Ehssane Gounou, head Corporate Affairs van Essent, denkt bij elke stap in de transitie aan wat het betekent voor de consument. Subsidies moeten simpeler en ook toegankelijk worden voor klanten met een kleine beurs, vindt ze. Ze ziet dat niet iedereen in hetzelfde tempo en op dezelfde manier mee kan in de transitie. “Wij geven de klant een stem in de politieke arena.” Dit klantperspectief neemt ze mee in het bestuur van de NVDE. “Het is mooi dat de NVDE een gerespecteerde partij is, met een brede afvaardiging van groepen: niet alleen leveranciers, maar ook netbeheerders, branches en kleine organisaties. Als je het met deze diverse groepen eens kan worden, dan kun je alles aan.” Comfort en zekerheid zijn thema’s waar consumenten aan hechten, ziet ze. “Die thema’s zou je vrouwelijk kunnen noemen, maar ik geloof dat ze nodig zijn om de energietransitie te laten slagen”. Ook in de industrie moeten grote stappen gezet worden naar elektrificatie en waterstof. “Het is goed dat consumenten meedoen in de transitie, maar je moet hun verantwoordelijkheden ten opzichte van de industrie wel in de juiste verhouding zien.” Gounou is ervan overtuigd dat het nieuwe energiesysteem digitaler, slimmer en lokaler wordt. “Ik voel een sterke verantwoordelijkheid om uit te leggen dat het nieuwe energiesysteem een samenspel is.”
Waar komt uw gedrevenheid voor duurzaamheid vandaan?
“Ik ben sowieso gedreven om het verschil te maken. Als je kijkt naar duurzaamheid is de energietransitie één van de grootste uitdagingen. Voor mij als mens, voor Nederland, en voor de wereld. Ik wil graag het praten naar het doen krijgen. We moeten het waarmaken. Hoe ga je dat aanpakken en draagvlak creëren? Ik kan er niet zo goed tegen als populisme de boventoon voert. Ik ben van het hele verhaal vertellen. Het hele energiesysteem gaat veranderen. Dat betekent nogal wat.
Maatschappelijk betrokkenheid zit er bij mij al van jongs af aan in. Ik ben raadslid in Oss en statenlid geweest. Ik ben twaalf jaar geleden in de energiewereld gerold, omdat het een sector is die ertoe doet en in beweging is. Als we dit echt goed willen doen voor de toekomstige generaties, dan moeten we naar de gehele context kijken. Dat is ook mijn drive, om het goed achter te laten voor mijn eigen kinderen. Tegelijkertijd heb ik een passie voor complexiteit. Ik houd er niet van dat we blijven praten over hoe het allemaal moet. We moeten gezamenlijk met oplossingen komen, samen met de mensen die het uiteindelijk aangaat. Er mogen en hoeven wat mij betreft geen groepen aan de zijlijn blijven staan.”
Hoe draagt Essent bij aan het verduurzamen van woningen en gebouwen?
“Met 2,5 miljoen klanten weten we goed wat er nodig is om draagvlak te behouden en te creëren. We proberen altijd te bedenken wat veranderingen betekenen voor de energierekening van de klant. Energie is een eerste levensbehoefte. We bieden gas en elektra, maar ook klantadvies en concrete verduurzamingsmaatregelen. Waar zit een klant op te wachten? Wat heeft hij of zij nodig om de volgende stap te maken? Wij geven de klant een stem in de politieke arena. Met onze Future Energy Home tak bieden wij advies over bijvoorbeeld zonnepanelen en warmtepompen. Dit hoeft niet complex te zijn. Kleine stappen helpen ook. Soms helpt het voor een klant al om inzicht te krijgen in zijn verbruik om vanuit daar een volgende stap te zetten.”
Waarom vindt u draagvlak en betaalbaarheid voor een groot publiek zo belangrijk?
