Stimuleer de ‘CO2-eters’

24 juli 2023

We moeten versneld CO2 uit de atmosfeer halen om onze planeet leefbaar te houden. Bomen zijn perfecte CO2-eters. Plant ze dus extra aan en gebruik ze voor de woningbouw, schrijft NVDE-voorzitter Olof van der Gaag.
Nederland doet zijn best als het om de vermindering van CO2-uitstoot en uitstoot van andere broeikasgassen gaat. We besparen op onze energie, gaan duurzamer opwekken, rijden vaker elektrisch of pakken de trein, produceren vaker circulair en eten minder vlees. Dat is allemaal nodig om de uitstoot van CO2 omlaag te krijgen. Hoe sneller de uitstoot omlaag gaat, hoe beter.
Toch stellen klimaatwetenschappers dat we nog niet genoeg doen. We zijn te laat begonnen. Dus moeten we – versneld – CO2 uit de atmosfeer halen voor een leefbare planeet.

Ruimte voor de natuur
Het mooie is: dit gebeurt al eeuwen. De natuur doet dit namelijk zelf. Planten en bomen ‘eten’ CO2 en houden dit vast zo lang ze leven. Maak dus meer ruimte voor de natuur: met grotere bossen en natuurgebieden, meer parken en dus meer ‘groen’ in de steden. Extra voordeel hierbij is dat het helpt om extreme regen op te vangen en het wijken koelt als het te heet is.
Daarmee zijn we er nog niet. De CO2 in bomen en planten komt vroeg of laat een keer vrij en keert dan terug in de atmosfeer. Ze hebben immers niet het eeuwige leven. Hoe houd je die CO2 zo lang mogelijk vast?

‘Extra voordeel van houtbouw: het bespaart veel CO2 vergeleken met beton en bakstenen’

Het eerste antwoord is ouder dan de weg naar Rome: bouw houten huizen en gebouwen. Zo lang de huizen en gebouwen blijven staan, blijft de CO2 uit de atmosfeer. Toen in 2019 de Notre-Dame in Parijs in brand vloog, was de CO2 in de balken 700 jaar uit de atmosfeer geweest.

Een belangrijk extra voordeel van houtbouw: het bespaart veel CO2 vergeleken met beton en bakstenen. De natuur is de fabriek en die heeft geen schoorsteen maar is juist een CO2-slurper.

Vervanger
Met meer bossen, plantsoenen en houtbouw komen er ook meer reststromen vrij. Denk aan dode bomen, snoeiafval en zaagsel. Die reststromen bevatten CO2, maar kun je uit de atmosfeer houden door er producten van te maken. Bijvoorbeeld ter vervanging van plastics en chemische producten. En natuurlijk gebruik je die zo goed mogelijk opnieuw. Dit bespaart vele vaten aardolie, waar deze producten nu van worden gemaakt.
Uiteindelijk blijft er altijd wat over, mét CO2 erin. Je kunt dit opslaan onder de grond, maar dat vraagt veel ruimte. Bovendien zit er nog energie in. Een duurzaam energiesysteem heeft baat bij een flexibele bron die je aan en uit kunt zetten. Andere natuurkrachten zoals de zon, wind en aardwarmte hebben een flexibele aanvulling nodig. Daarom zijn deze reststromen zeer geschikt voor een biomassacentrale.
Bij verbranding komt CO2 vrij, net als wanneer je het niet verbrandt. Het voordeel bij verbranding is dat je die CO2 kunt opvangen. Daar kun je nieuwe producten van maken of het alsnog onder de grond stoppen.

Voordelen
‘CO2-eters’ hebben dus veel voordelen. Ze helpen klimaatverandering tegen te gaan, maken ons minder afhankelijk van vervelende landen voor de energievoorraad, helpen onze woonwijken koelen en bieden ook nog eens economische kansen.
De overheid stimuleert nu verlaging van de uitstoot naar ‘nul’. Het is tijd om ook CO2-eters te belonen en alle opname en gebruik van CO2 te stimuleren.

 

Olof van der Gaag is voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). Dit opiniestuk verscheen in het FD. Lees het ook hier


Misschien ook interessant