Rens van Tilburg: ‘Ik ben een groei-agnost’

30 november 2023

Deze zomer brachten de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) en Berenschot een studie uit over de gevolgen van de steeds hogere rente voor de duurzame energiesector. Hun pittige conclusie was dat voor duurzame technieken een 3% hogere rente betekent dat de investeringskosten tot 2030 17 miljard euro hoger uitvallen. Voor 2050 telt dat zelfs op tot 163 miljard. Per procentpunt is de duurzame sector tot 2030 6 miljard duurder uit. PONT vroeg aan Rens van Tilburg, directeur van het Sustainable Finance Lab aan de Universiteit Utrecht of Tom Poes wellicht nog een list kan verzinnen. En als we hem toch spreken: welke rol heeft de financiële sector nog meer te spelen in de energietransitie?

Miljarden klinken al snel verontrustend, maar is dit ook echt veel?
‘Hogere kosten hoeven niet funest te zijn, als er genoeg financiering is. De overheid kan bijvoorbeeld zeggen: wij vinden dit problematisch, we leggen het bij. Maar jammer genoeg is the sky wat dat betreft niet langer the limit op de rijksbegroting, ook de overheid voelt de hogere rente. Die combinatie van stijgende investeringskosten en minder overheidsgeld leidt al echt tot vertraging van de transitie. De NVDE vroeg leden hoe ze de hoge rentestand beoordelen: een derde maakt zich nu al zorgen en ziet investeringen stagneren, nog eens een derde vreest dat voor de toekomst. Reële cijfers ben ik bang.’

Waarom is de duurzame sector extra kwetsbaar voor hogere rente?
‘Veel duurzame opties, zoals zon en wind, zijn nu al goedkoper dan hun fossiele concurrenten, als je kijkt naar de kosten over de hele levensloop. Maar ze hebben wel hogere investeringskosten. Daar staat tegenover dat als die molen of dat zonnepark er eenmaal staat, de exploitatiekosten juist laag zijn. Bij fossiel is dat precies andersom. Het bouwen van een kolencentrale is niet zo duur, maar je moet er wel dertig jaar kolen in blijven gooien, die geld kosten. Op het moment dat de rente stijgt, zijn assets waar je nu het meest voor moet lenen het slechtste af. De duurzame opties dus.’

Hoe zit dat eigenlijk: zijn er niet genoeg mensen die hun geld graag duurzaam wegzetten, los van het exacte rendement?
‘Nee, zeer zeker niet. Particulieren nemen af en toe best genoegen met een lager rendement, soms geholpen door fiscaal voordeel. Maar die bedragen zijn bij lange na niet genoeg voor alle duurzame investeringen, daar heb je echt de inleg van pensioenfondsen, verzekeraars en banken voor nodig. En die gaan alleen voor duurzame opties als dat net zoveel oplevert als fossiele beleggingen of leningen.Een andere optie is om, net als bijvoorbeeld in Duitsland, een publieke investeringsbank op te richten. Dan financier je de energietransitie vanuit de overheid, die goedkoper geld uit de markt kan trekken en een wat lager rendement accepteert. Maar daar kiest de regering niet voor. InvestNL is wat dat betreft behoorlijk streng op rendement en bang om geld te verliezen.’

Dat gaat ’m niet worden dus. Wat dan wel?
‘De EU. Sowieso moet daar iets gebeuren omdat, anders dan in Nederland, veel EU-lidstaten het op eigen kracht ook echt niet gaan redden. In Brussel groeit daarom de steun voor een gezamenlijk begrotingsinstrument. Tijdens corona is het NextGenerationEU-fonds opgericht, met 750 miljard in kas, waarvan minimaal 40% voor duurzaamheid. Dat is deels goedkope leningen, deels een gift. Hoewel Rutte beweerde dat hij dit nooit zou accepteren en tijdens deze besprekingen de biografie van Chopin zou gaan lezen, ging Nederland wel degelijk akkoord. Een volgende stap zou kunnen zijn dat de EU een klimaatfonds opricht. Daar kan de EU voor lenen of het wordt gevuld door de lidstaten. Tijdens corona is al afgesproken dat de EU nieuwe inkomstenbronnen gaat krijgen, bijvoorbeeld via de in te voeren grensbelasting op CO2 (Carbon Border Adjustment Mechanism) een Europese vlieg- of scheepvaarttax of via een belasting op techbedrijven. Allemaal ingewikkeld, maar in de EU zie je wel vaker dat onder druk alles vloeibaar wordt.’

