De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie kijkt ernaar uit om samen met het nieuwe kabinet de energietransitie te versnellen. De klimaat- en energieparagraaf van het regeerakkoord “Vertrouwen in de toekomst” biedt hier enkele aanknopingspunten voor, maar ook zorgpunten.
Met de doelstelling van het kabinet van 49% CO2-reductie in 2030 kunnen we een grote stap maken richting de realisatie van een schone energievoorziening in 2050. Met 49% CO2-reductie in 2030 zitten we op de lijn naar 95% CO2-reductie in 2050. Dit biedt een goede basis, waarbij het voor het halen van de afspraken van het Klimaatakkoord van Parijs nodig is om dit CO2-doel te overtreffen. Het is daarom goed dat het kabinet inzet op 55% CO2-reductie in Europa. ‘Met het energieakkoord zijn we op een drafje gaan verduurzamen – met dit regeerakkoord moeten we gaan rennen – en voor Parijs is er een (langdurige) sprint nodig’, zegt Olof van der Gaag, directeur van NVDE.
De gekozen indicatieve toedeling van de CO2-reductie is opmerkelijk. Door de keuze om te focussen op CO2-reductie in de industrie, met name op CO2-afvang en -opslag (CCS), komt het aandeel duurzame energie in 2030 slechts beperkt hoger uit ten opzichte van het Energieakkoord in 2023. CCS is een technologie die ingezet wordt wanneer er geen andere optie is om te verduurzamen. Dat is in de industrie zeker niet het geval. NVDE heeft grote twijfels over de haalbaarheid van de genoemde 18 megaton emissiereductie door CCS in de industrie.
Daarentegen krijgt de doorgroei van hernieuwbare energie weinig aandacht. NVDE is van mening dat de stimuleringsregeling duurzame energie (SDE+) ingezet dient te worden voor het vergroten van het aandeel duurzame energie en niet geschikt is om emissiereductie in het algemeen te stimuleren, zoals wordt voorgesteld in het regeerakkoord. Beter is het om een separaat instrument in te richten voor emissiereductie anders dan via hernieuwbare energie. Bovendien dienen er voldoende middelen beschikbaar te blijven voor de doorgroei van hernieuwbare energie.
Wij verwelkomen het streven naar een Klimaatwet. Het kabinet-in-wording kondigt tevens aan te willen werken aan een nieuw Klimaat- en Energieakkoord. Na het succes van het eerste Energieakkoord, waarin zo veel verschillende partijen zich wisten te verenigen, ziet de NVDE ernaar uit om samen met dit kabinet te werken aan een nieuw Energieakkoord. Dit betekent voor NVDE wel dat de omslag naar een schone economie voorop dient te staan. Het belang van een schone energievoorziening in 2050 mag niet uit het oog worden verloren met kortetermijnoplossingen.
Op enkele andere punten ziet NVDE positieve ontwikkelingen. De nadruk op fiscale vergroening, de kilometerbeprijzing voor vrachtverkeer en het beprijzen van CO2 zijn instrumenten die de verduurzaming kunnen bevorderen. Voor energiebesparing is NVDE van mening dat hier nog fors beleid nodig is, bij huur- en koopwoningen en ook in andere sectoren. Hier dienen voldoende middelen voor beschikbaar te zijn.
Het kabinet kondigt aan dat de kolencentrales uiterlijk in 2030 worden gesloten. NVDE pleit ervoor om met de twee oudere centrales maatwerkoplossingen te bespreken over sluiting of
ombouw in uiterlijk 2020. Daarnaast wil NVDE dat de norm voor CO2-uitstoot van kolencentrales op gelijk niveau komt met de uitstoot van gascentrales. De drie nieuwe kolencentrales kunnen per 1-1-2020 aanvullende maatregelen nemen om de CO2-uitstoot te verlagen tot het niveau van moderne gascentrales. Als zij die kosten zelf dragen, ontstaat een gelijk speelveld tussen kolen- en gascentrales en zullen economische afwegingen bepalen welke centrales sluiten. Snelle duidelijkheid over de toekomst van de kolencentrales is van belang.
NVDE analyse Regeerakkoord & duurzame energie