“We willen klanten echt laten begrijpen wat hun verbruik is en wat zij kunnen doen om de rekening naar beneden te krijgen. Je zou denken dat een energiebedrijf juist meer wil verkopen. Maar Essent heeft de intrinsieke motivatie om instrumenten aan te reiken om te verduurzamen. We roepen niet alleen dat er 50 tot 60 procent reductie van CO2 moet komen, maar we bieden ook concrete oplossingen aan klanten. De energierekening wordt alsmaar hoger, maar door de energie groener te maken, kunnen klanten de rekening beperken. We kunnen niet alsmaar infrastructuur in de grond blijven stoppen, dat wordt te duur. Het moet ook slimmer. Verder is er momenteel een overvloed aan subsidies waar de overheid het niet altijd makkelijk maakt voor de consument. Voor de ISDE bijvoorbeeld moet je twee verduurzamingsmaatregelen tegelijk nemen, terwijl we veel klanten zien die al moeite hebben met één maatregel. Probeer het aanvragen van subsidie makkelijker te maken en help ook die groep mensen die een kleinere portemonnee heeft, bijvoorbeeld met isolatievouchers voor deze groep. We zien ook dat de gemiddelde Nederlander wel wil, maar dat duurzaamheid niet per se de grootste drijfveer is. Comfort, zekerheid en een niet al te hoge rekening spelen vaak een belangrijkere rol. Dat weten we door onze klantcontacten. Hierdoor kunnen wij ook een belangrijke sparringpartner zijn voor beleidsmakers. We kunnen suggesties aandragen die niet alleen technisch of idealistisch zijn, maar ook realistisch voor de consument.”
Over welk project op het gebied van draagvlak bent u heel enthousiast?
“Ik ben een tijdje geleden in contact gekomen met een kleinere woningcorporatie; Area. De directeur, Jan van Vucht, fascineerde mij. Hij bood alle huurders zonnepanelen aan. Ik vroeg hem: ‘Hoe doe je dat toch, Jan?’ ‘Ik ben intrinsiek gemotiveerd’, zei hij me, ‘ik gun het iedereen.’ De huurders konden de panelen weigeren, maar hij heeft het de verduurzaming slim gecombineerd met een grootschalig renovatie. Wat mij opviel was dat hij niet zozeer tegen technische uitdagingen aanliep, maar dat er sociale barrières waren. De grootste angst van de bewoners was dat ze het een week zonder woonkamer moesten doen. Hij heeft toen maatschappelijke werkers ingezet om het project te kunnen realiseren. Dit heeft heel veel CO2-reductie opgeleverd. Deze aanpak vond ik heel bijzonder.”
Essent heeft 2,5 miljoen klanten. Voelt u zich medeverantwoordelijk om hen aan steeds duurzamere energie te helpen?
“Ja, absoluut. Qua consumenten zijn wij marktleider. In die verantwoordelijkheid zit een paradox. Enerzijds moeten we leveringszekerheid kunnen borgen, gewoon zorgen dat de mensen warm kunnen douchen en hun telefoons kunnen opladen en meer. Maar je merkt ook veranderingen, zoals de stijgende gasprijzen en het veranderende energiesysteem. Hoe zorg je ervoor dat we een efficiënt nieuw systeem op zetten, dat leveringszekerheid biedt, betaalbaar is en waar we opwek en afname goed aan elkaar kunnen koppelen? Dat is voor mensen die hier niet mee bezig zijn moeilijk uit te leggen. Ik voel een sterke verantwoordelijkheid om uit te leggen dat het nieuwe energiesysteem een samenspel is.”
Hoe zorgen we dat huishoudens snel minder afhankelijk worden van aardgas en daarmee minder of niet gevoelig zijn voor hoge prijzen van fossiel?
“De beste manier om dat te doen is: minder energie gebruiken. Elke maand bij het verschijnen van de energierekening geven we bespaartips mee. Dit lijkt een open deur, maar het is een no-brainer. Maar dat is niet voldoende. We kijken ook naar hoe we drempels kunnen wegnemen, bijvoorbeeld in subsidies en flankerend beleid. Er moeten niet alleen de juiste subsidies zijn, maar ze moeten ook niet te complex zijn. Daarnaast is er geen ‘one size fits all’ manier. Er zijn verschillende klanten en wij hebben verschillende merken: Essent, Energie Direct en Vandebron. De een geeft meer service, de ander meer digitalisering. Niet iedereen kan in hetzelfde tempo en op dezelfde manier mee met de transitie. Ook ten aanzien van aardgas. Wat ik nu zie is dat aardgas steeds zwaarder wordt belast. Maar op een gegeven moment houdt het op. Wat moeten mensen die niet in staat zijn zich aan te sluiten op een warmtenet of een warmtepomp? Hoe gaan we dat op een eerlijke en realistische manier aanpakken? Dat is dan de consumentenkant. Maar je hebt ook nog de industrie. Dat is een veel grotere uitstoter dan de huishoudens. Hoe kan de industrie elektrificeren of overstappen op waterstof? Het is goed dat consumenten meedoen in de transitie, maar je moet hun verantwoordelijkheden wel in de juiste verhouding zien.”
