Terwijl de aardgasprijzen de pan uit rijzen, vertelt Bart Dehue, programmamanager groene warmte bij Vattenfall met onverholen enthousiasme over de alternatieven: duurzame warmte uit restwarmte, geothermie en biomassa. En hij lucht zijn hart over de vergunningsprocedures die soms langer duren dan de aanleg van een warmtenet. Desinformatie wakkert de polarisatie in het debat over biomassa aan, ziet hij. “Als op al deze duurzaamheidscriteria gecheckt zou worden bij alle grondstoffen die we in Nederland gebruiken, dan zou de wereld er beter uitzien,” verzucht Dehue. Biomassa levert vijftig tot zestig procent van de duurzame energie in Nederland en in de EU. Dehue: “Het gaat niet om óf, maar om hoe en waar en met welke spelregels.” Er is geen tijd te verliezen, vindt hij: nog tijdens deze kabinetsformatie moeten de klimaatambities fors worden verhoogd, in lijn met de EU plannen Fit for 55. Bart Dehue is onlangs toegetreden tot het bestuur van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE).
Wat moet er per se in het nieuwe regeerakkoord staan?
“Regeren, wat is dat? (lacht) Als dat regeerakkoord er ooit komt! Het is een open deur, maar heel belangrijk: de klimaatambities moeten fors verhoogd worden, zodat ze in lijn komen met de EU plannen Fit for 55. We hebben hogere doelstellingen nodig, terwijl we nog niet eens on track zijn voor de huidige doelen. Tegelijk moeten we ook draagvlak behouden en energiearmoede bestrijden. We moeten de transitie betalen uit de algemene middelen, niet uit de energieopslag. Olof van der Gaag zei terecht dat we de Deltawerken ook niet uit de opslag op de waterschapsbelasting hebben gefinancierd. Gelukkig zagen we de eerste beweging hiervoor op Prinsjesdag. Nu moeten we versnellen. Het ijkjaar 2030 is echt al heel snel want de doorlooptijden van duurzame energie projecten zijn lang.
Wat wilt u voor elkaar krijgen in het NVDE-bestuur?
“Ik wil graag een bijdrage leveren aan de warmtetransitie. We moeten op alle fronten versnellen, maar de warmtetransitie blijkt in de praktijk complexer dan voorheen gedacht en gaat niet snel genoeg. Wat de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) uniek maakt, is dat zij verschillende energiesectoren bij elkaar brengt. Daardoor kan ze de koppeling tussen verschillende sectoren versterken, bijvoorbeeld tussen warmte- en elektriciteitssector. Elektrische boilers kunnen bijvoorbeeld de pieken van zonne- en windenergie absorberen en de daarmee geproduceerde warmte opslaan in een warmtenet. En je kan warmtenetten zo ontwerpen dat je niet veel elektriciteit nodig hebt in de winter, als de individuele warmtepompen al veel stroom nodig hebben, om zo de belasting van het elektriciteitsnet op deze piekmomenten te verminderen. Het helpt dat de sfeer in de NVDE constructief en open is. Natuurlijk zijn er soms issues waarbij belangen botsen tussen sectoren, maar dan blijken persoonlijke relaties minstens zo belangrijk om eruit te komen als inhoudelijke argumenten. Als je lekker met mensen overweg kan, vind je samen een oplossing.”
U bent Program Manager Green Heat bij Vattenfall. Wat houdt dat in?
“Ik ben binnen Vattenfall verantwoordelijk voor de verduurzaming van onze warmtenetten. Dat is mooi werk omdat de warmtetransitie best lastig is. Met name het duurzaam maken van de gebouwde omgeving is een complex vraagstuk, technisch, economisch en qua draagvlak. We hebben geothermie, aquathermie, biomassa en warmtenetwerken met verschillende temperaturen nodig. De puzzel van al die facetten bij elkaar vind ik heel interessant en ik hoop met mijn inspanningen bij te dragen aan een lange lijst van duurzame warmtebronnen in Nederland.”
Hoeveel huizen in Nederland krijgen hun warmte van Vattenfall?