En anders?
‘De Europese Centrale Bank (ECB) kan verschillende renteniveaus gaan hanteren. Ook daar zijn dingen in beweging in Brussel en Frankfurt. Tijdens de coronacrisis, toen de economie ineens op slot ging, is een belangrijk precedent geschapen. De ECB heeft toen verschillende rentetarieven geïntroduceerd waarvoor nationale commerciële banken bij de ECB kunnen lenen. Een extra laag tarief voor banken die hun leningen aan bedrijven en huishoudens, exclusief hypotheken, op peil houden. Dat had absoluut effect, er is meer dan 2.000 miljard uitgeleend onder dat regime. Als dát toen kon, kan het nu ook voor duurzame investeringen.’

Want?
‘In het mandaat van de ECB (gebaseerd op het Europees Verdrag) zitten genoeg haakjes om zo’n onderscheid te maken voor duurzame investeringen. De belangrijkste is het streven naar prijsstabiliteit, het eerste en belangrijkste doel van de ECB. Tot een jaar of twee geleden bracht niemand dat doel in verband met klimaatbeleid. Dat is nu wel anders. Voor het eerst in twintig jaar herzag de ECB haar strategie en stelde vast dat klimaat een relevante factor is voor het monetair beleid, omdat klimaatverandering de stabiliteit bedreigt. Dat gebeurt op drie manieren.Climateflation is de fraaie term die gebruikt wordt door prijsstijgingen ten gevolge van de directe klimaatschade, zoals mislukte oogsten. Met greenflation bedoelen we prijsstijgingen ten gevolge van een oververhitte groene economie, bijvoorbeeld door een tekort aan mensen en materialen voor duurzame productiemiddelen. Het belangrijkste en meest ingrijpende verschijnsel momenteel is fossilflation: het duurder worden van schaarser wordend olie en gas omdat de transitie niet snel genoeg gaat.In Frankfurt is er echt een discussie over het feit dat juist fossiele energie de grootste drijver van inflatie is en ook de Europese Commissie en het Europees Parlement zien dat in. Nu het instrumentarium nog om dat aan te pakken en de energietransitie te versnellen.’

 

Welke krachten houden zo’n lage rente voor duurzame investeringen tegen?
‘De hoge inflatie helpt niet mee. Het goedkoper geld lenen aan banken voor groene investeringen is een verruiming van het monetair beleid. Een taboe, want daarmee stimuleert je een economie die al oververhit is. Want we mogen op papier dan in een recessie zitten, maar dat is wel een hele bijzondere: hoe erg is nou een recessie waarin iedereen werk heeft? En wat is precies een recessie met inflatie?

Ik stel daar tegenover: het klopt dat je extra stimuleert wat je wenselijk vindt, maar als je je grote zorgen maakt over oververhitting, verhoog dan de algemene rente dan wat extra en maak een uitzondering voor duurzame investeringen. Zo rem je af wat je minder graag wilt. Dan zullen mensen en middelen ook gaan schuiven, richting duurzaam. Je moet wat doen, want met het huidige beleid lever je je over aan fossilflation, met alle vertraging voor de energietransitie van dien. Zonder bevoordeling van duurzaam, gaat dat niet vliegen en dat heb je wel nodig, ook voor prijsstabiliteit.’

Hoe brengen de Nederlandse banken het ervanaf qua duurzaamheid?
‘Ik twijfel of het glas halfvol is of halfleeg, ik neig de laatste tijd naar het laatste. Ik kijk even alleen naar de drie banken die groot geld uitlenen aan bedrijven: ING, Rabo en ABN Amro. In 2019 committeerden die Nederlandse banken, verzekeraars en pensioenfondsen zich als eerste ter wereld aan het Klimaatakkoord van Parijs. Dat verdient een groot compliment. Ze beloofden hun footprint in beeld te brengen en deden dat ook, gevolgd door actieplannen. Op dat vlak ben ik wel behoorlijk kritisch. Niet dat het niks voorstelt, maar het gaat niet snel genoeg. Zo zie je heel veel relatieve doelen: investeringen moeten wel schoner, maar als de productie groeit zit je per saldo met meer CO2. Dat schiet niet op.

Wat ook niet helpt is dat het allemaal weinig inzichtelijk is wat banken nu echt in portefeuille hebben en wat hun plannen behelzen. De Nederlandse Bank heeft de plannen bekeken met een veel gehanteerde en transparante methode en schetst een veel minder rooskleurig beeld dan de banken zelf. Kijk, niemand verwacht dat hun balans van vandaag op morgen geen fossiele leningen meer bevatten. Maar werk aan een serieus verhaal en benoem wat je van de bedrijven waar je in investeert verwacht. En van de overheid. Kom met een eerlijk en kloppend verhaal en wees wat minder met de beeldvorming bezig.