Hoe ziet de duurzame warmtevoorziening er in de toekomst uit?
“Die gaat digitaler zijn, omdat duurzame opwek en afname niet meer met elkaar synchroon lopen. Dus we gaan naar een slimmer systeem. Per gebouw gaan we kijken wat de beste oplossing is zodat we warmteoverschotten van het ene gebouw kunnen gebruiken voor een ander. De toekomstige warmtevoorziening gaat groener zijn, maar zeker ook decentraler. En deze decentrale componenten moeten dus slim aan elkaar gekoppeld worden. Hiervoor moeten we anders en ‘out of the box’ gaan denken. Hier doet Essent al veel mee met onze Energy Infrastructure Solutions (EIS) zoals Ectogrid.”
Wat wilt u voor elkaar krijgen in het bestuur van de NVDE?
“Allereerst vind ik de NVDE een ontzettend mooie club met veel impact. Er is veel kennis en er wordt bijgedragen aan het maatschappelijk debat rondom de energietransitie. Het is fijn dat de NVDE een gerespecteerde partij is. En dat de NVDE een brede afvaardiging van groepen is die te maken hebben met de energietransitie: niet alleen leveranciers, maar ook netbeheerders, branches en kleine organisaties. Hierdoor kun je elkaar uitdagen. En als je het met deze diverse groepen eens kan worden, dan kun je alles aan. Ikzelf breng het klant- en consumentenperspectief in. En nuchterheid. Wat moet er nu daadwerkelijk veranderen? En hoe koppel je dat aan de lange termijnvisie? Daar wil ik de focus op leggen. We zijn er nog niet. Er ligt al veel visie, dat gaat goed. Maar de NVDE kan zich meer focussen op de vraag wat werkt. Welke concrete oplossingen, suggesties en denkrichtingen werken? En hoe gaan we daar draagvlak voor creëren? Als we het klant- en consumentperspectief meenemen, kunnen we het verhaal rond maken.”
Wat is er goed aan het coalitieakkoord en wat ontbreekt om de klimaatdoelen te kunnen halen?
“Het coalitieakkoord bevat ontzettend veel ambitie om in 2050 klimaatneutraal te worden. Het is bemoedigend dat er veel extra geld beschikbaar is. We hebben nu meer geld. Belangrijk is de vraag hoe we dat geld gaan inzetten. Dat is een slag die nog op het coalitieakkoord geslagen moet worden. Daar kan de NVDE zeker een rol in spelen. De kaders en sturing missen nog. Er is bijvoorbeeld veel geld beschikbaar gemaakt voor het vouchersysteem om verder te isoleren binnen de ISDE. Maar in de praktijk zie je dat dit wordt ingezet voor het ophogen van het huidige subsidiesysteem. Dat gaat voorbij aan de essentie van het vouchersysteem. Je moet durven dwarsdenken. Meer geld is niet overal voldoende als oplossing.”
Welke rol ziet u voor slimme oplossingen in het energiesysteem?
“Het nieuwe energiesysteem wordt digitaler en slimmer. Vraag en aanbod moeten lokaal op elkaar worden afgestemd. Dit doen wij bijvoorbeeld met CLIC [City Logistics Innovation Campus] in Badhoevedorp. Dit is een volledig operationele stadslogistieke hub, een innovatiecentrum en een complete campus in één. In Amsterdam is de ambitie om al het vervoer vanaf 2030 CO2-vrij te krijgen. Het plan van onze partner Intospace was om een stadslogistieke hub buiten de stad te organiseren om daarmee de Metropoolregio Amsterdam volledig elektrisch te kunnen bevoorraden. Maar dat betekent ook veel voor het energiesysteem; denk aan congestieproblemen op het elektriciteitsnet. Essent leverde met haar digitale kennis een oplossing om die congestie te verminderen door slim energie onderling uit te wisselen. Hierdoor werd het congestieprobleem opgelost. Ectogrid is daarnaast ook een onderdeel van de gehele oplossing op de campus. Dit systeem stemt vraag en aanbod van warmte in verschillende gebouwen op elkaar af en verlaagt het verbruik.”
Wat doet Essent aan het tekort aan vakmensen?
