De Overlegtafel Energievoorziening is een informeel overlegorgaan waarin sinds enkele jaren verschillende partijen ‘met de benen op tafel’ vooruitkijken naar de energievoorziening van de toekomst. Diverse partijen uit de energieketen nemen deel: afnemers, producenten en netbeheerders. Het ministerie van Economische Zaken en de Autoriteit Consument en Markt zijn toehoorder. Doel van de OTE is om verder te kijken dan de wereld van vandaag en morgen en zich te buigen over de vraagstukken van overmorgen. Hoe ziet de energiewereld er dan uit? Namens NVDE neemt Teun Bokhoven deel aan de OTE. Alienke Ramaker neemt namens NVDE deel aan de OTE-werkgroepen, die op ad hoc basis worden ingesteld om te rapporteren over een specifiek onderwerp.
Op basis van de blik vooruit worden er vraagstukken onderzocht, waarin gestreefd wordt naar zo objectief mogelijke fact-finding. In de afgelopen periode hebben twee OTE-werkgroepen rapporten afgerond, over flexibiliteit en over de toekomstige stimulering van hernieuwbare energie en het marktontwerp. Bij flexibiliteit zijn drie verschillende modellen geïdentificeerd, die gebruikt kunnen worden om flexibiliteit in te gaan zetten.
Bij de werkgroep die zich bezighield met marktontwerp is gekeken naar diverse typen capaciteitsmarkten. Hierbij gaat het om een markt waarin het beschikbaar hebben van capaciteit (in megawatt) beloond wordt, in plaats van de productie (in megawattuur). De werkgroep zette dit af tegen diverse vormen van stimulering van hernieuwbare energie. Het blijkt dat het specifieke type stimulering weinig invloed op het marktontwerp heeft. Wel heeft de groei van duurzame energie impact op het functioneren van de rest van de markt. In Nederland (anders dan in Duitsland) heeft hernieuwbare energie nu balansverantwoordelijkheid. Dit houdt in dat de programmaverantwoordelijke een dag vooraf een prognose indient bij Tennet voor de verwachte productie en afname. Deze moet zorgen voor evenwicht tussen productie en afname, anders volgt een boete. Door deze balansverantwoordelijkheid is er voldoende vraag naar zekere capaciteit en zijn additionele capaciteitsmechanismen overbodig.
Voor duurzame energie is voorlopig additionele stimulering nodig. Daarvoor moeten er aanvullende duurzaamheidsdoelstellingen worden gesteld. Het is daarbij goed om te realiseren dat bij een zeer groot aandeel intermitterende duurzame energie (wind en zon) de relevantie van de CO2-prijs afneemt. Zelfs als deze zeer hoog is.
Momenteel lopen er nog twee werkgroepen, die eind dit jaar of begin volgend jaar hun project zullen afronden. De ene werkgroep heeft belemmeringen in de transporttarieven van de netbeheerders in kaart gebracht en kijkt nu naar mogelijke oplossingen. De andere werkgroep houdt zich bezig met het opstellen van een kader om netbeheerders een afweging te kunnen laten maken tussen verzwaren en het inzetten van flexibiliteitsopties.
Komend jaar zullen er nog drie projecten van start gaan. Het eerste project richt zich op hybridisering en sectorkoppeling. Dat gaat om de wederzijdse beïnvloeding tussen elektriciteit, gas en warmte. De NVDE is hier sponsor van. Het tweede project gaat over data. Dit gaat over de vraag welke verschillende datastromen er in het toekomstig energiesysteem nodig zijn. Het laatste project gaat over sturingsmogelijkheden. Hierbij draait het om de verschillende prikkels en effecten die door de overheid gegeven kunnen worden om de energietransitie te versnellen.