Laat ik ING als voorbeeld nemen. Als je hun plannen leest, met op het eerste oog prima doelen, val je tevreden en gerustgesteld in slaap: alle investeringen lopen langs de geplande lijntjes. Maar neem de auto-industrie. Nergens ter wereld ligt die sector op schema voor ‘Parijs’. Maar autobedrijven in de ING-portfolio wel. Zou het? Hoe kan dat?

Wel goed dat ING de oproep van het Internationaal Energie Agentschap overneemt om niet meer te investeren in nieuwe fossiele bronnen. Heel goed. Maar nu komt het erop aan dat ook echt uitgevoerd te krijgen.’

Wat bepaalt nou echt de koers van zo’n bank?
‘Daar werken duizenden mensen, sommige van goede wil, sommige niet. Uiteindelijk draait het erom hoe bestuurders in de wedstrijd zitten. Ik denk dat die nog te weinig beseffen wat ze in portefeuille hebben en wat de risico’s daarvan zijn. Gas- en olievoorraden bijvoorbeeld, die misschien nooit meer opgepompt worden. Dat is vragen om ongelukken.

Pensioenfondsen en verzekeraars hebben invloed op bedrijven via hun aandelenportefeuille. Iedereen kent wel de motie van Follow This om Shell te vergoenen. Die kreeg jaar in jaar uit meer steun. Maar tijdens corona liep dat terug. De grootaandeelhouders verscholen zich achter de onzekere tijden en pakten de enorme winsten die op fossiele energie werden gemaakt.’

Hoe hard gaat jouw hart kloppen van de idee van degrowth (economische krimp), waar bijvoorbeeld Triodos hoofdeconoom Hans Stegeman voor pleit?
‘Het is een oud debat. Van oudsher is mijn primaire verwijt aan de nulgroei-supporters dat ze dezelfde fout maken als zij die voor hoger groei pleiten: ze maken een irrelevant cijfer tot hun totem. Je moet niet voor hoge of lage groei zijn. Je moet je richten op wat je belangrijk vindt: schone energie, een nette inkomensverdeling, gelijke kansen, gezonde en gelukkige mensen. Het gaat erom dat zulke indicatoren de goede kant op bewegen, of er dan economische groei of krimp is, is een resultante daarvan. Ik ben dus wat heet een groei-agnost.

Politiek gezien vind ik degrowth ook een onhandig frame. Aardig misschien voor de kleine groep (vooral jongeren) die sowieso niks heeft met welke economische ontwikkeling dan ook en dat contra-intuïtieve aanspreekt. Maar wie nu al niet rondkomt, kan hier niks mee.

Dat gezegd hebbende zitten we in het westen wel degelijk tegen een verzadigingspunt aan. Groei vlakt af en wordt wellicht ook negatief. Interessant is dan hoe onze (financiële) instituties daarop reageren. Onze begrotingen, maar ook onze pensioenfondsen zijn helemaal geënt op groei. Dat loopt dus spaak, dat gaat pijn doen. Hoe ga je daar mee om?’

Hoe kijk je naar de steeds luidere roep om fossiele subsidies aan te pakken?
‘Die is heel terecht. Het is interessant dat deze oproep steeds breder wordt gesteund. De noodzaak van de energietransitie maakt fiscale verschuivingen ook onvermijdelijk. Ik zou wel wat nuance in het debat bepleiten: maak onderscheid tussen belastingvoordelen waar je bij afschaffing geen onwenselijke verplaatsingseffecten ziet, zoals bij vliegen. Pak tegelijkertijd in Europees verband de belastingvoordelen aan waar je die verschuivingen wel kunt verwachten. Dat onderscheid is zinvoller dan simpelweg alles bij elkaar op te tellen. Opmerkelijk trouwens dat het plafond op de energierekening van burgers in die overzichten dan weer niet meetellen. Zeker omdat dat plafond zo generiek was en grotendeels bij mensen terecht kwam die het niet nodig hadden. Bepaald een fossiele subsidie dus.’

Rens van Tilburg
Directeur van het Sustainable Finance Lab aan de Universiteit Utrecht | Lid Expertteam Energiesysteem 2050| Oud-columnist de Volkskrant | Oud-medewerker Tweede Kamer en Europees parlement.

Dit is een artikel uit PONT, vakblad energie en duurzaamheid.


Misschien ook interessant