De tijdelijke subsidiestop op biomassa voor lage temperatuurwarmte zorgt ervoor dat de klimaatdoelen verder uit zicht raken en de kosten hoger uitvallen. De NVDE ziet juist reden om extra actie te ondernemen in de warmtetransitie, en niet om duurzame opties uit te sluiten. De subsidiestop heeft met name gevolgen voor verduurzaming van de glastuinbouw en diverse industriële toepassingen, maar ook voor warmtenetten.
Bij het verduurzamen van warmtebronnen is het hard nodig dat andere hernieuwbare warmtebronnen sneller van de grond komen, zoals geothermie en aquathermie. De opschaling gaat echter te langzaam, zo is in de laatste ronde van de SDE++ geen euro toegekend aan geothermieprojecten. Wij pleiten daarom voor extra SDE-budget in de volgende ronde en een afzonderlijk budget voor duurzame warmte. Daarbij is het ook van belang om naast subsidies ook risico’s zoals het vollooprisico af te dekken zodat bijvoorbeeld warmtenetten op geothermie sneller tot stand komen.
Dat laat onverlet dat inzet van biomassa nog hard nodig is. PBL, TNO en ook het kabinet geven aan dat het halen van de klimaat- en energiedoelstellingen lastig samengaat met een uitfasering van houtige biomassa eerder dan 2030 en dat de kosten hoger zullen uitvallen. Dit zal uiteindelijk tot een hogere energierekening voor burgers en bedrijven leiden.
De kabinetsbrief maakt daarbij geen onderscheid in de inzet van bio-energie als basislast of als pieklast. Inzet van biowarmte als basislast zal nodig zijn zolang alternatieven niet zijn opgeschaald. Wanneer deze alternatieven, zoals geothermie, wel als basislast kunnen worden ingezet, is er nog steeds noodzaak om pieklast achter de hand te hebben. De SER en ook PBL adviseerden eerder om dit onderscheid wel te maken.
Brief regering: Uitvoering van de gewijzigde motie van het lid Van Esch c.s. over geen nieuwe subsidies voor houtige biomassa