De Friese schouders zijn breed en de provincie staat naast burger en bedrijf om eigen energievraag schoon op te wekken. Er komt veel aandacht voor lokale schone bronnen van warmte, voor energie-infrastructuur en energieopslag. Er worden kansen gezien in waterstof, groen gas en warmte uit water. Burgers zullen worden geholpen bij isoleren van de woning. De zonne-potentie van alle Friese daken wordt in kaart gebracht en zon-op-dak zal worden gestimuleerd. De landbouwgronden mogen niet gebruikt worden voor zonne-energie en windmolens mogen nooit hoger dan 100 meter worden.
Het nieuwe college van Friesland verwacht op deze manier de afgesproken doelen voor de opwek van schone energie voor 2030 te halen, richting aardgasvrij in 2050. De voorgestelde restricties voor zon en wind maken die ambitie wel lastig te halen. Het zou bijvoorbeeld helpen als zonneparken op landbouwgrond mogelijk blijven in combinatie met andere functies: schapen gaan bijvoorbeeld prima samen met zon. Het verbod op windmolens hoger dan 100 meter zal in de praktijk het herstructureren van oude of ontwikkelen van nieuwe molens op bijvoorbeeld industrieterreinen praktisch onmogelijk maken. Een moderne molen is al snel twee keer zo hoog en kleinere zijn niet meer beschikbaar op de markt. Daarnaast is een moderne grote molen een stuk efficiënter dan een kleine molen – waardoor je minder molens nodig hebt voor dezelfde hoeveelheid stroomopwek.
De terechte constatering dat het stroomnet verzwaard moet worden, vraagt nog een uitwerking hoe de provincie daaraan kan bijdragen. Wellicht kan het voornemen de vergunningverlening voor evenementen als Skûtsjesilen te vereenvoudigen ook navolging krijgen voor projecten rond de energietransitie.