Het Energieakkoord uit 2013 bracht partijen samen die elkaar voorheen vooral in de haren vlogen. Hoe loopt die samenwerking nu en wat kan er beter om de energietransitie te versnellen? Tijdens het FD Energiedebat, 12 oktober in de Jaarbeurs in Utrecht, probeerden de aanwezigen om daar een antwoord op te geven. Dat bleek nog niet eenvoudig, constateerde FD-energiejournalist Bert van Dijk, omdat beide kampen vaak lijnrecht tegenover elkaar staan. 

In de eerste ronde van het debat deelde NVDE-voorzitter Teun Bokhoven het podium met GasUnie en de VNG. Hij noemde het Energieakkoord als ultieme vorm van samenwerking. De kern van zijn betoog: Gemeenten kunnen nog veel meer doen. Hij vindt dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft. “Het grootste deel van de gemeentelijke gebouwen heeft een label C of minder. Als gemeentes dat aanpakken, dan zal dat tractie geven en kunnen veel partijen aanhaken.” Het zou volgens Bokhoven goed zijn als gemeenten meer hun rol pakken als het gaat om maatschappelijk  vastgoed, zoals scholen. Daar is volgens de NVDE-voorzitter nog veel winst te behalen als het gaat om energiebesparing.

Verder waren de partijen het eens dat de rol van gas verandert. Wel blijven we het voorlopig nog nodig hebben voor hoogwaardige toepassingen in de industrie, aldus Bokhoven. Verder aan de orde tijdens het debat, waarbij ook partijen als de VNPI, Essent, Natuur & Milieu en Vereniging Eigen Huis aan tafel schoven, waren energiebesparing, het verleiden van huiseigenaren om over stappen op duurzame energie en de generatiekloof tussen de gevestigde orde en de millennials.

Op de website van het FD staat een volledig verslag.

Of bekijk het videoverslag: