Regionale energieplannen: Goede koers uitgezet, nu aandacht voor uitvoerbaarheid

1 februari 2021

Reactie NVDE op PBL-analyse Regionale Energiestrategieën

Een hoopvol beeld, maar nog wel onzekerheid over uitwerking en haalbaarheid. Dat is de samenvatting van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) van de Monitor concept-RES waarin het PBL vandaag de concept-energieplannen van de regio’s analyseert. De regio’s verdienen alle steun om de plannen verder tot een succes te maken. Met name uitvoerbaarheid, maatschappelijke kosten en draagvlak zijn belangrijke aandachtspunten in de verdere uitwerking.

“We zien dat de regio’s een ambitieuze koers hebben uitgezet en de afspraak van 35TWh duurzame opwek in 2030 serieus nemen,” aldus Olof van der Gaag, directeur van de NVDE. “Tegelijkertijd is de navigatie naar dat doel soms nog onduidelijk. In de komende periode gaan de regio’s volop in gesprek met burgers, projectontwikkelaars, warmteaanbieders en netbeheerders om de plannen haalbaar en betaalbaar uit te werken. Dat proces komt nu goed op stoom en verdient ondersteuning vanuit het Rijk.”

Ambitieus bod elektriciteit
Er is hard en ambitieus gewerkt in de regio’s. Dat blijkt ook uit het totaalbod voor de opwek van zon- en windstroom op land. PBL schat in dat een gezamenlijke opwek van 38,2TWh haalbaar is (de zgn ‘middenwaarde in de analyse). De bestuurders van de gemeenten en provincies, gezamenlijk verantwoordelijk voor de uiteindelijke regionale plannen, nemen hiermee hun verantwoordelijkheid  om de klimaatdoelen te realiseren.

Uitvoerbaarheid
De plannen moeten straks uitgevoerd worden door ontwikkelaars en netbeheerders. Maar hun praktijkkennis wordt nog niet altijd voldoende meegenomen, bleek ook uit een eerdere analyse door de NVDE. Positief zijn de netimpactanalyses door de netbeheerders van de RES’en, waarbij het van belang is de aanbevelingen goed mee te nemen. Daarbij adviseert de NVDE ook een markttoets te organiseren om te toetsen of ontwikkelaars in staat en bereid zijn de RES-plannen te realiseren.

Maatschappelijke kosten
Ruimtelijke inpassing en draagvlak staan centraal in de RES’en, wat leidt tot extra wensen voor o.a. landschappelijke inpassing, financiële participatie en kleinschalige projecten. Dit drukt op de uitvoerbaarheid en is vaak kostenverhogend voor ontwikkelaars of het energiesysteem als geheel. Een zorgvuldige kosten-batenafweging is noodzakelijk in de volgende RES-fase, evenals aanvullende financiële instrumenten om de businesscase voor ontwikkelaars nog rendabel te houden. Zeker de positie van wind verdient versterking.

Draagvlak
Draagvlak is cruciaal voor het slagen van de plannen. De regio’s zijn daar volop mee bezig, o.a. met de vele burgerbijeenkomsten in het hele land. Dit kan leiden tot onrust en helaas leidt dat soms ook tot de verspreiding van misinformatie door tegenstanders. De NVDE, NWEA en Holland Solar lieten bijvoorbeeld onlangs zien dat er hooguit 800 windmolens bij zullen komen die grotendeels bestaande windmolens vervangen en waarvan bovendien het overgrote deel nu al gebouwd en gepland wordt. Ten onrechte worden soms veelvouden van dit getal genoemd. Het is van belang dat er met eerlijke cijfers, visualisaties en simulaties wordt gewerkt. Regio’s hebben voldoende capaciteit, kennis en communicatiekracht nodig om deze participatie in goede banen te leiden en in een vroeg stadium te organiseren. Daarbij is steun van het Rijk, zowel financieel als bij het vertellen van het grotere verhaal, onontbeerlijk.

Warmte
In de RES’en is ook aandacht voor de overgang naar duurzame warmtebronnen. Deze plannen zijn nog een slag minder concreet dan die voor wind en zon, en hebben in veel gevallen het karakter van een verkenning. NVDE onderschrijft dan ook de aanbeveling van PBL voor het Rijk om richting de RES 2.0 duidelijker processtappen te definiëren waarmee regio’s aan de slag kunnen. Voor de volgende fase is het ook voor warmte van belang om extra aandacht te besteden aan uitvoerbaarheid, kosten en draagvlak.

Monitor concept-RES


Misschien ook interessant