“Bij de NVDE komen partijen zoals leveranciers en netbeheerders bij elkaar die allemaal last hebben van het tekort aan vakmensen. Netbeheerders hebben er last van bij de aanleg van infrastructuur. Essent heeft er last van als het gaat om de installatie van warmtepompen en zonnepanelen. In bijvoorbeeld Italië gaat de verkoop van zonnepanelen goed, maar mensen moeten lang wachten op de installatie. Eén van onze installatiepartijen heeft een campus in Oss ontwikkeld. Hier worden monteurs opgeleid om de energietransitie te faciliteren terwijl ze ook al tijdens de opleiding aan het werk gaan. Zo worden bedrijfsleven en onderwijs mooi aan elkaar gekoppeld. Dit moet vaker voorkomen.
Er is ook een tekort aan digitale ‘whizzkids’. We gaan hen nodig hebben voor de afstemming op lokaal niveau voor het nieuwe, decentrale en digitale energiesysteem. We moeten onze blik verruimen en ons niet enkel op de technici focussen, maar op verschillende profielen. Ik houd er niet van om het over hoog en laag opgeleid te hebben. De één kan niet zonder de ander. We hebben ze allemaal nodig in de transitie.”
Hoe ziet een duurzame waterstofeconomie eruit?
“Hier hebben we een jaar geleden een studie over gemaakt. We hebben waterstof in eerste instantie nodig als brandstof in de industrie. Als er wat overblijft, moet je kijken in welke sectoren dat kan worden ingezet. Dit zou in de gebouwde omgeving kunnen, op de plekken waar warmtenetten niet haalbaar zijn of volledig elektrisch niet lukt qua isolatie. Maar de focus ligt vooral op de industrie. Zoals een Tata Steel, maar ook de glastuinbouw. Er moet commitment komen bij grote en kleine industrieën om een concreet stappenplan te realiseren met de juiste subsidies en normen om barrières weg te halen. De technische specificaties zijn nog niet scherp waardoor de business case nog niet rondkomt. Dit jaar gaan we kijken wat het laatste benodigde zetje is. Vooral in de transitiefase is dit nodig. Opslag kan een rol gaan spelen om de seizoenfluctuatie op te vangen. We moeten kijken naar wat het nieuwe systeem nodig heeft wat betreft flexibiliteit en waterstof. En hoe kun je dat laatste duwtje in de rug geven om de transitie te realiseren.”
Hoe duurzaam woont en reist u zelf?
“Mijn man en ik rijden allebei elektrisch. We zijn er ontzettend blij mee. Als je eenmaal elektrisch rijdt, wil je niet meer terug. Het is heel comfortabel. Ons huis komt uit de jaren zeventig. Toen we het kochten was het niet geïsoleerd, dat hebben we gaandeweg gedaan: het dak, spouwmuren, alles. Nu in de laatste stap zijn we ons aan het oriënteren op een warmtepomp. Ik moet eerlijk zeggen dat het voor mij als consument moeilijk is om te bepalen wat nu het juiste moment is om over te gaan. Mijn moeder woont in een huurhuis en heeft minder geld te besteden. Een warmtepomp is voor haar echt ver van haar bed. Voor mij staat het natuurlijk dichterbij. Maar ik zie ook als consument door de complexiteit, los van de kosten, twijfel over wat het juiste moment is om over te stappen. We zijn ons aan het buigen over de vraag welke warmtepomp we gaan nemen.”
Hoe redt u zich in de mannenwereld van de energietransitie?
“Door mezelf te blijven. De thema’s die ik noemde waar consumenten aan hechten, zoals comfort en zekerheid, zou je vrouwelijk kunnen noemen, maar ik geloof dat deze thema’s ook nodig zijn om de energietransitie te laten slagen. Binnen de energiesector ben ik vaak een van de weinige vrouwen, maar ik voel me niet minder gehoord of minder krachtig. Er zijn voornamelijk mannen denk ik door de technische achtergrond, maar het hele spectrum in de energietransitie is nodig, inclusief sociale aspecten. Diversiteit is belangrijk, maar is veel breder dan enkel het verschil tussen man en vrouw. Vrouwen benaderen echter dingen soms anders, wat erg verfrissend is. Vertrouwen creëren en dingen benoemen zoals ze zijn, doen vrouwen makkelijker, denk ik. Maar mijn grootste oproep is; blijf te allen tijde jezelf en kies je eigen pad.”