“Het ontwerp-Klimaatakkoord kan voor een doorbraak zorgen,” zegt Olof van der Gaag, directeur NVDE. Het ontwerpakkoord moet leiden tot twee miljoen aardgasvrije huizen, twee miljoen elektrische auto’s en 70 procent elektriciteit van zon en wind in 2030; met een veel schonere industrie. Het is daarvoor cruciaal dat de politiek bereid is om de voorgestelde concrete maatregelen ook daadwerkelijk te nemen – en dat de doorrekening van PBL laat zien dat de maatregelen voldoende zijn. Anders is er een ‘derde helft’ nodig om alsnog extra maatregelen af te spreken, zonder onszelf rijk te rekenen.
“We proberen met dit akkoord een beetje een meloen in een bananentrommel te stoppen: een zeer groot doel moet worden gerealiseerd binnen een zeer krap kader. De NVDE vindt dat we ver zijn gekomen en dat alle deelnemers daar trots op mogen zijn. Er is veel bereikt voor de versnelling van bijvoorbeeld aardgasvrije huizen, elektrische auto’s en duurzame energie,” zegt Olof van der Gaag.
Tegelijkertijd heeft de NVDE begrip voor de zorgen of het wel genoeg is. Dat is nu aan het PBL. Wij gaan er vanuit dat voor iedereen als een paal boven water staat dat we pas tevreden kunnen zijn als de doelen overtuigend worden gehaald. Wanneer dit ontwerpakkoord nog onvoldoende blijkt te zijn, kunnen we niet om de hete brij heen blijven draaien: dan zijn er snel extra maatregelen nodig, inclusief verdere beprijzing van CO2. De NVDE hoopt van harte dat de milieubeweging blijft deelnemen aan de klimaattafels om daar aan bij te dragen.
Doelen overtuigend halen
Het ontwerpakkoord verdient een goede doorrekening door het PBL. Pas wanneer die doorrekening laat zien dat de maatregelen voldoende zijn, kan er sprake zijn van een definitief akkoord. De NVDE streeft naar een akkoord dat de doelen overtuigend haalt, niet naar een ‘hakken-over-de-sloot’-akkoord. Dat kan uitstekend, maar vraagt om stevige aanpassingen van het beleid, zoals het recente onderzoek ‘Noodzakelijk beleid Klimaatakkoord’ liet zien. Daar is durf en daadkracht voor nodig.
Vervuiler betaalt
Het uitgangspunt van de NVDE is dat de ‘vervuiler betaalt’, in alle sectoren, met gerichte maatregelen om koopkracht en concurrentiepositie waar nodig te beschermen. Wanneer er extra maatregelen nodig zijn om de doelen te halen, is dit de eerste optie: “vervuiling mag niet goedkoper zijn dan vergroening,” aldus Olof van der Gaag.
Knarsen en piepen
Het knarste en piepte soms in het onderhandelingsproces richting dit ontwerpakkoord. Dat is niet gek gezien de benodigde grote omslag, de complexiteit en de grote belangen. Die inzet verdient steun van de politiek en bereidheid om de benodigde maatregelen ook echt te nemen en waar nodig aan te scherpen. Nederland kan daarmee als achterblijver in Europa de omslag maken naar effectief, economisch verantwoord klimaatbeleid.
Sector kan meer leveren
“Het duurzame bedrijfsleven werkt graag mee aan de verdere uitwerking en uitvoering van het ontwerp-Klimaatakkoord, onder andere door bij te dragen aan verdere kostenreductie,” zegt Olof van der Gaag. De duurzame energiesector kan en wil ook meer bijdragen aan CO2-reductie dan nu wordt gevraagd: de potentie van duurzame energie en besparing is groter dan wat er nu is afgesproken. Bijvoorbeeld voor de transitie in de industrie zijn er nog volop mogelijkheden om extra hernieuwbare elektriciteit te leveren voor groene elektrificatie. Het is verstandig om daar ook al op te zijn voorbereid en te zorgen voor versnelling van de doorlooptijd van projecten.