Vandaag werd de ‘foto’ van het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES) gepubliceerd. Deze foto geeft een landelijk beeld van waar de dertig energieregio’s staan op weg naar 2030, inclusief vooruitblik. De energietransitie op land heeft een belangrijk kantelpunt bereikt. Aan de ene kant is het aandeel hernieuwbare energie in 2023 gestegen tot 17 procent, onder andere door een spectaculaire groei van opwek uit wind (25 procent) en zon (17 procent). Hoewel deze toename (de afgelopen jaren) maar ten dele op land is gerealiseerd, is de RES-aanpak zeker debet aan dit succes. Het is dan ook paradoxaal te moeten constateren dat de versnelling voor opwek op land alweer dreigt af te vlakken. Dat terwijl versnelling juist geboden is.
Met de huidige obstakels is het doel van 35 TWh met een grote inspanning weliswaar nog te halen, maar is het streefdoel van 55 TWh buiten beeld geraakt. Dat is problematisch. In het rapport Alles uit de kast werd voorgerekend dat de aanscherping van het Klimaatdoel van Rutte IV van 49 naar 55 procent CO2-reductie een groei betekent van de elektriciteitsvraag van 120 TWh nu, naar 200 TWh in 2030 (een 2/3e groei). In het Hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet wordt dat doel onderschreven. Niet alles kan op zee. Groei van het aandeel hernieuwbare opwek op land is daarbij onmisbaar.
Geef het decentrale bestuur het primaat terug
De filosofie achter de RES-aanpak was dat het decentrale bestuur het beste in staat is te bezien waar welke vorm van hernieuwbare energie kan worden opgewerkt. Beter dan opgelegde doelen van bovenaf zouden lokale overheden kunnen kijken wat behapbare en haalbare doelen voor een regio zijn. Dat model heeft goed gewerkt, maar is onder druk komen te staan door regels van het Rijk die de keuzevrijheid flink hebben ingeperkt. Biomassasubsidies werden afgeschaft en zon op land werd sterk gereguleerd. Voor wind zijn we zijn nog in afwachting van strengere regels en een afstandsnorm. Om de RES-aanpak te laten werken, moeten er geen nieuwe nationale belemmeringen voor de energietransitie worden opgeworpen. Geef gemeenten en provincies de ruimte om hun eigen keuzes te maken.
Zet het gesprek voort over doelen na 2030
Ook na 2030 gaat de energietransitie voort. Het is belangrijk dat minister Hermans de ingezette lijn van oud-minister Jetten om tot afspraken te komen voor doelen na 2030 voortzet. In het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE), dat dit voorjaar door de Tweede Kamer werd vastgesteld, wordt gerekend met stevige doorgroei van zon en wind op land. In 2050 zou de opwek van wind op land moeten verdubbelen ten opzichte van 2030 en van zon verdrievoudigen. Het is tijd handen en voeten te gaan geven aan deze ambities en het gesprek aan te gaan met medeoverheden over de vormgeving van hun eigen energiesysteem.
Heb oog voor de financiële noden van burgercoöperaties en marktpartijen
De businesscases van nieuwe zonne- en windprojecten staan stevig onder druk. Na jarenlang steeds goedkopere projecten te hebben gerealiseerd, worden ontwikkelaars (zowel burgercoöperaties als marktpartijen) momenteel geconfronteerd met stevige kostenstijgingen als gevolg van hogere bouwkosten, personeelsschaarste, zeer lange doorlooptijden, eisen aan participatie en inpassingen en de gevolgen van netcongestie. Blijf dus kijken hoe bijvoorbeeld het subsidie-instrumentarium helpt voorkomen dat de pijplijn aan nieuwe projecten opdroogt door deze (markt)omstandigheden.
Het Regioteam Energietransitie is een samenwerkingsverband van de NVDE, Holland Solar, Energie-Nederland en NedZero.