – en een even serieuze (en begrijpelijke) wens om de verkiezingen te overleven.
Laten we als uitgangspunt nemen dat doelen & draagvlak onlosmakelijk verbonden zijn. Beiden zijn gebaat bij een duidelijke koers die ook bij tegenwind stabiel blijft. Zo wordt in Nederland bijvoorbeeld de staatsschuld ook al heel lang zeer serieus genomen. Een ander voorbeeld is de geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Jarenlang was ‘het H-woord’ misschien wel het grootste taboe op het Binnenhof, maar ook daar is het gelukt om een geleidelijke omslag in te zetten. Nederland kan het dus best, de toekomst in zonder reken-je-rijk beleid. Op naar een stevig klimaatakkoord dat de verwachtingen overtreft!
[1] Mohamed Saïd al-Sahhaf was minister van informatie onder Saddam Hoessein tijdens de tweede Golfoorlog (2001). Hij kreeg een cultstatus doordat hij op TV consequent beweerde dat Irak aan de winnende hand was, zelfs toen de Amerikaanse tanks Bagdad al binnen reden.
Deze blog van Olof van der Gaag is gepubliceerd op energiepodium.nl.