Het is hard nodig dat Nederland minder afhankelijk wordt van fossiele energie uit het buitenland, vindt Wytske Postma, Tweede Kamerlid voor NSC. En ze ziet daar tal van mogelijkheden voor. Ze trappelt bijna letterlijk van ongeduld: er moeten knopen worden doorgehakt in Nederland en in Brussel. In de huidige verwarrende wereldpolitiek is Europees leiderschap nodig. Het Rijk moet opnieuw investeren in windenergie op zee, vindt Postma. Ze streed als een leeuw om de klimaatdoelen te behouden in het Regeerprogramma. Ze ziet dat netcongestie creativiteit in ondernemers triggert. En de neiging om elkaar de put in te praten over tegenvallers in de energietransitie? “Dit is niet het moment om op te geven. Er zit maar één ding op, en dat is je rug recht houden en gewoon doorgaan.”
U zit nu anderhalf jaar in de Kamer. Wat vond u het leukste tot nu toe?
“Ik vind werkbezoeken echt het leukste. Ik ben ook met de NVDE bij een tuinder geweest, die geothermie gebruikt om de kassen te verwarmen. Fascinerend. En ik ben bij de kerncentrale in Borssele geweest, ook interessant.”
U heeft een verleden in de duurzame sector, onder andere bij Stichting De Noordzee. Waar komt uw betrokkenheid bij de energietransitie vandaan?
“Bij Stichting De Noordzee zag ik dat klimaatverandering geen toekomstbeeld meer is, maar iets dat nú speelt. Het zeewater wordt warmer, vispopulaties veranderen, ecosystemen verschuiven. Dat was voor mij een wake-up call. We moeten verantwoordelijkheid nemen en actie ondernemen. Ik hoop zeer dat we met zijn allen snel genoeg zijn. Ik wil mijn bijdrage leveren aan een toekomst waarin we energie opwekken op een manier die ons minder afhankelijk maakt van instabiele regimes of vervuilende bronnen. En als je het op een goede manier doet, kan windenergie ook nog de biodiversiteit verrijken. Daar word ik heel blij van. Wind op zee is daar een prachtig voorbeeld van: groene energie én ecologische winst in één.”
U heeft actief meegedacht over wind op zee. Hoe staat het ervoor met die ambities?
“Wind op zee heeft het op dit moment moeilijker. De tijd van subsidievrije aanbestedingen is voorlopig voorbij. Als we dit willen als overheid, moeten we er ook in investeren, bijvoorbeeld vanuit de SDE++. Het gaat niet alleen om subsidie, maar ook om het afdekken van risico’s. Ik pleit voor meer zekerheid voor investeerders, bijvoorbeeld via Contracts for Difference en Power Purchase Agreements. Ik vind het wel een mooie term, een ‘in voor- en tegenspoed-contract’. Als het nodig is, springt de overheid bij, en als het heel winstgevend is, krijgt de overheid er wat voor terug. Ik heb daar moties over ingediend en ik blijf dat doen. Als we echt werk willen maken van onze energieonafhankelijkheid, dan moeten we durven investeren in wind op zee.”
Is wind op zee ook goed te combineren met natuur, visserij en veiligheid?
“Zeker. Onder water kun je juist de biodiversiteit versterken als je het slim aanpakt. Denk aan De Rijke Noordzee, het project van Stichting de Noordzee en Natuur & Milieu: door strategisch stenen te leggen rondom funderingen ontstaan riffen die vissen en schelpdieren aantrekken. Ook vogeltrek kan beschermd worden, bijvoorbeeld door molens tijdelijk stil te zetten, zoals Eneco in hun tender vermeldde. En met bubbelschermen kan je de schade voor zeedieren beperken. Passieve visserij kan best goed in windparken. Veel vissen verzamelen zich daar. Maar sleepnetten vind ik gevaarlijk.
Er is volop ruimte op de Noordzee. Ons deel van de Noordzee is twee keer zo groot als ons land! Tegelijkertijd moeten we, zeker met het oog op geopolitieke spanningen, kritisch kijken naar scheepvaart rondom windparken. Schepen van landen met kwade bedoelingen zouden bijvoorbeeld kabels kunnen saboteren. Veiligheid is een reëel aandachtspunt.”
