De Nederlandse CO2-uitstoot daalt met bestaand beleid naar verwachting met 39-50 procent in 2030. Dat blijkt uit de vandaag verschenen Klimaat- en Energieverkenning (KEV), het jaarlijkse rapportcijfer van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voor het klimaatbeleid. Dat is ruim onder de klimaatdoelen die het kabinet heeft gesteld, namelijk 55 procent reductie in 2030 en een streven naar 60 procent. Hoewel er al flinke stappen zijn gezet, zijn de klimaatdoelen niet meer haalbaar met de manier van werken die Nederland tot nu toe had. “We hebben snel extra actie nodig, want 2030 is over minder dan honderd maanden,” zegt Olof van der Gaag, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). Daarbij moeten we echt verder durven gaan dan de manier waarop het beleid tot dusver is gemaakt. “Het lukte dit jaar om in no time een LNG-terminal uit de grond te stampen in Groningen. Laten we nu doorstampen met duurzame energieprojecten met draagvlak. Dan slaan we twee vliegen in één klap: we halen de klimaatdoelen en worden onafhankelijker van Russisch gas.”
Nederland heeft in 32 jaar een kwart van onze broeikasgasemissies weten weg te werken. Het volgende kwart duurt zo’n negen jaar, volgens de KEV. Alleen met stevige keuzes en kortere doorlooptijden kan dat nog groeien naar -55 à -60 procent in 2030. Daarvoor moeten in de eerste plaats alle bestaande afspraken uit Klimaat- en Coalitieakkoord snel worden uitgevoerd, zoals de plannen voor de gebouwde omgeving, de CO2-vrije regelbare elektriciteit en de maatwerkafspraken in de industrie. Daarmee zorgen we dat de CO2-reductie in de buurt komt van de bovenkant van de bandbreedte uit de KEV, inclusief de effecten van ‘geagendeerd beleid’. Om het resterende gat in de klimaatdoelen te dichten, verwijst het kabinet naar een ambtelijk onderzoekstraject (IBO) dat recent is gestart. Besluitvorming vindt dan komend voorjaar plaats. Door de tijd die dit onderzoek kost, is het nóg belangrijker dat daarin álle mogelijkheden voor extra en snellere CO2-reductie worden verkend. Zonder taboes op technieken, op de rolverdeling tussen overheid en markt en op die tussen Rijk en decentrale overheden. Het is essentieel dat het IBO voorstellen doet die:
- De doorlooptijden van grote klimaatprojecten aanzienlijk verkorten;
- Richting geven aan de grote brokken van de klimaatambities: verduurzaming van de industrie, schone productie van stroom, waterstof en warmte, en de bijbehorende energie-infrastructuur.
Verkort de doorlooptijden van projecten
De klimaatdoelen voor 2030 dreigen buiten bereik te raken, mede doordat de doorlooptijden voor projecten voor zonne- en windenergie en andere duurzame energie veel te lang zijn. Concreet stelt de NVDE voor een tijdsnorm van twee jaar in te stellen voor alle procedures bij projecten voor de energietransitie: van opwekking tot infrastructuur en industrie. Overheden krijgen één jaar voor vergunningverlening, daarna heeft de initiatiefnemer automatisch een vergunning.
Geef richting aan industrie, schone productie en infrastructuur
- De overschakeling van gas naar elektriciteit in de industrie is het grootste werkpaard van de energietransitie. De NVDE vraagt om een verplichting vast te leggen voor industriële elektrificatie. Zo’n norm geeft zekerheid aan de markt, naast een doel en ondersteunende subsidie.
- Spreek uit dat de ambitie van 35 TWh voor zonne- en windenergie op land omhoog Die ambitie paste bij het Klimaatakkoord, maar is niet genoeg voor de opgehoogde doelen van 55 tot 60 procent CO2-reductie. Daarvoor is immers meer elektriciteit nodig, in de industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving, en voor groene waterstofproductie.
- De beschikbare budgetten voor duurzame productie dreigen nu al tekort te schieten. Regel dat geld niet de spelbreker wordt bij het snel uitrollen van duurzame technieken. Laat de 35 miljard uit het regeerakkoord eindelijk rollen.
- Om snelheid te maken, moeten we de energie-infrastructuur sterk uitbreiden én er anders mee leren omgaan. De diverse voorstellen daarvoor moeten voortvarend worden uitgewerkt.
De NVDE presenteerde op Prinsjesdag deze tien ‘megatonner’-voorstellen om snel minder CO2 uit te stoten, waardoor de klimaatdoelen binnen bereik kunnen komen.