“We leveren warmte aan 145.000 woningen en aardig wat grootverbruikers. Als je die omrekent naar woningequivalenten zijn het er 245.000 in totaal. Heel wat. Het is een derde van het totaal aan aansluitingen op warmtenetten in Nederland.”
Hoe duurzaam wil Vattenfall worden?
“Bedrijfsbreed heeft Vattenfall zich vorige maand gecommitteerd aan science based targets gericht op maximaal 1,5 graden temperatuurstijging wereldwijd. Dat betekent dat we 77 procent minder CO2 willen uitstoten in 2030, ten opzichte van 2017. In 2040 willen we netto niks meer uitstoten. We gaan vier keer meer zonne- en windenergie inzetten, en 25 keer meer laadpalen. Ook zullen we de emissies van klanten helpen reduceren, ook bij de industrie, door te elektrificeren. In Zweden zijn we bezig met een staalproducent die veel minder CO2 gaat uitstoten. De kolencentrales in Duitsland gaan we uitfaseren. Er is nog veel te doen. Persoonlijk vind ik het leuk dat het bedrijf hier heel serieus aan gecommitteerd is. Dat maakt mijn werk in zekere zin makkelijker.”
En hoe duurzaam wordt de warmte?
“We hebben een warmte-etiket per warmtenet. In 2020 stootte warmte van onze warmtenetten al gemiddeld 57 procent minder CO2 uit dan een gasketel thuis. Stapsgewijs gaat dat naar 100 procent, uiterlijk in 2040. De gasgestookte warmtebronnen zullen worden vervangen door een mix van duurzame bronnen waaronder geothermie, restwarmte, biomassa en elektrische boilers. Als je specifiek naar restwarmte kijkt dan heeft Amsterdam veel datacenters, en de haven van Rotterdam veel industrie die restwarmte kunnen leveren. De restwarmtebronnen van vandaag zijn niet die van over twintig jaar omdat ook de industrie zal vergroenen. Maar ik denk dat je altijd restwarmte houdt. Zo zullen in de toekomst elektrolysers restwarmte produceren bij de productie van waterstof. En we gaan olieraffinaderijen uitfaseren, maar bij bioraffinage ontstaat ook restwarmte.
Naast restwarmte zijn we in meerdere netten bezig met de ontwikkeling van geothermie en aquathermiebronnen en werken we voor het warmtenet van Amsterdam, Diemen en Almere aan de grootste E-boiler van West-Europa.
Als we een paar dagen kunnen schaatsen, hebben we even extra capaciteit nodig. Enerzijds ligt daar een opgave om woningen beter te isoleren waarmee niet alleen de energierekening verlaagd wordt maar ook de piekvraag naar warmte afneemt. Maar er zal altijd een piekvraag blijven bestaan. Die beleveren we vandaag door een combinatie van buffering en piekketels. Die piekketels staan maar zelden aan maar zijn belangrijk voor de leveringszekerheid op de koude dagen. Vandaag draaien die nog op aardgas. In de toekomst zal dat vervangen worden door bijvoorbeeld waterstof. Al met al zullen de warmtenetten van de toekomst bestaan uit een brede mix van duurzame bronnen.
En wat zijn belemmeringen?
“Duurzame warmtebronnen zijn nu nog duurder dan fossiel. Je hebt dus SDE++ subsidie nodig. Door de rangschikking van aanvragen komen warmteprojecten nu niet aan de beurt. Er zijn zogenaamde schotten binnen de subsidieregeling aangekondigd, waarmee een deel van het budget geoormerkt wordt voor warmteprojecten. Het is belangrijk dat die er snel komen. In 2020 is er al bijna geen subsidie beschikt voor warmte. Ik maak me er zorgen over dat de schotten er pas in 2023 komen. Voor je dan weet of je de subsidie ook krijgt, is het 2024 en daarna heb je nog een realisatietermijn van een paar jaar. Dan is het zo 2030, het jaar waarin we klimaatdoelen willen halen. We roepen dit al vanaf het opstellen van het Klimaatakkoord, maar toen was niet iedereen overtuigd van de noodzaak van dergelijke schotten. Nu constateren we dat dat die noodzaak er wel degelijk is. Dan kan het niet zo zijn dat het nog twee jaar duurt voor ze zijn ingevoerd.”