Hoe beleef je de huidige geopolitieke ontwikkelingen?
“Energieonafhankelijkheid hebben we altijd gehad, door onze gasbel. We zijn gewend om controle te hebben over onze energie. Maar het Groningenveld is gesloten. We zijn nu heel afhankelijk van Amerikaanse lng. Je kan je afvragen of dat wijs is. Dus het is hard nodig dat we minder afhankelijk worden door onze eigen energie op te wekken, met zon en wind, en kerncentrales, maar die zijn er niet zo snel.”
En duurzame warmtebronnen?
“Geothermie! Die bron heeft enorm veel potentie, zeker in dichtbebouwde gebieden zoals Den Haag. Maar we lopen achter in de ontwikkeling ervan. We moeten versnellen met onderzoek en toepassing.”
Is de huidige crisis in de wereldpolitiek ook een kans voor Europees leiderschap?
“Absoluut. Voor het eerst hoor ik mensen serieus zeggen: Made in Europe. Maar dan moeten we als Europa wél keuzes maken. Circulariteit, de herkomst van de energie, milieu-impact. Een paar weken geleden was ik met de KGG-commissie in Brussel. Hier in Nederland durven we geen keuzes te maken, bijvoorbeeld over welke industrieën we wel en niet willen behouden. Maar in Brussel durven ze dat ook niet. Er moeten echt knopen worden doorgehakt: wat willen we wel en wat niet? Ja, ik ben ongeduldig! Als ik zie hoeveel kansen we hebben in Nederland, met windenergie op zee, met zonne-energie. We zullen ons net moeten verzwaren en moeten leren om het efficiënter te gebruiken. Maar volgens mij kan het gewoon!”
Hoe kijkt u naar de rol van de NVDE?
“Ik zie de NVDE als een vereniging die elke bron van duurzame energie een kans geeft. Het is in die zin echt een vereniging. Dat vind ik enorm waardevol. Vaak ligt de focus in het debat op zon en wind, maar de NVDE pleit ook voor andere bronnen. Waterstof, geothermie en groen gas lopen achter volgens mij. Die zijn nog niet tot wasdom gekomen. Biomassa uit reststromen is prima, maar als je het uit landen haalt waar de certificering niet op orde is, zijn er risico’s. Daar kan een organisatie als de NVDE een belangrijke rol spelen: het gesprek over alle technieken inhoudelijk houden en misinformatie pareren.”
U zit in een kabinet met partijen die minder op hebben met klimaatbeleid. Hoe bewaakt u de klimaatdoelen in deze coalitie?
“We zitten in de realisatiefase. De doelen zijn gesteld, de tijd van plannen maken is voorbij – nu moeten we uitvoeren. Het jaar 2030 leek lang ver weg, maar inmiddels zitten we in 2025, en zullen sommige maatwerkafspraken niet eens op tijd klaar zijn om effect te hebben in 2030. En dat roept weerstand op. Ik blijf binnen de coalitie hameren op de klimaatdoelen. Daar hebben we afspraken over gemaakt. Ik herhaal steeds wat er in het hoofdlijnenakkoord staat: als we de doelen niet halen, komen we met alternatief beleid. Daar heb ik als een leeuw voor gestreden, dus dat herhaal ik steeds. Ik zie ook dat energieonafhankelijkheid een sterk argument is. Als je dat benadrukt, creëer je weer ruimte voor duurzame oplossingen. Het Groningenveld blijft dicht, dus je moet kijken naar alternatieve bronnen. Kerncentrales zijn er niet snel, dus windmolens op zee hebben we hard nodig. Iedereen wil minder afhankelijk worden van buitenlandse energie. Dit is voor veel partijen heel belangrijk.”
Wat moet er volgens u nú gebeuren om de transitie op koers te houden?
