Jaap Baarsma, voorzitter van Holland Solar, vertegenwoordigt sinds november 2017 de kleinere branches in het bestuur van de NVDE. Hij gelooft heilig in een integrale visie op duurzame energie, waarbij alle technieken worden meegenomen. Decentrale combinaties van zonne- en windenergie en biomassa hebben de toekomst, vindt hij. En Jaap Baarsma (63) heeft grote ambities: in 2050 zal er tweeduizend vierkante kilometer zonnepanelen liggen in Nederland, genoeg voor een derde van de stroombehoefte.
Hoe ben je in de duurzame energie terecht gekomen?
“Ik ben hoofd geweest van de laboratoria van Rijkswaterstaat en was zes jaar wethouder van Zwolle voor de PvdA. Daarna heb ik mij gewijd aan het tegengaan van klimaatverandering. Ik heb advieswerk gedaan voor projecten voor drijvend wonen, duurzaam Ameland, biomassa in de Achterhoek. Ik startte mijn eigen bedrijf voor duurzame energie, met name zonne-energie. Ik ben vooral een doener: ik heb veel duurzame energieprojecten in en rond Zwolle gerealiseerd. Ik doe dat samen met de elektrotechnische bedrijfstak, omdat zij degenen zijn die de zonne-energie moeten installeren. Om zonne-energie slim te gebruiken in de gebouwde omgeving, is meer nodig dan alleen een paar panelen op het dak leggen. Het moet onderdeel zijn van hele elektrische installatie in een huis. Ik heb jarenlang gewerkt aan het verduurzamen van Elektronet, een groep installateurs. Ik werk er nog één dag per week. Van daaruit vroeg Erik Lysen me voor het bestuur van branchevereniging Holland Solar. Zonne-energie stond toen voor een doorbraak, dus het was een boeiende uitdaging om in het bestuur te gaan. Ik ben nu sinds november 2016 voorzitter van Holland Solar.“
Wat wil je binnen Holland Solar bereiken?
“Ik heb al snel een grote ambitie neergelegd, die door het bestuur aanvaard is. In 2023 willen we 20 tot 22 GW opwekken met zonne-energie in Nederland. Velen verklaarden me voor gek. Maar ik wist dat zonne-energie sterk in prijs zou dalen en dat het competitief zou worden. En de SDE+-regeling helpt enorm. In 2016 zagen we de eerste tekenen, in 2017 zal 3-4 GW in de SDE+ worden toegekend. Die grote ambitie blijkt nu realistisch te zijn.”
Hoe belangrijk zijn zonnepanelen bij particulieren?
“Er komt een enorme boost van zon-PV met name door grotere zonne-energieprojecten, zowel grote dakprojecten als veldopstellingen. De kleine PV-markt is echter ook ontzettend belangrijk. Die is kwantitatief minder groot maar is voor de transitie van levensbelang. Zonne-energie brengt duurzame energie bij mensen thuis en vergroot de bewustwording. Als mensen eenmaal zonnepanelen hebben, gaan ze verder nadenken over duurzame energie. Het is een trigger. En als we alle geschikte daken gaan gebruiken, gaat het een grote bijdrage leveren.”
Ken je de hele zonne-energieketen?
“Zeker. Ik ben niet puur van zon, maar ben wel diep daarin bekend, met allerlei groepen, van installateurs tot groothandel en ontwikkeling. Ik heb ooit 1 MW verhandeld naar Spanje. Dat waren Chinese panelen; dat was toen nog vrij nieuw. Ik heb vier panelen persoonlijk in mijn camper naar ECN gebracht om ze te laten controleren. Ik ben ook directeur geweest van een grootschalig zonnepark in Spanje. Ik heb er ervaren hoe een onbetrouwbare overheid problemen kan veroorzaken.”
Toen was het pionieren. En nu?
“De sector groeit van adolescentie naar volwassenheid. We hebben nog alle kenmerken van een snel opkomende markt, vooral downstream. De productiekant is al heel professioneel, maar in de aanleg moet nog veel verbeterd worden. Dat is één van de speerpunten van Holland Solar. We gaan de kwaliteitsborging versterken, met name van de installatie. In de grootschalige SDE+-markt is dat al redelijk ontwikkeld. Bij huishoudens vraagt dat nog aandacht.”
Wat is er van de overheid nodig?
“We hebben een consistente overheid nodig, die met afnemende bijdragen de doorontwikkeling van de markt bevordert. De overheid moet letterlijk ruimte scheppen voor zonne-energie. Met name gemeentebesturen roepen dat ze meer duurzame energie willen, maar staan nog niet voldoende voor het creëren van ruimte op daken en velden. Gemeentes spelen hierin een rol, naast woningcorporaties en bedrijven. Duurzame energie wordt nog te weinig gezien als een functie waar je in de ruimtelijke ontwikkeling ruimte voor moet maken, naast wonen, werken en verkeer.”
Waar moet de groei van zonne-energie een plek krijgen?