Hoe lang duurt het om een warmteproject van de grond te krijgen?
“De doorlooptijden van projecten zijn heel lang. Voor warmteprojecten met enige schaal is vijf jaar heel snel, meestal duurt het vijf tot tien jaar. Het is goed dat we in Nederland heel zorgvuldig omgaan met vergunningsprocessen. Als er partijen zijn met bezwaren, moeten we daar goed naar kijken. Maar het duurt nu te lang. Je bent al dik twee jaar bezig met onderzoeken en de behandeltijd van de vergunningaanvraag. En voor bezwaar en beroep, dat vaker voorkomt als het project dicht bij woningen plaatsvindt, komt er zo 2,5 jaar bij. Je bent zo al vier tot vijf jaar bezig met de vergunning. Ik vraag me af waarom dat bezwaar en beroep 2,5 jaar moet duren. Kan dat echt niet sneller? Deze lange procedures staan op gespannen voet met de benodigde snelheid in de transitie. Zienswijzen die vroeg in het proces worden ingediend, leiden vaak wel tot nuttige wijzigingen. Door beroep en bezwaar verandert er meestal niet zoveel meer. Er wordt dan alleen gekeken of de vergunning terecht is afgegeven. De rechtbanken zijn zo druk dat een processtap vaak een jaar of langer duurt. En daarbij is het onduidelijk hoe lang het gaat duren: je ligt op de stapel, hoor je dan, voor zes weken. En daarna krijg je een berichtje dat het nog zes weken duurt, en dan nog een keer. Intussen heb je een projectteam dat zit te wachten. Zonde.”
En draagvlak?
“Draagvlak is echt een issue. Biomassa is het meest prominente voorbeeld, maar het speelt ook bij geothermie. Recent is in Nieuwegein de stekker uit een geothermieproject getrokken. Er was een groep vocale bewoners in de weerstand. De gemeente zei dat de locatiekeuze toch op een zorgvuldigere manier moest worden gemaakt. Nu moet er eerst een afwegingskader naar de gemeenteraad. Je bent zo twee jaar verder. Ik krijg vaak de vraag of we geothermie niet kunnen versnellen. Maar als je in het begin versnelt, bijvoorbeeld met de locatiekeuze, en je hebt daardoor geen draagvlak, dan gaat het uiteindelijk trager. Wat niet helpt is de misinformatie die vaak wordt verspreid via social media en soms ook via mainstream media. Voor omwonenden zitten er aspecten aan warmteprojecten waarbij ik me voor kan stellen dat je er vragen over hebt, zoals aardbevingsrisico of luchtkwaliteit. Er ligt een taak voor de overheid en ook voor de NVDE om goede informatie te verstrekken en nonsens te weerleggen. Relatief kleine groepen die sterk tegen zijn, hebben veel effect op de bredere beeldvorming.”
Waar zou de NVDE met name op moeten focussen de komende jaren?
“Draagvlak en voorlichting, hopelijk helpt het. Als de geothermiebranche uitlegt dat geothermie OK is, klinkt dat verdachter. De NVDE is breder en techniekneutraal , dus betrouwbaarder. Ook in het biomassadebat is het goed dat de NVDE zegt dat je biomassa nodig hebt. Onderbouwde argumenten helpen, al bereik je een deel van de tegenstanders nooit. De NVDE is ook uitstekend gepositioneerd om de elektriciteit- en warmtesector aan elkaar te knopen. Ze kan techniek-overstijgend advies geven aan het ministerie van EZK hoe bijvoorbeeld de SDE++ als geheel beter kan werken. De NVDE heeft de taak om iedereen bij elkaar te brengen.”
U zit al decennialang midden in de discussie over de duurzaamheid van biomassa. Wat fascineert u hierin?
“Fascinerend? (lacht) Het is een onderwerp waar je moeilijk weer vanaf komt. Voor de klimaatopgave heb je alle opties nodig. Biomassa is niet de heilige graal. Het heeft net als andere oplossingen ook nadelen. Maar we hebben niet meer de luxe om bepaalde opties uit te sluiten. Vaak hoor je in debatten: dan doen we biomassa niet. Dat gaat voorbij aan het harde feit dat je het nodig hebt om de klimaatdoelen te halen. Biomassa levert vijftig tot zestig procent van de duurzame energie in Nederland en in de EU. Het gaat niet om óf, maar om hoe en waar en met welke spelregels.”