“Energie besparen is nog altijd de meest duurzame vorm. We moeten op grote schaal huizen isoleren. De woningcorporaties zijn daar al goed mee bezig. Nog maar tien procent van hun huizen heeft een heel slecht energielabel. Bij de particuliere verhuurders is het lastiger, zo’n 17 procent. En dan heb je nog koopwoningen van mensen die te weinig geld hebben om hun huis te verduurzamen. Deze problemen concentreren zich in bepaalde wijken, waar slechte huizen zijn en veel mensen met weinig geld. Daar hebben we overheidsprogramma’s voor, maar ik maak me er toch nog zorgen over, want ik zie te vaak dat subsidies terecht komen bij mensen die een ton of meer per jaar verdienen. Dan kunnen ze die hybride warmtepomp zelf wel betalen.
Wijk voor wijk verduurzamen, en het eerst in die arme wijken, is een heel goed idee. Wij kunnen vanuit het Rijk wel potjes met geld geven, en dat doen we ook. De uitdaging hierin is dat je veel met gemeenten moet doen en bij sommige gemeenten zitten knelpunten. Op veel plekken gaat het gelukkig ook goed. Vorige week sprak ik met de Fixbrigade: laagdrempelige hulp in arme wijken, met kleine maatregelen, bij de mensen thuis. Dat vind ik heerlijk. We hebben daar zes miljoen euro voor geregeld in de begroting. Mensen met een kleine portemonnee kunnen met een paar slimme aanpassingen zomaar twintig procent besparen op hun energierekening.”
Praten we elkaar op het moment niet te veel de put in over de energietransitie?
“Ik zei al dat we in de realisatiefase zitten, en die is lastig. Er zit maar één ding op, en dat is je rug recht houden en gewoon doorgaan. Het is te makkelijk om nu te stoppen. Maar dit is wel een pittige fase. De prijzen om te lenen zijn hoog, en we hebben netcongestie. Bedrijven kunnen niet zomaar aangesloten worden op het net. Vaak hebben ze maar eens in de zoveel jaar een grote onderhoudsstop, waarin ze kunnen verduurzamen. Als je niet weet wanneer je aan de beurt bent voor een zwaardere netaansluiting, dan is dat moeilijk, dan moet je zo weer vier jaar wachten. Maar als het uitdagend is, triggert het ook weer iets bij mensen. Ze worden heel creatief. Ik hoop dat dat vaak gebeurt. Bedrijven mailen me wel regelmatig dat energiekosten twee, drie keer zo hoog zijn als in Duitsland en Frankrijk, en in Europa zijn ze weer veel hoger dan in China. Dus we moeten goed kijken naar hoe we ons elektriciteitsnet inrichten, zodat we dezelfde prijzen krijgen als in omringende landen, en we daarmee kunnen concurreren.”
Er wordt volop gewerkt aan de Voorjaarsnota. Wat mag er niet in ontbreken?
“Isolatie van huizen moet goed worden opgepakt, net als de energiebesparingsplicht voor bedrijven. Die moet effectiever worden. Hij werkt nog niet goed genoeg, blijkt uit de doorrekening van het PBL. Je moet als overheid naast bedrijven gaan staan. Veel bedrijven weten nog steeds niet wat de mogelijkheden zijn. Als je als ondernemer niet in staat bent om de voordelen te zien van een maatregel die je binnen vijf jaar terugverdient, dan is er iets anders aan de hand. Ik denk dat een stok dan niet gaat werken.
En de maatwerkafspraken met de industrie vind ik enorm belangrijk. We moeten dat proces met elkaar blijven doorlopen. Ik weet niet of het sneller kan. Nobian is rond. We zullen dit jaar weer een aantal handtekeningen zien.”
De NVDE stelt voor om een keuzemoment in de maatwerkafspraken te introduceren: bedrijven kunnen kiezen voor verduurzamen, of voor vertrekken, of voor afwachten. In dat laatste geval komen ze achteraan de rij te staan voor subsidie. Goed idee?
“Ik heb het gezien. Ik denk dat zo’n keuzemoment zich vanzelf al aandient. De meeste grote bedrijven hebben hoofdkantoren in het buitenland. Daar vallen de beslissingen over de vestigingen in Nederland. Bedrijven die niet enthousiast zijn over verduurzaming, maken minder afspraken met de overheid en krijgen dus minder ondersteuning.”
De NVDE maakte een menukaart met maatregelen om energie-onafhankelijker te worden, én tegelijk economische, klimaat- en stikstofdoelen te halen. Zou het kabinet niet de hele menukaart moeten bestellen?