“Iedereen is ervan overtuigd dat zonne-energie belangrijk zal zijn in 2050. TNO verwacht dat dan 30 procent van de energiemix afkomstig van zonne-energie zal zijn. Rekening houdend met energiebesparing, heb je dan in 2050 200 GW nodig. Dat beslaat 2000 km2. Een derde kan op de daken, als we alle daken zoveel mogelijk gebruiken. Een derde komt in veldopstellingen op land, en een derde op water. Tegen die tijd kunnen er waarschijnlijk ook zonnepanelen komen op zout water met getijdewerking. We moeten zowel in de ontwikkeling als in de uitrol denken in een en-en-scenario, in plaats van in of-of.”
Zie je kansen voor de combinatie van zonne- en windenergie?
“Zeker! Vaak als er veel wind is, is er minder zon. Dat geldt zelfs voor het dag- en nachtritme. Maar 14 procent van de tijd is er én veel zon én veel wind. Er moet balans ontstaan in productie en gebruik. Opslag zal ook nodig zijn, maar waar we het in de productie al in balans kunnen brengen, is dat nog beter. Daarom zijn combinaties van zonne- en windenergie mooi. Opslag van energie in de vorm van waterstof of ammonia of op manieren die we nog niet eens allemaal kennen zal ook nodig zijn. En snel schakelbare centrales op biogas. Het is mijn stellige overtuiging dat we een integrale visie nodig hebben. Niet alleen zon of wind, maar ook biomassa en opslag.”
En de combinatie met elektrische auto’s?
“Elektrisch vervoer is heel interessant voor buffering. Een particulier kan zijn energie uit de batterij van de auto halen, als hij geen productie van zonnepanelen heeft. De bidirectionaliteit van de auto-accu, zou wel eens heel belangrijk kunnen zijn. In de Utrechtse wijk Lombok wordt daar mee geëxperimenteerd, met het gewone wisselstroomnet.
Ik rijd zelf full electric. Als mijn batterij in staat zou zijn om ook aan mijn huis te leveren, dan heb ik maar een heel klein beetje, zo’n tien procent, nodig om mijn huis van stroom te voorzien. Dat is een enorme verandering in ons denken; het is de ultieme decentralisatie.”
Wat betekent die decentralisatie?
“Ik maak me soms zorgen over het gebrek aan aandacht voor het veranderende elektriciteitsnetwerk. We gaan nu nog teveel uit van een topdown structuur. Het decentrale gebruik én de opwekking van elektriciteit nemen enorm toe. Door elektrisch vervoer draait het om het oplaadpunt thuis of de laadpaal in de buurt. Dat is een andere wereld dan de centraal geregelde opwekking en de top down distributie van fossiele brandstoffen. Tennet beheerst de strategische kant van het netbeheer en moet deze vergaande decentralisatie voorbereiden.”
Wat vindt je van de NVDE?
“Het ontstaan van de NVDE is van voor mijn tijd. Ik vind het heel logisch dat er één organisatie is voor duurzame energie. Ik geloof in een geïntegreerde visie op duurzame energie, die voor belangrijk deel decentraal geproduceerd en gebruikt wordt. De NVDE is de goede plek om die krachten te bundelen. En het is een partij die ertoe doet. Dat zouden wij als Holland Solar nooit alleen kunnen bereiken.
Natuurlijk moet er ook ruimte zijn om soms als Holland Solar voor je branche te gaan staan, maar de integrale visie moet vanuit de NVDE komen. Ik draag dat graag uit. Ik ben blij dat Holland Solar juist nu aan de beurt is om zitting te nemen in het bestuur. Holland Solar zit nu namens de kleinere brancheorganisaties in het bestuur, bij toerbeurt. Ik wil dan ook goed voeling houden met de biosector en de warmtepompen.
Eigenlijk ben ik ervan overtuigd dat wij zodanig zullen doorgroeien, dat we over enkele jaren niet meer klein zullen zijn.”
Wat wil je bereiken in het NVDE-bestuur?
“Je moet de macht van het bestuur niet overdrijven: het meeste werk gebeurd in de commissies. Maar het is wel het beleidsvormende orgaan. Ik wil vanuit mijn brede visie op de energietransitie denken. Ik hoop mijn bestuurlijke ervaring in te kunnen zetten. De NVDE wordt deels gedragen door grote organisaties, zoals energiebedrijven, netbeheerders en TENNET, die in Den Haag ook vertegenwoordigd worden langs andere lijnen. Daarmee krijgen ze soms dubbele invloed. Bovendien kunnen zij betaalde mensen inzetten, terwijl de kleinere brancheorganisaties weinig tijd hebben om mee te doen in de NVDE of het vrijwillig doen. Dat is soms lastig.”
Wat vind je van het regeerakkoord?
“Ik ben blij dat er gekozen is voor een ambitieus CO2-reductiedoel. De overheid moet vooral consistent zijn. Het Klimaat- en Energie-akkoord biedt een goede basis voor het benodigde beleid. De NVDE moet er een krachtige positie in innemen. Dat kan alleen als zij gesteund wordt door de organisaties die de NVDE dragen. We kunnen samen sterk staan.”
NVDE publiceerde al eerder interviews met haar bestuursleden. Bekijk de anderen hier.