Hoe gaat u om met de heftige polarisatie?
“Ik vind de polarisatie over biomassa wel echt spijtig. Het helpt niet als partijen zich in loopgraven ingraven en alleen maar met modder smijten. De nuance verdwijnt daarmee en het wordt heel moeilijk om nog tot een gezamenlijke oplossing te komen. Ik probeer er zelf constructief in te blijven zitten en tijd te blijven maken voor constructieve gesprekken. Zo’n tv-programma als de Hofbar doe ik niet want dat leent zich nou niet bepaald voor een constructief gesprek. Maar als je rustig kunt zitten met mensen met zorgen over biomassa, zonder camera’s erbij, en je kunt laag voor laag afpellen, dan kun je een hoop zorgen wegnemen. De meningen blijken dan een stuk minder ver uit elkaar te liggen dan je op basis van bijvoorbeeld de Hofbar zou denken. Er is basis voor het gebruik van biomassa, met voorwaarden. Het platform biomassafeiten.nl biedt informatie en weerwoord op sociale media. Het is goed dat dit er is om meer feitelijke informatie in het debat te brengen.
Heeft biomassa van buiten de EU wel toekomst?
“Het verbaast me dat het bij biomassa zoveel uitmaakt of het van buiten EU komt. Bijna al onze spullen komen van buiten de EU: Tesla’s, zonnepanelen, spijkerbroeken, voedsel. We moeten minder zwart wit kijken naar of het uit de EU komt. Biedt dit klimaatwinst; komt het uit duurzaam beheerd bos? Dat zijn vragen die we kritisch moeten stellen. Natuurlijk moet je kunnen aantonen dat biomassa uit verantwoorde bronnen komt. Dat gezegd hebbende, er zijn weinig sectoren waar zoveel strenge eisen aan de bron worden gesteld als bij biomassa. En die eisen worden onafhankelijk getoetst. Geen enkel systeem is perfect, maar mensen onderschatten hoeveel controle er is. Er wordt getoetst op verschillende criteria, waaronder biodiversiteit, bodemgezondheid en dat er minder gekapt wordt dan er bij groeit zodat onze bossen blijven groeien in omvang. De auditor die dit controleert, moet weer goedgekeurd zijn door het Nederlandse ministerie. Als op dit soort criteria gecheckt zou worden bij alle grondstoffen die we in Nederland gebruiken, dan zou de wereld er beter uitzien. Het gebruik van biomassa biedt grote klimaatwinst, ook als je transport meerekent, en dat voordeel wordt alsmaar groter omdat ons aardgas van steeds verder komt nu we importeur van gas zijn geworden. Ik zie dus zeker nog een rol voor aantoonbaar duurzame biomassa.”
U bent lid van de LinkedIn-groep Taart. Want?
“Dat is toeval. Ik stop geen tijd in social media, ook niet in LinkedIn. Dat is een bewuste keuze. Dat is veelal toch erg de waan van de dag. Het klinkt misschien oubollig, maar ik richt me op de stip op de horizon. De lange termijn projecten voor duurzame warmte vragen vastberadenheid en visie.”
Hoe duurzaam woont en reist u zelf?
“Ik woon in een vrij nieuwe woonark. Bij de bouw is die extra goed geïsoleerd met overal driedubbel glas en hij is uitgerust met balansventilatie met warmteterugwinning en zonnepanelen. We hebben wel nog aardgas. Volgens de transitievisie warmte van Utrecht zijn wij één van de eerste wijken die van het gas af gaan en is stadswarmte de voorkeursoplossing voor deze wijk. Dus ik ga binnenkort maar eens bij Eneco, de beheerder van het warmtenet in Utrecht, vragen wanneer ik word aangesloten. Verder ben ik een fervent rotsklimmer, en dat is moeilijk in Nederland. Ik ga regelmatig naar België, Frankrijk en Duitsland om te klimmen. Vliegen beperk ik zoveel mogelijk. En het is hoog tijd voor een elektrische gezinsauto, waar alle klimspullen in passen.”