Participatie en lokaal eigendom energieprojecten komt goed van de grond
In het kort
- Participatie in zon- en wind op land succesvol.
- Participeren is meer dan alleen eigendom.
- Steeds meer projecten zijn (deels) in handen van lokale burgers en bedrijven.
Het artikel ‘Financieel profiteren van windpark naast de deur blijkt wassen neus’ slaat met de kop en de conclusie de plank mis. Samenwerking met omwonenden, ook waarbij omwonenden meeprofiteren van de projectopbrengst, vindt vaker, beter en op meer manieren plaats dan uit het artikel blijkt.
In 2019 zijn in het Klimaatakkoord afspraken vastgelegd over het betrekken van de omgeving bij wind- en zonprojecten, ofwel: participatie. Deze afspraken gaan zowel om het organiseren van een goed proces rond de besluitvorming, als om vormen van financieel meeprofiteren door omwonenden.
Ook is in het Klimaatakkoord een streven naar 50% lokaal eigendom vastgelegd. Het akkoord wil bevorderen dat de omgeving zelf ook investeert en (mede-)eigenaar kan worden van een wind- of zonproject.
Bij het sluiten van het Klimaatakkoord werd participatie zo belangrijk geacht omdat het essentieel is voor draagvlak en acceptatie van zon- en windprojecten op land. Participatie is dan ook geen doel op zich, maar wel een cruciale randvoorwaarde in het realiseren van een project en daarmee het behalen van de klimaatdoelstellingen.
Uiteindelijk moet participatie voor de omwonenden rechtvaardigheid en inclusiviteit bij energieprojecten bevorderen, en daarmee het draagvlak voor de energietransitie als geheel.
In het artikel is te lezen dat het onderdeel ‘50% lokaal eigendom’ niet wettelijk afdwingbaar is. Dat klopt. Dit is juist niet nodig en zelfs onwenselijk, omdat het vaak beter kan zijn om de participatie in projecten op basis van vertrouwen en goed overleg anders te organiseren.
Overleg
Voor acceptatie is vooral maatwerk van belang. De manier van participatie moet aansluiten bij wat haalbaar en wenselijk is, juist in overleg met de directe omgeving. De uitkomst is bijna altijd een vorm van financiële deelname en meeprofiteren door de omgeving. Maar dit kan bijvoorbeeld ook worden gerealiseerd door de instelling van een fonds voor omwonenden, of het aanbod van obligaties. Dat dit niet overal in de vorm van eigendom is, doet hier niets aan af.
Daarnaast zijn ook andere vormen van deelname goed voor de acceptatie. Voor omwonenden telt ook dat zij mee kunnen denken over ontwerp en inpassing van een project.
Onderzoek
In het artikel wordt op basis van een eerder verschenen onderzoek van de Noordelijke Rekenkamer geconcludeerd dat de afspraken over participatie en lokaal eigendom niet van de grond zouden komen. Die conclusie klopt niet. Voor het rapport hebben de onderzoekers gekeken naar een selectief aantal projecten uit de periode vóór het sluiten van het Klimaatakkoord. Het is alsof je onderzoekt of het aandeel elektrische auto’s op basis van huidig beleid toeneemt, maar daarvoor naar het wagenpark van tien jaar geleden kijkt.
Zonprojecten worden in drie tot vijf jaar gerealiseerd. Voor windprojecten zijn ontwikkeltijden nodig van vijf tot soms wel tien jaar. Om een goed idee te krijgen van de huidige situatie is het dus noodzakelijk om naar projecten te kijken die nú in ontwikkeling zijn.
En dan is het beeld heel anders. Bij alle wind- en zonprojecten worden, in tegenstelling tot veel andere ruimtelijke projecten, vormen van financiële participatie toegepast. En steeds meer projecten zijn deels of zelfs geheel in eigendom van burgers en bedrijven uit de lokale omgeving. Zo zijn er alleen al in 2019 maar liefst 100 energiecoöperaties bijgekomen.
Volwassen
Burgercoöperaties groeien en worden volwassen. De ontwikkelaars en energiebedrijven zien steeds vaker de voordelen van een goede samenwerking met lokale partijen. Hierover zijn inmiddels ook afspraken gemaakt binnen de duurzame energiesector. Dit is vastgelegd in gedragscodes die tot stand zijn gekomen in overleg met onder andere omwonenden en natuurorganisaties.
Ook overheden kunnen een belangrijke rol spelen bij het laten deelnemen van de omgeving aan energieprojecten. Niet door alles vast te leggen en te proberen juridisch af te dwingen. Wel door partijen bij elkaar te brengen en initiatieven te beoordelen op hun inspanning op dit vlak.
Zo kan in goede samenspraak worden bepaald waar op een specifieke locatie de meeste behoefte aan is. Op die manier bouwen we met elkaar een breed gedragen, lokale duurzame energievoorziening.
Siward Zomer is verbonden aan Energie Samen, Olof van der Gaag aan de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, Alex Kaat aan Holland Solar en Rik Harmsen aan de Nederlandse WindEnergie Associatie.
Gepubliceerd in het FD lees hier