‘Neem klimaat- en energiedoelen mee in lokale omgevingsplannen’

3 oktober 2016

Of het nu gaat om windmolens, zonnepanelen, biomassa of geothermie. Duurzame energie heeft een impact op de openbare ruimte. De nieuwe Omgevingswet is dan ook van groot belang voor de NVDE. Bestuurslid Ron Wit, een van de onderhandelaars van het Energieakkoord, vertelt waarom.

Hoe lang werk je al aan de energietransitie in ons land?
“Ik werk nu 2,5 jaar bij Eneco als directeur Public Affairs. Tevens ben ik verantwoordelijk voor de bijdrage van Eneco aan de energietransitie en voor de strategievorming van het bedrijf. Hiervoor werkte ik bij milieuorganisatie Natuur & Milieu. In het laatste jaar ben ik in die hoedanigheid betrokken geweest bij de onderhandelingen over het Energieakkoord. Uiteindelijk zat ik namens alle milieuorganisaties in Nederland aan tafel bij de kerngroep van de onderhandelingen. Ik ben van achtergrond econoom dus dat komt goed van pas in mijn werk. Voor mijn tijd bij Natuur & Milieu werkte ik als hoofd van de afdeling Economie bij CE Delft. Daar deden we opdrachten voor bedrijfsleven en overheden over klimaatbeleid. Ik heb me in de loop der jaren gespecialiseerd in het creëren van draagvlak en beïnvloeden van politiek en bestuur rond klimaat- en energiebeleid.”

Hoe ben je in het bestuur van de NVDE gekomen?
“Bij Eneco zijn we op een gegeven moment gaan inventariseren van welke brancheorganisaties we allemaal lid waren. We waren wel lid van tien kleine organisaties. Van Holland Solar tot Ode Decentraal. Geen van allen kon alleen een deuk in een pakje boter slaan wat betreft een professionele behartiging van belangen in politiek Den Haag en daar buiten.. Toen ontstond het idee om te proberen de verschillende brancheorganisaties te verenigen en te versterken. Duidelijk was in ieder geval dat er een sterke organisatie nodig was die past bij een hernieuwbare energie sectordie inmiddels was uitgegroeid tot een omvangrijke en volwassen. Ik ben samen met Teun Bokhoven en ongeveer zeven andere duurzame energie branches waaronder NWEA om tafel gegaan om te kijken hoe we tot samenwerking en belangenbehartiging konden komen via een nieuwe krachtige organisatie. Dat werd dus de NVDE. Als Eneco hebben we dus meegeholpen aan de oprichting van deze organisatie.”

De NVDE heeft half september een reactie ingestuurd op de consultatie rond de lagere regelgeving in de Omgevingswet. Wat was jouw rol daarbij?
“Die was eigenlijk vrij beperkt. We hebben daarvoor namelijk specialisten in huis die zich verdiepen in de dikke pakken papier die bij zo’n wet horen. De Omgevingswet is niet iets dat je erbij doet als hobby. Hij is complex en enorm groot. Ik heb binnen de NVDE wel gepleit voor het belang van de wet. Die is groter dan werd gedacht. Het is goed dat de NVDE er nu boven op zit.”

Waarom is die Omgevingswet zo belangrijk voor de NVDE?
“De wet gaat over de fysieke leefomgeving en alle regels en instrumenten die daarbij horen. Of het nu gaat om zonne-energie, biomassa of bodem. Alle energieprojecten in de fysieke leefomgeving hebben te maken met deze wet. In die omgeving spelen allerlei gevestigde belangen waar hernieuwbare energie als relatieve nieuwkomer mee te maken heeft. Daarom zou de energietransitie daarin vanaf het begin moeten worden meegenomen. Als dit goed gebeurt worden de noodzakelijke veranderingen in ons energiesysteem versneld en gefaciliteerd. We gaan nu eenmaal investeren in de transitie, zowel boven als diep onder de grond. Dan heb je automatisch impact op de leefomgeving. We hebben met zijn allen afgesproken dat we de doelstellingen van Parijs willen halen. Door het betrekken en verankeren van deze energie- en klimaatdoelen in regionale en lokale plannen voor de fysieke leefomgeving stimuleer je de vraag naar duurzame energie. Het zorgt voor meer draagvlak. Zo kun je beter een afweging maken tussen lokale belangen en schaarse ruimte. Dit is een nieuwe manier van kijken. We hebben dit nog niet voldoende tussen de oren.”

Wat wil de NVDE precies in die Omgevingswet?
“We vinden dat er te weinig aandacht is voor klimaat- en energiedoelen in de AMvB’s van de Omgevingswet, de lagere regelgeving. Het Rijk moet die doelen beter verankeren en faciliteren in de wet, zodat lokale overheden handvatten krijgen en de doelen kunnen verwezenlijken. Decentrale overheden moeten de klimaat- en energiedoelen lokaal en regionaal maken en het belang van de energietransitie vanaf het eerste uur bij hun plan- en besluitvorming over fysieke leefomgeving betrekken. Kortom, deze doelen moeten we vertalen naar gemeentelijke omgevingsplannen. Wat betekenen ze concreet op lokaal niveau? Belangrijk is dat dat wel gebeurt op basis van een maatschappelijke kosten/baten analyse.”

De wet is al aangenomen en gaat in 2019 in werking? Gebeurt er nog wel wat met de input van de NVDE dan?
“Ja de kaderwet is al aangenomen, maar de vier AMvB’s, de lagere regelgeving, nog niet. Juist deze geven meer invulling aan de Omgevingswet. We hebben er hele goede mensen op zitten die heel veel verstand hebben van consultatie op wetgeving. Als NVDE geven we de overheid vanuit de praktijk belangrijke lessen mee. Ik heb er wel vertrouwen in dat een groot deel van ons advies wordt meegenomen. Sowieso hebben we als NVDE in korte tijd een positie en reputatie opgebouwd van een partij die met goed onderbouwde en feitelijke adviezen komt en constructief meedenkt met de overheid aan het realiseren van beleidsdoelen. We worden niet voor niets regelmatig door EZ en andere stakeholders uitgenodigd. Dat is een teken dat we goed werk leveren. De NVDE groeit snel en wordt steeds professioneler.”

Dit is het vijfde interview in de serie NVDE-bestuursleden aan het woord. We interviewden eerder Teun Bokhoven, Frans Rooijers, Hans Timmers en Gijs de Man.


Misschien ook interessant