“Daar hangt vast een prijskaartje aan! De dingen die kunnen en passen moeten we zeker uitvoeren. In aanloop naar de Voorjaarsnota moet budget verdeeld worden. Als er maatregelen die geld kosten nodig zijn om de klimaatdoelen te halen, dan moet je niet de illusie hebben dat het ook wel zonder geld kan. Je kan normeren, beprijzen en aanmoedigen met subsidies. Ik heb de totale beleidsmix nog niet op tafel gezien. Normeren en beprijzen vind ik belangrijke middelen in de uiteindelijke mix. Het ETS-systeem is bijvoorbeeld behoorlijk succesvol. En een goed voorbeeld van normering is het verbieden van de particuliere verhuur van huizen met een label E, F en G. Daar zijn wij voorstander van.”
U maakt zich hard voor warmtenetten, maar u heeft ook zorgen. Waarom?
“Omdat het vaak goedkoper is voor de maatschappij, maar duurder voor de bewoner. De vaste kosten voor een warmtenet zijn soms heel hoog, waardoor mensen niet kunnen besparen door de thermostaat lager te zetten. Warmtenetten worden vaak aangelegd in wijken met mensen met weinig financiële armslag. Ik hoorde bijvoorbeeld van iemand die 110 euro per maand moest betalen voor een klein appartement, zónder de mogelijkheid om te besparen. Dat is heel veel geld. ‘Niet meer betalen dan voor aardgas’, was tot voor kort een prima uitgangspunt. Maar sinds de Oekraïne-crisis zijn de aardgasprijzen onvoorspelbaar en hoog. In de warmtewet moeten we kijken naar de grootte van een kavel in relatie tot de warmtebron. De kosten zijn heel verschillend per warmtenet. We moeten kijken of we dat niet een beetje kunnen middelen.”
Warmtenetten zijn maatschappelijk vaak de goedkoopste oplossing, zeker in dichtbevolkte wijken.
“Dat zeg je mooi. Voor gemeenten en het Rijk zijn ze goedkoper, maar niet altijd voor de bewoners. We kunnen niet hebben dat mensen met een kleine portemonnee opdraaien voor de verduurzamingskosten. Ik ben voor de Warmtewet aan het kijken naar een maximumtarief. En niemand kan mij vertellen hoeveel iemand gaat betalen! Als je weinig te besteden hebt, kun je meestal heel goed rekenen. Mensen die niet weten hoeveel ze moeten betalen voor hun op een na grootste kostenpost, die kunnen die onzekerheid niet dragen. Weten waar je aan toe bent, is cruciaal.”
Moet er een vrijstelling komen van stikstofregels voor duurzame energieprojecten die bij de bouw een beetje stikstof uitstoten, maar dat later dubbel en dwars terugverdienen?
“Dat zou ik heel graag willen. Het zou mij een lief ding waard zijn. De motie-Flach is daarvoor ingediend. Ik weet zeker dat minister Hermans dit meeneemt in de besprekingen die zij heeft met premier Schoof. Ik vind het heel nadelig dat duurzame energieprojecten stil liggen als gevolg van de rechterlijke uitspraak. Dit was vast niet de bedoeling van degenen die die rechtzaak aanspanden. Je hebt een hele kleine uitstoot bij de aanleg, zo klein dat ik het eerlijk gezegd belachelijk vind dat we daarom zo’n rem zetten op verduurzaming. Ik vind dat ook gevaarlijk. Een aantal projecten die veel CO2 besparen kunnen niet doorgaan vanwege de stikstofuitstoot tijdens de bouw. Je hebt ook projecten die in hun levensloop een beetje stikstof uitstoten, maar veel CO2 besparen. Die zouden ook door moeten gaan. Ik vind het erg dat we in deze situatie zijn beland.”
Bent u hoopvol over de energietransitie?
“Ja. Omdat ik veel goede dingen zie gebeuren: bedrijven die willen verduurzamen, mensen die willen besparen en bewuster aan het leven zijn. Het is gewoon nodig. Vanuit klimaatverandering, maar ook voor onze onafhankelijkheid. Er is een extra belang bij gekomen.